Wat voor wetenschap is de filosofie?

De filosofie heeft zich ontwikkeld als academische discipline. Maar hoe wetenschappelijk is de filosofie nou eigenlijk?
Leestijd 3 minuten — Do 10 maart 2016
Filosofisch Café

Van het trillende universum tot het bestaan van het Higgs-deeltje: we weten steeds meer over hoe de natuur in elkaar steekt. Maar hoe zit het eigenlijk met de filosofie? Wat heeft de moeder der wetenschappen nog toe te voegen aan onze kennis van de wereld? Hoe moet ze verder, nu zelfs háár studieobject – de geest – door neurowetenschappers wordt overgenomen? Heeft ze wel wetenschappelijke waarde?

Volgens de beroemde astrofysicus Neil deGrasse Tyson is dat niet meer het geval. “Useless” noemde hij de filosofie in een aflevering van The Nerdist Podcast. In het derde Filosofisch Café van dit seizoen probeert dr. Carlo Ierna (Filosofie, UU) ons van het tegendeel te overtuigen. Leidraad daarbij is het denken van de Duitse psycholoog en filosoof Franz Brentano (1838-1917), die zich rond 1900 voor dezelfde vragen zag staan. Zijn voorstel? Filosofie als keiharde wetenschap.

Filosofie is "useless" volgens astrofysicus en wetenschapscommunicator Neil deGrasse Tyson.

Natuur en geest

In de tweede helft van de 19e eeuw ging het rap met de natuurwetenschap. Ze specialiseerde zich razendsnel en waar voorheen al het experimentele en empirische onderzoek onder de noemer filosofie viel, vormde ze nu een apart gebied. Filosofen moesten zich dus herbezinnen op de functie van de filosofie. Hoe kon ze wetenschappelijk worden? Volgens de invloedrijke Duitse filosoof Hegel had de filosofie niet echt een eigen domein, maar een eigen methode, namelijk: speculatie. Niet echt empirisch dus. Niet de ervaring was de bron van kennis, maar het denken zelf.

Gaandeweg ontstond het idee dat de filosofie wel degelijk een eigen domein had: niet de fysieke wereld buiten ons, maar onze binnenwereld, de psyche. Zo'n wetenschappelijke filosofie moest gebaseerd worden op de experimentele psychologie—een idee dat zo populair werd, dat in Duitsland veel experimenteel psychologen filosofische leerstoelen kregen. Door te experimenteren zou de link tussen de natuur en de geest kunnen worden ontdekt. Maar wat is de geesteswetenschap dan nog meer dan een afgeleide van de natuurwetenschap? Kan ze nog wel claimen dat ze de 'geest' bestudeert als ons denken en bewustzijn slechts effecten zijn van natuurlijke processen in het brein?

Is de geesteswetenschap meer dan een afgeleide van de natuurwetenschap?

Doorgeschoten?

Voor Brentano was er wel degelijk een wetenschappelijke rol voor de filosofie in het bestuderen van de 'geest'. Sterker nog: hij vond dat de filosofie zich moest vernieuwen en zich daarbij moest laten inspireren door de natuurwetenschap. De methode van de wetenschappelijke filosofie die hij voor ogen had was niet wezenlijk anders dan die van de natuurwetenschap, namelijk: gedetailleerd, empirisch onderzoek. Maar ze had wel degelijk een eigen domein - de mentale wereld - die volgens Brentano niet kon worden gereduceerd tot natuurlijke processen. Deze nieuwe filosofie was een wetenschap van het bewustzijn die zich sterk baseerde op empirisch psychologisch onderzoek. Voor meer informatie over Brentano's ideeën, verwijs ik door naar dit blog van Carlo Ierna.

'De filosofie had nooit gespecialiseerd mogen worden'

Tegenwoordig zijn niet alle filosofen blij met de wetenschappelijke route die de discipline heeft genomen. De Amerikaanse filosofen Robert Frodeman en Adam Briggle (University of North Texas) stelden onlangs nog in de New York Times dat de zwakke positie van de filosofie in de samenleving te wijten is aan die wetenschappelijke omslag. Waar filosofen zich eerst overal in de samenleving bevonden, moesten ze voortaan opereren binnen de grenzen van de universiteit. Filosofie was gedwongen zich als discipline te definiëren, met een eigen taal en eigen methodes, kortom: een eigen domein. Filosofie als producent van onderzoeksartikelen dus, haar succes gebaseerd op publicaties in peer-reviewed tijdschriften.

Frodeman en Briggle zijn duidelijk: de filosofie had nooit gespecialiseerd mogen worden. “Rather than being seen as a problem, 'dirty hands' should have been understood as the native condition of philosophic thought - present everywhere, often interstitial, essentially interdisciplinary and transdisciplinary in nature. Philosophy is a mangle. The philosopher's hands were never clean and were never meant to be.” Wil de filosofie dus weer enige rol van betekenis spelen in de maatschappij, dan moet ze haar grenzen verleggen. Het Filosofisch Café draagt in ieder geval alvast een steentje bij.

Het volgende Filosofisch Café is op dinsdag 12 april. Dan spreken prof. Jan Bransen en dr. Thecla Rondhuis over het nut van filosofie bij het opvoeden.