Verslaving is een ziekte

Seks, games, alcohol en pijnstillers. Je kan er allemaal aan verslaafd raken. Maar waar ligt de grens tussen noodzaak, plezier en verslaving? En staat stigmatisering herstel in de weg?
Leestijd 3 minuten — Do 18 november 2021
Science Café Utrecht

Maar liefst één op de tien Nederlanders is verslaafd, ruim 1,7 miljoen in totaal. Uit cijfers van Jellinek blijkt dat de grootste problemen worden veroorzaakt door alcohol (477.000), tabak (539.000) en medicijnen als slaap- en kalmeringsmiddelen (600.000). Het aantal mensen dat hiervoor in behandeling is, ligt echter vele malen lager. Hoe komt dat? Dat was één van de vragen die we tijdens het Science Café met sociaal wetenschapper dr. Margot Peeters (UU), anesthesioloog prof. Albert Dahan (LUMC) en verslavingsarts Loes Hanck (Jellinek) probeerden te ontrafelen.

Wanneer ben je verslaafd?

Om een antwoord op die vraag te geven, is het belangrijk eerst te definiëren wat verslaving precies is. Een lastige vraag, benadrukte verslavingsarts Loes Hanck. “Soms kunnen mensen veel gebruiken zonder er al te veel last van te hebben, of het zelf direct als een probleem te zien. Daarom is het altijd interessant om ook de omgeving erbij te betrekken en te vragen hoe zij het gedrag ervaren.” Vast staat dat je spreekt van een verslaving als het je leven op negatieve wijze beheerst. Hanck: “Het wordt pas echt een probleem als je je huisarts bijvoorbeeld de hele tijd belt voor herhaalrecepten voor verslavende pijnstillers, of als je ze op de zwarte markt gaat kopen, al je geld eraan uitgeeft en andere plichten verzaakt.”

Ook bij jongeren is de grens tussen normaal en abnormaal gedrag een goede maatstaf, benadrukt sociaal wetenschapper dr. Margot Peeters. Al wordt die grens in haar onderzoeksgroep ook veel opgezocht. "Vanaf een jaar of veertien gaan jongeren experimenteren op allerlei gebieden", vertelt Peeters. Sensation seeking behaviour wordt dit binnen haar vakgebied genoemd. “Als ouder hoef je je hier in eerste instantie geen zorgen over te maken, want de kans bestaat dat dit na een tijdje weer wegebt. Iemand kan bijvoorbeeld een korte tijd heel veel gamen, maar er na drie maanden ook weer helemaal klaar mee zijn.” Maar als school langdurig wordt verzaak en het moeilijk wordt een bijbaan vast te houden, dan moeten de alarmbellen wel gaan rinkelen, stelt Peeters.

Negatief zelfbeeld

Je spreekt dus van een verslaving wanneer het middel waaraan iemand verslaafd is, of het gedrag dat iemand vertoont, het dagelijkse leven overneemt en niet meer te stoppen is. “Verslaving is echt en ziekte”, benadrukken Hanck en Peeters. En daar zit precies het pijnpunt, want maar al te vaak wordt het niet als een ziekte beschouwd. Zo krijgen verslaafden vaak de stempel zwak en onverantwoord. Ze worden vooral gezien als mensen die geen maat kunnen houden, legt Hanck uit. Terwijl het tegendeel waar is. “Voor een alcoholist is het bijvoorbeeld onmogelijk om het bij één biertje te houden.” Daarnaast kan de kleinste impuls, het eten van bijvoorbeeld een kersenbonbon, er al voor zorgen dat iemand terugvalt in oude gewoontes. Dat heeft niets met zwakte te maken.

Los van veroordeling door de buitenwereld, leggen verslaafden zichzelf vaak ook dit stigma op, legt Hanck uit. “Het bewuste deel van de hersenen kan nog wel bedenken dat het niet handig is en dat iemand moet stoppen, maar mensen hebben het niet meer onder controle. Daardoor krijgen ze een heel negatief beeld van zichzelf.” Door dit negatieve zelfbeeld wordt er vaak pas laat hulp gezocht: gemiddeld wachten verslaafden tien jaar voordat ze aan de bel trekken bij instanties als Jellinek. Dit draagt bij aan het lage aantal verslaafden in behandeling.

Verandering

Hoe kunnen we dit veranderen? Ten eerste is het belangrijk meer aandacht te besteden aan verslavingsproblematiek op geneeskundeopleidingen, benadrukken de drie experts. Daarnaast moeten zorgverleners meer doorvragen naar de mogelijke verslavingsgevoeligheid van hun patiënten. Anesthesioloog prof. Albert Dahan (LUMC): “het is op dit moment voor patiënten bijvoorbeeld veel te makkelijk een herhaalrecept aan te vragen voor verslavende pijnstillers bij een huisarts of apotheek.” Maar vooral: heb je een probleem, of maak je je zorgen om iemand? Wacht dan niet te lang. Hanck: “Jellinek kan hulp aan iedereen bieden. Ook als je zelf niet verslaafd bent, maar iemand in je omgeving kent die hiermee te maken heeft.”