Voel jij je thuis op de universiteit?

Universiteiten in Nederland noemen zich graag open en gastvrije instituten. Toch zijn er zat hoorcolleges waar er bijvoorbeeld slechts een enkeling een hoofddoek draagt. Hoe welkom voelen studenten met een niet-westerse migratieachtergrond zich eigenlijk op de universiteit?
Leestijd 4 minuten — Do 20 juni 2019

Een van de uitgangspunten van de Universiteit Utrecht is dat studenten met een grote verscheidenheid aan achtergronden zich welkom moeten voelen. Maar hoe goed slagen ze daarin? Ik sprak een aantal studenten met een niet-westerse migratieachtergrond over hun thuisgevoel en het belang van diversiteit op de universiteit. Er is veel ruimte voor verbetering, vindt Donya Yassine, studente Pedagogische Wetenschappen. “Als ik door Utrecht loop, zie ik veel mensen met verschillende achtergronden. Maar die diversiteit zie je niet terug op de universiteit”.

Dit artikel valt onder het dossier: Diversiteit op de universiteit

Wit en westers

De universiteit is een ‘heel wit en westers’ instituut volgens de studenten die ik sprak; er is weinig te merken van etnische en culturele diversiteit. “In een hoorcollege met honderden mensen, ben ik vaak een van de weinigen met een hoofddoek”, vertelt Meyra Yildiz*, studente Sociale Wetenschappen.

Dit gebrek aan diversiteit is in verschillende aspecten terug te zien: in de studenten- en docentenpopulatie, maar bijvoorbeeld ook in het curriculum. Zo is de lesstof volgens Donya vooral gericht op het westerse perspectief. “We krijgen bijna uitsluitend artikelen uit Amerika te lezen, terwijl er bijvoorbeeld in China ook veel onderzoek gedaan wordt,” stelt ze. “Als hier meer aandacht voor was zou je over meerdere perspectieven kunnen leren, maar nu krijgen studenten alleen het westerse perspectief mee.” Het meekrijgen van verschillende perspectieven is volgens Donya belangrijk als voorbereiding op de diversiteit in het werkveld. Dit is vooral van belang bij beroepen waarbij je veel met mensen werkt. Als dokter, psycholoog of docent. Maar ook wanneer je collega’s hebt met uiteenlopende achtergronden is kennis over diversiteit belangrijk. Anders kan er miscommunicatie ontstaan tussen professionals en cliënten of tussen collega’s. Denk aan verpleegkundigen of artsen die soms gesprekken over het naderende einde moeten voeren. Dat is niet in elke cultuur even vanzelfsprekend. Zo is het voor sommige moslims een taboe om te spreken over de dood. Volgens hen weet namelijk alleen God wanneer iemand sterft. Of denk aan verschillende vormen van communicatie bij samenwerking tussen mensen met verschillende culturele achtergronden. De directheid van Nederlanders staat bijvoorbeeld tegenover het belang van relatienetwerken en introducties in andere, vaak niet-westerse, culturen, en dit kan samenwerking moeizamer maken.

Thuisvoelen

Sommige studenten voelen zich, ondanks het gebrek aan diversiteit, toch thuis op de universiteit, zij het dat ze dit ‘thuisgevoel’ anders invullen dan de meeste studenten. Meyra: “Nederlandse studenten krijgen echt een ‘studentenleven’ wanneer ze naar de universiteit gaan. Ze gaan op kamers, worden lid bij een vereniging en gaan veel uit. Voor mij is naar de universiteit gaan gewoon onderwijs, het verandert mijn leven verder niet.” Amina Demir*, studente Farmaci, voelt een grotere afstand, en zegt soms zelfs met uitsluiting te maken te hebben. “Bij studieverenigingen worden bij de meeste activiteiten alcohol geschonken. Veel moslimstudenten kunnen hier niet aan meedoen en worden dan bewust of onbewust buitengesloten.” Hiernaast merken een aantal studenten op dat er groepsvorming plaatsvindt op de universiteit. Mensen trekken naar anderen die in etnisch of cultureel opzicht gelijk zijn. Meyra merkt dat ze dit ook zelf doet: “Ik heb eigenlijk alleen maar vrienden met een niet-westerse achtergrond.” Er is begrip voor onder de studenten. Je bent nu eenmaal graag met mensen wiens ideeën, normen en waarden je deelt. Maar Donya ziet er ook een nadeel in: “Diversiteit is superfijn om te hebben, maar het heeft niet zoveel zin als werelden apart blijven.”  

Dat de Universiteit Utrecht, maar ook andere universiteiten, weinig divers zijn, is volgens de studenten een complex, maatschappelijk probleem. Maar waar ligt het in het Utrechtse geval nu aan? “In mijn omgeving hoor ik middelbare scholieren met een niet-westerse migratieachtergrond tegen elkaar zeggen dat je niet naar de Universiteit Utrecht moet gaan, omdat het er te wit is. Je zou volgens hen beter naar de VU of de Erasmus kunnen gaan, waar meer diversiteit is,” zegt Donya. Ook Meyra stelt dat de VU en de Erasmus een betere reputatie hebben als het om diversiteit gaat, en dat dit volgens haar ook één van de redenen is dat veel studenten met een niet-westerse migratieachtergrond voor deze universiteiten kiezen. Toch kozen Donya en Meyra voor de Universiteit Utrecht. Vanwege de kwaliteit van het onderwijs. En omdat overeenkomst in achtergrond volgens hen geen vereiste is om je ergens welkom te voelen. 

Hype

De studenten die ik spreek merken dat er vanuit universiteiten steeds meer aandacht is voor diversiteit. Ze zien dat er diversiteitsbeleid ontwikkeld wordt en dat er initiatieven opkomen om inclusie te bevorderen. Ze zijn hier overwegend positief over. Wel stelt Donya een kanttekening bij de sterk toegenomen aandacht. “Ik ben bang dat het een hype is en dat iedereen straks denkt: we zijn er nu zo lang mee bezig geweest, nu is het wel weer tijd voor iets anders.” Ze zou het begrijpen als mensen zo zouden reageren, maar hoopt dat het een blijvend streven is.

*Niet haar echte naam

Pascalle Heijligenberg, student-assistent bij Studium Generale, schreef een blogserie over diversiteit op de universiteit. Zie hier de overige blogs:

- 4 juli:            Is de universiteit te wit?
- 25 juli:          De studiesucces-kloof
- 1 augustus:  Naar een inclusieve universiteit