De mens ontleed
Wacht. Voor je verder leest, ga eens even na hoe je erbij zit. Rechtop of onderuitgezakt? Hoe strak zit je broek? Ben je verkouden, heb je trek? Wat betekent dat voor je leeservaring? Ook filosoof dr. Jenny Slatman (UvT) analyseert de setting voor ze met haar lezing, de laatste in de serie ‘De mens ontleed’, begint. “Wat zou er gebeuren als ik overgewicht had?” vraagt ze, zittend op een hoge kruk. 'Luisteren naar je lijf' kan belangrijke inzichten opleveren. Over wie je bent en hoe je in het leven staat.
Je bent een lichaam met mogelijkheden
Slatman is hoogleraar Medical Humanities aan de Universiteit van Tilburg. In haar onderzoek draait het om de vraag: Hoe ervaren arts en patiënt het menselijk lichaam? Als filosoof schaart ze zich daarmee achter de fenomenologie, de denkrichting die zich bezighoudt met het beschrijven van menselijke ervaringen. Eén van de pioniers was de Fransman Maurice Merleau-Ponty. Hij stond met zijn invalshoek haaks op het eeuwenoude idee ‘ik denk’. Vanaf de oude Grieken tot diep in de negentiende eeuw werd de mens gedefinieerd als rationeel, denkend wezen. Filosofen hanteerden een strenge scheiding tussen lichaam en geest. Waarbij het denken als belangrijkste werd gezien. Het lichaam een overbodig aanhangsel, een machine. Merleau-Ponty bracht de twee weer bij elkaar.
Hij definieert de mens als ‘belichaamd wezen’. Je hebt niet een lichaam. Je bént je lichaam. Wat betekent dat? Slatman: “Als je je handen tegen elkaar drukt, voel je de hand als object, als ding. Net zoals je een deurklink, het toetsenbord of de vacht van je hond kunt voelen. Maar tegelijkertijd merk je nog iets anders. Namelijk dat het jóuw hand is, die je aanraakt en niet die van een ander.” Via ons lichaam ervaren en weten van alles over de wereld om ons heen. Zonder te kijken kunnen we moeiteloos onze eigen tenen aanraken. Zonder na te denken een glas drinken van tafel pakken en een slok nemen. De mens is een ‘ik kan’, zegt Merleau-Ponty. We ervaren de wereld via de mogelijkheden die ons lichaam heeft. Dat maakt ons mens.
Maar met deze verschuiving van lichaam naar belichaming is de vraag. ‘Wat is de mens’ nog niet volledig beantwoord. Integendeel, door dit nieuwe inzicht kunnen we niets anders dan concluderen dat ‘de mens’ niet bestaat, zegt Slatman. Iedereen heeft een ander lichaam. En beweegt daarmee op unieke manier door de wereld. Daarom kunnen we beter spreken over ‘mensen’.
Ik kan niet?
“We voelen ons doorgaans het lekkerst als we niet over ons lijf na hoeven te denken”, zegt Slatman. Moeiteloos ren je de trap op, buk je om je veters te strikken of loop je te slenteren door de binnenstad. Hoewel iedereen een eigen lichaam heeft met unieke mogelijkheden, krijgt niet elk lichaam de kans om die mogelijkheden te benutten. Ben je heel dik, dan zal je niet graag op een kruk plaatsnemen. Zit je in een rolstoel dan ren je de trap niet op. Ook huidskleur en gender spelen een rol: vrouwen gaan over het algemeen ‘netjes’, met de benen gesloten, op een stoel zitten. Dat wordt hen zo geleerd. Ook zwarte mensen gedragen zich anders in een ‘witte’ omgeving, zo passen ze hun stem aan of hun haardracht.
Sommige lichamen worden dus belemmerd in hun mogelijkheden. De ervaring van een vrij en onverstoord ‘ik kan’, wordt vervangen door een beklemmende nadruk op een ‘ik kan niet’. In zulke gevallen is er sprake van een mismatch tussen mens en omgeving. De vraag is dan, zegt Slatman, waar het probleem ligt. Bij de persoon? Of bij de trap, de kruk of de heersende sociale norm? Soms kan een praktische oplossing het probleem snel verhelpen. Een comfortabele stoel of een lift naar boven kan ‘het lichaam‘ weer naar de achtergrond doen verdwijnen.
Inleven in een ander lijf
Meestal is het echter niet zo simpel. Er zijn ontelbaar veel lichamen en de meeste mensen zullen op enig moment wel eens ‘last’ ondervinden. Met haar verhaal geeft Slatman ons een filosofische onderbouwing voor het idee dat ieder mens uniek is. Iedereen heeft een ander lichaam en staat op een eigen, speciale manier in de wereld. Hoe kunnen we rechtdoen aan de diversiteit van zes miljard aardbewoners en hun unieke belichaming. Een grote, complexe vraag. Maar wellicht geldt ook hier het credo ‘een betere wereld begint bij jezelf’. Probeer goed te luisteren als iemand anders over zijn of haar lichaam vertelt. Wat valt je op? En ga eens na hoe jijzelf belichaamd bent. Wat gaat er soepel? Waar loop je juist tegenaan? Wat verandert er als je rechtop of juist onderuitgezakt naar Netflix kijkt? Slatman geeft een persoonlijk voorbeeld. “Sinds ik ben gaan hardlopen, beleef ik afstanden anders dan daarvoor.” Hoe zit dat bij jou?