Geloof je het zelf?
Over mensen uit Staphorst of Urk wordt regelmatig gekscherend gesproken vanwege hun geloof. Veel seculiere mensen zijn niet alleen zélf niet gelovig, maar zij vinden het ook moeilijk te beseffen dat andere mensen wél geloven. “Ze vergelijken het met geloven in een sprookje, of noemen geloven een massale psychose” vertelt filosoof dr. Rik Peels (VU).
Maar Peels zet de gelovige gemeenschappen in perspectief: zij hebben een religieuze bubbel in het dorp waar ze wonen, die omringd is door de seculiere bubbel van ons land, die zich weer bevindt in een overwegend religieuze wereld. Dat zij gelovig zijn, is dus niet zo uitzonderlijk. Misschien zijn het de seculiere mensen die het uitzonderlijke gedachtegoed hebben?
Imago van geloof
Religie heeft een negatief imago gekregen door framing, vertelt Peels. Negatieve aspecten die soms voorkomen bij gelovigen, worden daarbij afgebeeld op de hele geloofsgemeenschap. Religie zou onnatuurlijk, ongezond en gevaarlijk zijn. Er is sprake van indoctrinatie en gelovigen hebben een ouderwetse denkwijze op het gebied van rechten voor vrouwen en mensen uit de LHBTI+-gemeenschap. Althans, dat is hoe seculieren het geloof vaak zien.
Een letterlijke lezing van de geschriften van apostel Paulus zal je laten denken dat vrouwen moeten zwijgen in de kerk.
Die ‘ouderwetse’ denkwijze wordt echter door lang niet alle gelovigen gedeeld, benadrukt Peels. De teksten in de Bijbel veranderen niet, maar de mensen veranderen wel. De manier waarop de teksten uit de Bijbel worden gelezen, verandert met onze cultuur mee. Hoewel een letterlijke lezing van de geschriften van apostel Paulus je zal laten denken dat vrouwen moeten zwijgen in de kerk, zijn er ook verhalen in de Bijbel van vrouwelijke leiders in de kerk en vrouwen die het volk Israël leidden. Het is dus niet de letterlijke tekst in de Bijbel, maar vooral de culturele interpretatie hiervan, die de denkwijze van gelovigen in een specifieke tijd en kerk bepaalt.
Kunnen mensen weten dat God bestaat?
Om erachter te komen of God bestaat, past Peels een soortgelijke logische redenatie toe als die wordt gebruikt om tot wetenschappelijke feitenkennis te komen. Voordat je kan zeggen dat iets een feit is, moet je kennis voldoen aan drie voorwaarden. De eerste voorwaarde is waarheid. “Je kunt alleen iets weten, als het zo is. Ik kan nu niet weten dat Barcelona de hoofdstad van Frankrijk is, want het is niet zo.” De tweede voorwaarde is geloof. Je moet ervan overtuigd zijn: soms is iets wel waar, denk aan een complexe wiskundige analyse, maar alleen als je erover na hebt gedacht en ervan overtuigd bent dat het waar is, dan pas kun je zeggen dat je het weet. De derde voorwaarde is rechtvaardiging: het kan niet een totaal wilde gok zijn. Je moet een rechtvaardiging voor je standpunt hebben in de vorm van argumentatie of ervaring.
In religieuze context kunnen onder andere de eigen ervaringen, bidden, heilige geschriften, imitatie van mensen die je bewondert, getuigenissen van anderen en verschillende argumentaties er volgens Peels voor zorgen dat mensen weten dat er een god bestaat.
Uiteraard roept dit nieuwe vragen op, bijvoorbeeld met betrekking tot de eerste voorwaarde: waarheid. Als iemand denkt dat Barcelona de hoofdstad van Frankrijk is, kan dit worden ontkracht, en daarmee kan worden gezegd dat deze persoon het niet weet. Zal dit ontkrachten of bevestigen ook ooit mogelijk zijn met betrekking tot het bestaan van God? En als kennis over het bestaan van God voortkomt uit eigen ervaringen, hoe moeten we die ervaringen van mensen dan waarderen?
Religie en wetenschap
Vroeger werd gedacht dat de verspreiding van wetenschappelijke kennis en technologie er vanzelf voor zou zorgen dat het geloof werd verdreven, en de wereld seculier werd. Waarom is dat dan niet gebeurd? “Omdat religie en wetenschap helemaal niet in oorlog zijn met elkaar”, zegt Peels. Als je naar de geschiedenis kijkt, staan religie en wetenschap bijna altijd harmonieus naast elkaar en doen gelovige mensen ook wetenschappelijk onderzoek.
“Zelfs het stichten van de universiteiten, bolwerk van de wetenschap, gebeurde op basis van het religieus geloof”, vertelt Peels. Gelovigen waren ervan overtuigd dat Adam en Eva volledige kennis hadden over de empirische werkelijkheid, die verloren is gegaan door de zondeval, en dat deze kennis hersteld moest worden.
Met het tegen elkaar opzetten van religie en wetenschap, worden ook gelovige en seculiere mensen onnodig tegen elkaar opgezet. “Uiteraard is het belangrijk om elkaars ideeën te blijven bevragen”, benadrukt Peels, maar hij zou graag zien dat de manier van debatteren verandert. “Schilder mensen met een bepaalde geloofsovertuiging niet bij voorbaat al negatief af. Voer in plaats daarvan een gelijkwaardig gesprek, waarin je oprecht luistert om de ander beter te leren begrijpen.”
Wil je meer weten over religie, kennis en wetenschap? Kijk de hele lezing met dr. Rik Peels terug!