De COP27, oftewel de 27-ste klimaattop van de Verenigde Naties, is weer voorbij. Terwijl er wisselende reacties op de uitkomsten zijn, blijken een flink aantal landen trots op het akkoord. Dit gaat dan vooral over het compensatiefonds, dat klimaatschade en verlies in kwetsbare landen zou aanpakken. Het is een “baanbrekende overeenkomst die ons vooruit brengt”, aldus de VN. Zo’n fonds was al langer het doel van kwetsbare landen: zij vinden dat rijke landen de verantwoordelijkheid moeten nemen voor de schade die de door hun veroorzaakte klimaatverandering brengt. Dit doel hebben ze dus bereikt.
Maar wat hebben die landen hieraan in de praktijk? Het fonds erkent dat de landen die het meeste schade lijden, het minst aan het klimaatprobleem bijdragen. Door de financiële compensatie moeten de rijke landen hun verantwoordelijk erkennen en komt er geld vrij voor reparatie van allerlei klimaatschade, zoals droogte en overstromingen. Maar tegelijkertijd heeft de klimaattop op mitigatie-niveau niks voor elkaar kunnen krijgen – zo zijn er geen afspraken gemaakt over het verminderen van het gebruik van fossiele brandstoffen. Zolang rijke landen met hun overconsumptie zorgen voor de uitstoot van CO2 blijft de kern van het probleem bestaan. Het is dus dweilen met de kraan open...
In de reeks ‘Met het doel voor ogen’ keken wetenschappers met een kritische blik naar de duurzame doelen die na jaren overleg zijn geformuleerd. Politicoloog prof. dr. Barbara Hogenboom legt uit dat de doelen nog verre van perfect zijn, en dat er veel ingeleverd wordt om alle landen blij te houden. Zij benadrukt dat het belangrijk is om te luisteren naar de leiders van kwetsbare landen en te kijken naar de bestaande machtsverhoudingen. Alleen zo kun je de afspraken die op mondiaal niveau genomen worden (en vooral niet genomen worden) begrijpen. Kijk de opname hier terug!