Waanzin
Het aantal kinderen met ADHD of andere gedragsstoornissen is de laatste jaren explosief gestegen. Net zoals het aantal burnouts. Betekent dit dat er steeds meer overspannen volwassen en slecht hanteerbare kinderen zijn? Prof. dr. Joost Vijselaar vertelt in de derde lezing van de reeks Waanzin dat in een ver verleden veel mensen leden aan neurose en dat wat minder lang geleden in de jaren 70, de 'meervoudige persoonlijkheidsstoornis' een opmars maakte. Nu zijn beiden zo goed als verdwenen. Dat wekt de suggestie dat ziektebeelden tijdsgebonden en misschien zelfs ook maakbaar zijn.
Geschiedenis in vogelvlucht
De geschiedenis van de psychiatrie begon in de zestiende eeuw met de oprichting van zogenaamde dolhuizen. Dat waren plaatsen waar krankzinnigen werden 'bewaard', opgesloten in hokken zodat ze geen gevaar voor de samenleving zouden zijn. Echte behandeling kwam pas in de achttiende eeuw. De waanzinnigen werden geplaatst in gestichten waar ze orde, arbeid en ontspanning kregen. Naast krankzinnigheid werd er ook een milde vorm van psychische aandoening onderscheiden, de zogenaamde zenuwziekte. Deze ziekte hield in dat de zenuwen te actief of juist te zwak waren, waardoor mensen overspannen raakten. Mensen die hieraan leden gingen naar kuuroorden om daar te herstellen. Er heerste dan ook een sfeer van optimisme: gekte was te genezen! Dit geloof in de herstelbaarheid van krankzinnigheid en zenuwlijden gaat echter ten onder aan het einde van de negentiende eeuw. De resultaten van de behandelmethodes vallen tegen. Rust en frisse lucht leiden niet tot genezing.
Lichaam en geest
Geestesziekten worden in de late negentiende eeuw daarom opgevat als hersenziekte. De oorzaken van psychische stoornissen worden gezocht in het brein. Gekte krijgt een biologisch accent. Men vat krankzinnigheid op als erfelijk, waarbij sprake is van een voortschrijdende aftakeling over verschillende generaties. Aan het begin van de twintigste eeuw komt er daarnaast aandacht voor sociale factoren die een rol spelen bij psychische aandoeningen. De aard van een aandoening wordt beïnvloed door het milieu waaruit iemand komt. Daarmee komt ook de opvatting tot stand dat als men iets verandert in het sociale milieu, opname dan ook verkort of voorkomen kan worden.
De mondige patiënt
We zien dus hoe behandelingen eeuwenlang plaatsvinden onder het criterium van 'bestwil'. De kundige psychiater had het beste voor met de patiënt, en de patiënt kon niets anders dan deze behandeling ondergaan. Vanaf de jaren zeventig – die bekend staan om de golf van emancipatie – zien we dat de mondige patiënt zijn intrede doet. Die strijdt voor rechten en medezeggenschap. Met resultaat: er komt een cliëntenbond en de rechtspositie van de patiënt verbetert. Prof. Vijselaar beschouwt dat als een structurele verandering in de psychiatrie. Patiënten heten nu cliënten en worden niet langer weggestopt in afgelegen plaatsen. Niet de samenleving uit, maar de samenleving in.
Conjunctuurgekte
Deze kleine historie van de psychiatrie leert ons dat wat 'normaal' en wat 'waanzin' is, afhankelijk is van de tijd en samenleving. Wie patiënt is en waarom, hoe men diagnoses stelt en welke behandeling men nodig acht is veranderlijk. De geschiedenis herhaalt zich weliswaar nooit exact hetzelfde, maar toch zie je bepaalde aspecten vaker terugkeren. De ene keer ligt de nadruk op biologische processen, de andere keer ligt de focus juist op de maatschappij die geestelijke kwalen veroorzaakt. Ziektebeelden treden op als een soort conjunctuur. Misschien hoeven we ons dus ook niet zo druk te maken over onze hedendaagse situatie. Zoals Vijselaar al aangeeft: het zou goed kunnen dat over 20 jaar geen kind meer ADHD heeft. Toch moeten we er voor waken deze nuance te ver door te voeren. Vijselaar stelt dat geestesziekte heus meer is dan een maatschappelijk construct. Er is wel degelijk sprake van echt leed: het is niet allemaal aangepraat.
Meer weten over de geschiedenis van de psychatrie? Kijk de hele lezing van prof. dr. Joost Vijzelaar terug onder Elke tijd zijn eigen gekte. Volgende week, op woensdag 26 februari, gaat prof. dr. Marcel van den Hout met ons in op de oorzaken van angst.