Back to the future
Hoe zie jij de natuur? Een bos dat voor de één heilig is en onaangeraakt moet blijven, is voor de ander een onmisbare bron van inkomsten of de ideale plek voor een zondagse wandeling. Groei je op in het centrum van Utrecht, dan zie je de natuur anders dan wanneer je opgroeit in de Andes en 'Moeder Aarde' je belangrijkste God is. Hoe je de natuur ziet, hangt dus ook af van je culturele omgeving.
Milieufilosoof prof. dr. Matthijs Schouten (Natuurbeheer, WUR) onderscheidt vier basishoudingen: eigenaar, rentmeester, partner of deelnemer. Vroeger zagen we onszelf vooral als eigenaar van de natuur, tegenwoordig steeds meer als partner. We vinden natuur steeds belangrijker. Problematisch is dat we daar nog steeds niet naar leven.
Mens boven natuur
Als 'eigenaar' sta je boven de natuur. Het bos is er voor jou, het is er om van te genieten, het te gebruiken. Schapen zijn er voor de wol van je kleding, en koeien zijn er om te eten. Je mag vanuit deze houding dan ook best een stuk bos kappen om een huis te bouwen, als je daar als mens maar beter van wordt.
Dan is er het rentmeesterschap. Ook hier sta je boven de natuur, maar dat betekent niet dat je er mee mag doen wat je wilt. Je hebt de aarde in bruikleen van je kinderen en volgende generaties en je wil niet dat zij het slachtoffer worden van grote milieurampen, droogte of voedselschaarste. Je past even op de natuur, totdat je haar weer doorgeeft aan volgende generaties.
Partners van de natuur
Tegenwoordig zien steeds meer mensen zichzelf als 'partner' van de natuur. Dieren zijn weliswaar geen mensen, maar wel onze 'medebewoners', waarmee we de aarde delen. Niet alle natuur is van de mens om van te genieten. In stiltegebieden bijvoorbeeld, moeten dieren ongestoord hun gang kunnen gaan.
De laatste visie gaat zelfs nog een stapje verder: je bent daarin één met de natuur. Je kan jezelf in deze visie niet scheiden van de natuur, omdat je er deel van uitmaakt. Natuurbehoud is daarmee gelijk aan zelfbehoud. De verschillende grondhoudingen zijn niet statisch. Niet iedereen valt op elk moment precies in te delen in een van de vier, maar het toont grofweg categorieën op een glijdende schaal. Bovendien kunnen verschillende houdingen met elkaar in botsing komen.
Conflicterende wereldbeelden
De meest bijzondere plekken op aarde zijn vaak precies de plekken waar die visies botsen. Neem bijvoorbeeld Ayers Rock. Elke backpacker die in Australië is geweest kan zich deze plek voor de geest halen. De enorme rots in het midden van de woestijn is een bijzonder natuurverschijnsel, en een ultieme uitdaging om te beklimmen. Maar de lokale bevolking verbindt hele andere waarden aan de steen. Zij zien hem als heilig en als deel van hun geschiedenis. Zo leiden verschillende visies op natuur tot conflict, merkt religiewetenschapper prof. dr. Martha Frederiks (Religiewetenschap, UU) op. Denk bijvoorbeeld ook aan de Grand Canyon, een topattractie voor toeristen, een belangrijke vindplaats van uranium én woongebied van de Native Americans. Hoe bepaal je hoe je met de Grand Canyon omgaat? Wie heeft er gelijk?
Zelfs multinationals gaan overstag
Economische argumenten wegen (gelukkig) lang niet altijd zwaarder dan religieuze. Het conflict rondom de zeekoe in Japan illustreert dit. Voor sommige Japanners is het lelijke dier heilig. Greenpeace maakte handig gebruik van dit gegeven en spande samen met de lokale bevolking een rechtszaak aan om te voorkomen dat Amerika haar legerbasis zou uitbreiden in het leefgebied van de zeekoe. En ze hadden succes: de bouw werd opgeschort. Religieuze visies kunnen dus worden ingezet om de natuur te beschermen. Niet alleen backpackers, maar zelfs multinationals zijn dus te overtuigen met religieuze argumenten volgens Frederiks. Een machtig bedrijf als Shell vindt misschien zelf niet dat de natuur intrinsieke waarde heeft, maar wil ook niet negatief in de publiciteit komen door voorbij te gaan aan de religie van lokale mensen. Hun reputatie is een groot goed.
Steeds meer natuurgericht
Conflict ontstaat niet altijd alleen tussen verschillende partijen maar ook in onszelf. In het Westen vinden we de natuur steeds belangrijker, maar dit blijkt nog niet uit ons gedrag. Tussen visie en handelen zit nog een grote kloof, merkt Schouten op. We zien onszelf weliswaar steeds meer als partners van de natuur, maar gaan ook graag met het vliegtuig op vakantie, kiezen in de supermarkt voor plofkip en douchen het liefst dagelijks. Het blijkt moeilijk onze idealen na te leven. Onze houding ten opzichte van de natuur hangt bovendien af van de context. Zo genieten we op zondag van een wandelingetje door het bos, en voelen we ons helemaal één met de natuur, terwijl we op maandag toch de auto naar het werk pakken. Een 'duurzame visie' is dus niet genoeg. Actie is belangrijk.
Maar wij zijn niet het enige probleem. Opkomende landen als China en India willen een inhaalslag maken op het Westen. Ook daar willen ze allemaal een auto en elke dag vlees eten. Zij lijken juist een omgekeerde ontwikkeling door te maken, en voelen zich steeds meer eigenaar van de natuur. Hoe we daarmee om moeten gaan, is een van de grootste uitdagingen van de komende tijd.
Wil je meer voorbeelden horen van verschillende (religieuze) visies op natuur? Kijk dan de lezing 'Religie, cultuur en natuur' terug en kom er met het mini-experiment van prof. Schouten achter wat jouw houding tegenover de natuur is.