Zorgen over de zorg
Stel je een achtjarig kind voor. Haar ouders liggen in scheiding. De spanningen lopen thuis zo hoog op, dat het kind er flink onder te lijden heeft. Angstproblemen spelen op, op school gaat het steeds slechter en uiteindelijk valt het kind uit. De leerkracht klopt aan bij het wijkteam, die eerst kijkt of er vrijwillige, laagdrempelige zorg kan worden geboden. Maar de problemen houden aan en het wijkteam maakt een melding bij Veilig Thuis, die de zaak vervolgens bij de Raad voor de Kinderbescherming neerlegt.
De kans bestaat dat dit kind in de huidige jeugdzorg niet de hulp krijgt die het nodig heeft. Onderzoek wijst uit dat het in 9 van de 13 gevallen niet lukt om een kind aan een jeugdbeschermer te koppelen. En in het geval van een uithuisplaatsing wordt er vaak onvoldoende toegewerkt naar een terugplaatsing, met schrijnende situaties tot gevolg. Ondertussen blijven de problemen in de jeugdzorg zich opstapelen. Hoe zorgen we dat kinderen de zorg krijgen die ze verdienen?
Wat is jeugdzorg?
Nog even wat feiten op een rijtje. Het begrip jeugdzorg is sinds 2015 een verzamelnaam voor jeugdhulp, jeugdbescherming en jeugdreclassering. Onder jeugdhulp valt alle hulp bij psychische problemen, verstandelijke beperking en opvoedproblemen, variërend van lichte problemen (waaronder ook gewone opvoedvragen) tot en met intensieve, gespecialiseerde zorg, eventueel in een gesloten instelling. Jeugdbescherming wordt ingezet als kinderen thuis niet veilig kunnen opgroeien: de rechter kan dan tot een ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing besluiten.
Jurist dr. Joost Huijer (UU) houdt zich als onderzoeker bezig met de rechtvaardiging van kinderbeschermingsmaatregelen en erkent de problemen die spelen in jeugdbescherming. Die problemen, zegt hij, hebben alles te maken met wat er gebeurt vóórdat de rechter ingrijpt. “Als de hulp eerder goed georganiseerd wordt en effectief is, dan kunnen vergaande maatregelen als uithuisplaatsingen vermeden worden.”
Kritiek op kwaliteit
Ook op de kwaliteit van de geboden hulp is kritiek. Jongeren en kinderen krijgen een hele rits aan behandelingen aangeboden, die vaak niet het gewenste resultaat hebben. Volgens forensisch orthopedagoog prof. Jessica Asscher is de effectiviteit van veel interventies niet goed onderzocht en dus is het niet duidelijk wat wel en niet werkt, en voor wie. Asscher: “We moeten niet allen de vraag stellen óf het werkt, maar ook voor wie het werkt.”
Dat betekent overigens niet automatisch dat de meeste interventies ineffectief zijn. Wél signaleert Asscher dat er bij kinderen die in de jeugdzorg terechtkomen vaak meer speelt dan waar ze voor behandeld worden. Denk aan armoede of in het verleden opgelopen trauma’s. Maar het systeem is er niet op gericht om die problemen aan te pakken.
It takes a village to raise a child
Ook jeugdpsychiater prof. Floortje Scheepers ziet dat er te weinig aandacht is voor de sociale context waarin mentale of gedragsproblemen ontstaan. “Het is eigenlijk een heel rare oplossing om iets daar waar het ontstaat weg te halen, het ergens anders proberen te ‘fixen’ en dan weer terug in de maatschappij te plaatsen.” Om de problemen in de jeugdzorg aan te pakken, zouden we ons volgens Scheepers eerst moeten afvragen hoe het komt dat er zoveel jongeren en kinderen met psychische problemen bij jeugdzorg terechtkomen en wat we daar als maatschappij aan kunnen doen.
“We leven in een samenleving die sterk gericht is op individuele prestatie. Falen mag niet meer en wordt in onze maatschappij als probleem bestempeld, terwijl struikelen bij het leven hoort en zelfs essentieel is.” Jongeren geven aan dat ze vaak niet goed met hun omgeving kunnen praten over hun mentale problemen. En zo is de stap naar professionele jeugdzorg snel gemaakt. Volgens Scheepers is het belangrijk om de sociale cohesie weer te versterken, zodat kwetsbaarheid en zorgen voor elkaar weer een plek krijgen in onze maatschappij. Dan zullen minder kinderen en ouders aankloppen bij jeugdzorg.
Het probleem van problematisering
De huidige problemen in de jeugdzorg en een aantal dramatische incidenten, zoals de uithuisplaatsingen als gevolg van de Toeslagenaffaire, zorgen dat de jeugdzorg momenteel onder een politiek vergrootglas ligt. Het idee overheerst dat geen kind mag ontsnappen aan zorg, met meer meldingen tot gevolg. Maar de druk die door het willen uitsluiten van ieder risico op het systeem komt te liggen is enorm, stelt Huijer. En dat is onacceptabel. “De vraag is ook of we bereid zijn te accepteren dat je niet alle risico’s kunt uitsluiten en dat er dus soms weleens iets heel erg gebeurt.”