Op zoek naar Europa
Europa. Een groot woord met vage connotaties. Wat betekent het om Europeaan te zijn? Moeten we streven naar een Europese identiteit? Het zijn vragen die sinds de economische en politieke crises van de afgelopen jaren relevanter zijn geworden. De nog jonge Europese Unie, en dus jonge eenheid, staat onder druk. Hoe moeten we verder? Zowel dr. Mathieu Segers (Internationale en Politieke Geschiedenis, UU) als regisseur Lucas de Man gaan op zoek naar antwoorden.
Het Europese project?
Vragen over een 'Europese identiteit' zijn niet nieuw, vertelt Segers. De Britse minister Ernest Bevin gaf in 1948 al de opdracht om uit te zoeken wat nu precies Europese gedeelde waarden zijn. Hij wilde meer dan alleen economische samenwerking binnen Europa en dacht dat het niet zo moeilijk zou zijn om een gedeelde Europese identiteit te vinden. Zijn teleurstelling was dan ook groot toen zijn ambtenaren meer onderlinge verschillen vonden dan overeenkomsten.
Met alle complexiteit van het moment en de nieuwe media voor communicatie, hebben we verhalen nodig om het te snappen
Zou het niet goed zijn om juist wel een duidelijk gedefinieerd Europa te hebben? Hier kun je verschillend naar kijken. Segers citeert uit de nieuwjaarstoespraak van de Poolse minister van Buitenlandse Zaken: “Wij zijn tegen de Europese Commissie, want de Europese commissie wil van alle Polen vegetariërs en fietsers maken.” Dit is een veelzeggende quote. Achter de missie om van Europa een politieke, economische en culturele eenheid te maken gaat namelijk een maakbaarheidsideaal schuil. Alsof de wereld en Europa maakbaar zijn. In Oost-Europa zijn de herinneringen aan de Sovjet-Unie nog te vers om hier zomaar in mee te gaan. De waakzaamheid van sommigen is dus terecht.
Een ongedefinieerd Europa heeft voordelen. Europese verdragen zijn niet geformuleerd in de zin van een einddoel, waardoor een maakbaarheidsideaal niet van bovenaf is opgelegd. Toch is het gevaar van die vaagheid en complexiteit dat complottheorieën rijpe bodem vinden. Zeker in tijden van politieke en economische onzekerheid hebben mensen behoefte aan duidelijkheid. Meer verbondenheid en een scherper beeld van wat Europa is of kan zijn, zou helpen om de crises van het moment als eenheid aan te kunnen pakken.
Op zoek naar Europa
Voor zijn documentaire In Search of Europereisde Lucas de Man met zijn team een maand door Europa en ging in gesprek met creatieve denkers en makers van onze generatie. Wat bleek: overal in Europa zijn jonge mensen actief bezig nieuwe verhalen te vertellen die ons kunnen helpen de huidige crises in Europa te lijf te gaan. De verbeelding staat voorop. En dat is essentieel, blijkt uit de documentaire. “Met alle complexiteit van het moment en de nieuwe media voor communicatie, hebben we verhalen nodig om het te snappen,” vertelt Belgische kunstenaar Simon Allemeersch. De jonge visionairs zijn voornamelijk bezig met het creëren van sociale bewegingen. Ze streven naar meer lokale democratie, het behoud van commons—dingen en plekken die van iedereen zijn—en verbinding tussen mensen. Ze zoeken échte communicatie. Een gesprek als een veilige ruimte waar conflict mogelijk is, want alleen dan kun je dingen veranderen. Het gaat er niet om dat je de samenleving beter maakt, het gaat erom dat je hem máákt. Het gaat erom dat je actief bent. Dat je iets doet.
Volgens Segers ligt de oplossing voor de Europese identity crisis ook niet in argumenten puur gebaseerd op statistieken, het gaat om een gevoel van wie we zijn en van wat Europa is. Segers citeert een collega van hem: “Statistieken zijn als bikini's. Zij onthullen veel, maar niet het essentiële.” We moeten op zoek gaan naar dat gevoel. Een soort zelfonderzoek, waarbij de kunsten een voortrekkersrol vervullen.
Verandering vanaf de grond
Toch blijven we na afloop met een paar grote vraagtekens achter. We kampen met een vluchtelingencrisis, landen gaan bijna failliet en de financiële wereld deugt nog steeds niet. Hebben we geen grotere initiatieven nodig dan de documentaire laat zien? Zijn dit niet gewoon een stelletje hipsters met prachtige projecten, maar slechts peanuts in het grotere geheel? En zijn het niet vooral lokale projecten die niet direct iets met Europa te maken hebben?
De projecten zijn dan misschien lokaal, overal in Europa vertrekken ze vanuit dezelfde problematiek, benadrukt Lucas. Hierdoor dragen ze wel degelijk bij aan de vorming van wat Europa is, maar dan bottom upin plaats van top down. De schaal van de projecten moet ook niet worden onderschat. Sommige bewegingen zijn groter dan politieke partijen en hebben hierdoor wezenlijke invloed op de beleidsvorming. Bovendien zijn de denkers die we als de grondleggers van de Europese waarden beschouwen, zoals vrijheid en democratie, ook niet gestart vanuit een groter Europees idee. Erasmus schreef Lof der Zotheidtoen hij per koets onderweg was naar een vriend. Hij verveelde zich. In de eerste drie pagina's van het boek verontschuldigt hij zich voor het feit dat hij zijn ideeën niet academisch onderbouwt. Toch is Lof der Zotheid het op twee na best verkochte boek. Lucas: “Het is niet zo: je moet lang studeren en dan verander je de wereld. Je denkt gewoon na en dan kom je in actie.” Een positieve boodschap die het waard is om te verspreiden. Niemand wil toch ook de cynische zoutzak uithangen.
Bekijk 'Op zoek naar Europa'.