Zorgen over de zorg
Bijna iedereen kent wel iemand die te maken heeft met de GGZ. Of misschien heb je er zelf wel mee te maken. De problemen in de GGZ, zoals de lange wachtlijsten, zijn dan ook voor veel mensen herkenbaar. In dit artikel nemen we je mee in het verhaal van Lucas*: hij is verslaafd aan alcohol en heeft daarnaast last van psychische problemen.
Het verhaal van Lucas begint bij de huisarts: daar kaart hij zijn psychische problemen en verslaving aan. “De huisarts moet dan al een diagnose stellen om je te kunnen doorverwijzen”, vertelt psychiater prof. dr. Jim van Os (UMC Utrecht). GGZ-instellingen in Nederland zijn namelijk heel gespecialiseerd, waardoor een instelling bijvoorbeeld alleen mensen met angststoornissen behandelt. En dat terwijl het heel moeilijk is om een diagnose te stellen, vervolgt Van Os: “Psychisch lijden komt niet voor in hokjes, het loopt allemaal door elkaar. (...) Een diagnose kan bovendien door de jaren heen ook veranderen." Het brein is plastisch en psychische problemen kunnen veranderen, maar we denken nog steeds in diagnose-hokjes die bepalen welke hulp iemand krijgt.
De malle molen van de GGZ
Huisarts in opleiding Anneke Monninkhof (Radboud Universiteit Nijmegen) illustreert het door elkaar lopen van allerlei soorten psychisch lijden. Omdat Lucas te maken heeft met zowel verslaving als psychische problemen, wordt hij door de huisarts doorverwezen naar een verslavingsinstelling. Maar een tijdje later zit hij terug bij de huisarts: de verslavingsinstelling kan hem niet helpen omdat hij psychische problemen heeft. De huisarts verwijst hem naar een andere instantie, om eerst de psychische problemen aan te pakken. Maar ook door deze instantie wordt Lucas teruggestuurd naar de huisarts: zij zeggen niet aan de slag te kunnen gaan met iemand die verslaafd is. Lucas raakt ontmoedigd, voelt zich van het kastje naar de muur gestuurd, en zijn psychische problemen worden alleen maar erger. De situatie van Lucas staat niet op zichzelf: omdat het bijna nooit mogelijk is om een eenduidige diagnose te stellen, zeker niet wanneer mensen te maken hebben met meerdere psychische problemen, ziet Monninkhof in haar spreekkamer vaak een vicieuze cirkel van schrijnende situaties.
"Psychisch lijden komt niet voor in hokjes, het loopt allemaal door elkaar”
Psychiater prof. dr. Jim van Os
De weg naar herstel
Volgens jeugdpsychiater prof. dr. Floortje Scheepers (UMC Utrecht) zijn de problemen in de GGZ ontstaan omdat we een verkeerde manier van denken toepassen op psychische zorg: “Namelijk het idee dat er iets mis is in het individu wat je kan oplossen in de GGZ.” Maar onze psyche ontstaat in interactie, je brein verwerkt alles in een bepaalde context. De psycholoog of psychiater moet er dus achter komen welke contexten ervoor hebben gezorgd dat Lucas psychische problemen ervaart en verslaafd is. Lucas zal een vertrouwensband moeten opbouwen met zijn hulpverlener, om moeilijke en emotionele verhalen uit zijn verleden te kunnen bespreken. Van Os: “Waarom werkt een behandeling? Omdat een ander persoon jou liefdevol helpt om naar de situatie te kijken en jou naar de verandering brengt.”
Die vertrouwensband is dus belangrijk, want pas dan kan een psycholoog je gaan helpen. Maar voordat deze vertrouwensband er is, zijn er nog heel wat obstakels die overkomen moeten worden. En dit begint al bij de doorverwijzing van de huisarts: “Hoe weet je als huisarts naar wie je een patiënt moet sturen om dit te bereiken?” vraagt Monninkhof zich af. Het antwoord moeten we haar schuldig blijven. “Bij de crisisdienst ziet iemand in een weekend 6 verschillende gezichten van hulpverleners”, vertelt Scheepers. Met zoveel verschillende mensen kun je natuurlijk geen band opbouwen om je diepste gevoelens te uiten. En als Lucas, nadat hij van de ene naar de andere instantie is gestuurd, eindelijk een psycholoog spreekt, kan het best zo zijn dat deze na 3 weken weer op een andere baan zit. Dan moet hij dus bij een andere psycholoog opnieuw beginnen. Het is inmiddels vele maanden later, en aan zijn herstel is hij dan nog niet eens begonnen.
Wat kunnen we doen?
Volgens de sprekers moeten we voor ons mentale welzijn de focus verleggen naar het grotere geheel: zo goed mogelijke zorg voor zo veel mogelijk mensen, ook wel public health genoemd. Daarvoor moeten we ons heil niet alleen zoeken in de GGZ, maar vooral bij onszelf. We moeten meer met de mensen in onze omgeving gaan praten over de dingen die niet goed gaan en de fouten die we maken. Monninkhof roept op om het heft in eigen hand te nemen om het onbespreekbare bespreekbaar te maken: “Het is misschien lastig, maar begin zelf eens met erover praten. Dan zul je zien dat anderen het ook gaan doen.”
* Lucas is een fictief personage, dit verhaal dient slechts om een beeld te schetsen van wat veel mensen meemaken in de GGZ.