En de prijs gaat niet naar…

5 grote wetenschappers die nooit een Nobelprijs wonnen
Leestijd 4 minuten — Do 27 november 2014
Nobelprijzen

Ook dit jaar werden ze weer uitgereikt, de Nobelprijzen. Het zijn niet altijd de briljantste koppen die de prijzen in de wacht slepen. In de serie Nobelprijzen stelde prof. dr. Gerrit van Meer dat een prijswinnend onderzoeker niet per se beter is in zijn of haar werk. Misschien kennen ze wel de juiste mensen of publiceren ze in de juiste tijdschriften. World of Science Festival publiceerde een artikel over vijf grote wetenschappers die nooit een Nobelprijs wonnen. Toch bleken veel van de onderzoeken later van groot belang voor de manier waarop we de wereld zien en begrijpen. Wie waren die wetenschappers? Waarom liepen ze de prijs mis? En wat zegt dat over het wetenschappelijke klimaat rondom de Nobelprijzen?

Astronoom Annie Jump Cannon classificeerde meer dan 200.000 sterren en ontwierp een classificatiesysteem hiervoor. Haar kwaliteiten werden niet beloond tijdens haar 40 jaar durende carrière, maar astronomiestudenten van nu gebruiken nog steeds haar classificatiesysteem. Ze gebruiken hiervoor het ezelsbruggetje: 'Oh Be A Fine Girl, Kiss Me'. Niet bepaald vrouwvriendelijk, vandaar dat de 'Commitee on the Status of Women in Astronomy' heeft geprobeerd andere afkortingen voor te stellen, maar zonder veel succes.

Goede relaties belangrijk

Scheikundige Gilbert Newton Lewis legde de basis voor het begrijpen van chemische verbanden, en droeg bij aan het begrijpen van thermodynamica. Hij werd maar liefst 35 keer genomineerd, maar won nooit de prijs, door zijn kritiek op collega's en slechte relaties in de wetenschappelijke wereld. Naar het schijnt zorgde vooral zijn kritiek op, en persoonlijke vete met William Palmaer, een zweedse scheikundige in het Nobelprijscommitee dat hij de prijs misliep. Zoals Van Meer stelde in zijn lezing Nobelprijzen van de toekomst, kiest een 'onafhankelijke' commissie de Nobelprijswinnaar uit een groep van kandidaten die 'belangenloos' zijn voorgedragen door mensen uit de wetenschappelijke wereld. Goede relaties in de wetenschappelijke wereld is dus een pré om in aanmerking te komen voor een prijs. Bovendien nomineren wetenschappers liever iemand die verbonden is aan hun eigen universiteit, zodat die hoger op ranglijsten terecht komt. Van belangenloosheid is dus weinig sprake.

Inzichten achteraf beloond

Moleculair bioloog Carl Richard Woese ontdekte moleculaire fylogenie, een techniek die de studie van microbiologie en evolutie revolutionair veranderde. Met die techniek deed hij een ontdekking die de structuur van Darwins 'tree of life' veranderde. Tot dan toe was algemeen aangenomen dat die bestond uit twee takken: bacteriën en 'alle andere soorten'. Woese voegde daar nu een derde tak aan toe die boom: de 'archaea'. Woeses idee werd erg negatief ontvangen in de wetenschappelijke wereld. Hij werd gezien als een buitenstaander en zonderling, vanwege zijn nieuwe techniek die tot onconventionele ideeën leidde. Het is niet uitzonderlijk dat 'Nobelprijswaardige' ontdekkingen pas achteraf krediet toegekend krijgen. Tegenwoordig is de driedelige boom niet meer weg te denken uit onze biologieboeken.

Een gezamelijk proces

Natuurkundige Chien-Shiung Wu vond het bewijs dat natuurwetten discrimineren tussen linksom en rechtsom. Toch ging de nobelprijs voor deze ontdekking naar haar mannelijke collega's Tsung Dao Lee en Chen-Ning Yang, die weliswaar het idee hadden aangedragen, maar zelf niet het bewijs hadden gevonden. In andere gevallen werden juist de leiders van de experimenten met een Nobelprijs beloond. Prof. dr. Bert Theunissen ging in op het proces van 'ontdekkingen doen' in zijn lezing De nobelprijsformule. Sommigen doen jarenlang onderzoek en vinden niks, en anderen komen door toevallige ontdekkingen tot grote inzichten. Als voorbeeld noemt hij Alexander Fleming, die de Nobelprijs kreeg voor de ontdekking van peniciline, maar zelf al snel stopte met het onderzoek daarnaar. Howard Florey en Ernst Boris Chain zetten zijn onderzoek voort en wisten massaproductie in gang te zetten om zo vele levens te redden. Wetenschap is vaak een gezamenlijk proces. Wie verdient de prijs dan het meest?

Scheikundige Dimitri Mendeleev ontwierp het Periodiek Systeem van de Elementen, de eerste tabel die voorspellingen kon doen over elementen die nog ontdekt moesten worden. Ook dit was een ontdekking die niet op zich stond, er waren al andere wetenschappers geweest die een systeem van elementen hadden ontworpen. Wel was Mendeleev de eerste die nieuwe elementen kon voorspellen, die werden later ook gevonden. Studenten leren nog steeds Mendeleevs tabel. Mendeleev werd genomineerd voor de prijs in 1906, maar stief in 1907 zonder die eer. Een troost: er is wel een element naar hem vernoemd, 'mendelevium'.

Eerst lachen, dan denken

Jaarlijks worden ook de IG-nobelprijzen uitgereikt aan grappig onderzoek dat niet alleen aan het lachen, maar ook aan het denken zet. Zo vertelde Kees Moeliker, zelf winnaar van een IG-nobelprijs met zijn onderzoek naar homoseksuele necrofilie bij wilde eenden, dat de prijs een manier is om wetenschap onder de aandacht te brengen bij een breder publiek.

Hoewel een prijs, serieus of grappig, een goede manier kan zijn om wetenschap bij een groter publiek onder de aandacht te brengen moeten we oppassen dat we niet doorschieten. Als het winnen van een prijs en het binnenhalen van geld voor je organisatie een doel op zich wordt voor wetenschappers is dat problematisch. Het leidt tot publicatiedruk bijvoorbeeld, en de gevaren daarvan kennen we inmiddels. Zoals de vijf grote wetenschappers die nooit een prijs wonnen laten zien: laten we ook eens voorbij de prijs kijken.