De coronacrisis onderstreept financiële privileges

Sinds het uitbreken van de coronacrisis hebben Nederlandse huishoudens “exceptioneel” veel gespaard. Wat blijkt, dit geld kwam vooral terecht op de spaarrekeningen van Nederlanders met een bovenmodaal inkomen. Wat doet deze financiële ongelijkheid met onze maatschappij?
Leestijd 2 minuten — Di 4 mei 2021

De Nederlandse Bank liet het eerder dit jaar al weten: we hebben massaal geld gespaard in 2020. Bijna 42 miljard euro, om precies te zijn. Dat is aanmerkelijk meer dan voorgaande jaren. Zo kwam er in 2019 “slechts” 21 miljard bij en in 2018 minder dan 10 miljard. Deze recordhoeveelheid spaargeld is niet zo gek, want met alle coronarestricties bleef er niet veel over om ons geld aan uit te geven. Een belangrijke kanttekening is dat dit geld vooral is bijgeschreven op de spaarrekeningen van de huishoudens met een bovenmodaal inkomen. ING-hoofdeconoom Marieke Blom legt in een NOS-artikel uit: “Als je iedereen 100 euro geeft, dan zetten mensen met een goed inkomen het vooral op de bank. Lagere inkomens zullen het sneller uitgeven.”

Dus, hoewel het spaargeld bij meer mensen toe- dan afnam, zijn de verschillen tussen hogere en lagere inkomens qua spaarvermogen alleen maar toegenomen. Dit blijkt uit een recente enquête van de Rabobank onder ruim 1500 Nederlanders. Een kwart van de zelfstandig wonende Nederlanders geeft zelfs aan geen of nauwelijks financiële buffers te hebben, ook niet in coronatijd. Hoe erg is dat?

ONGELIJKHEID IS ONGEZOND

Mensen met een lager inkomen kunnen minder gebruik maken van hulpbronnen. Dit kan leiden tot serieuze gevolgen: een slechte gezondheid, obesitas, geweld, drugs, of mentale ziekten. Maar, ongelijkheid is niet alleen een probleem van de armen, legt econoom dr. Robert Went (WWR) uit in de lezing “Hoe ongelijk is Nederland”. Uiteindelijk hebben we als samenleving allemaal last van de negatieve gevolgen. Meer ongelijkheid leidt bijvoorbeeld tot minder opwaartse sociale stijging, minder vertrouwen tussen burgers onderling en minder politiek vertrouwen onder burgers. Daarnaast zorgt ongelijkheid ook voor schade aan de economie zelf: het remt de groei én draagt bij aan economische instabiliteit.

Dus hoewel we met deze gemiddelde cijfers over het groeiende spaarvermogen geneigd zijn te denken dat het financieel “exceptioneel” goed gaat met ons Nederlanders, laten ze niet het hele verhaal zien. “Het is belangrijk om je niet blind te staren op cijfers, maar naar de mensen te blijven kijken,” aldus Went.