Of we nu kijken naar het christendom, de islam of het boeddhisme, religies vormen voor veel mensen een alomvattend verhaal. Een verhaal over hoe de wereld in elkaar zit, waar we vandaan komen, wat goed en slecht is. Het geeft zo grip op het bestaan. Maar ook de wetenschap leent zich hier volgens prof. dr. Paul Ziche goed voor. In een afgeladen filosofisch café sprak hij over vreemde ideeën in de twintigste eeuw. Een aantal filosofen waren zo enthousiast over wetenschappelijke theorieën die in die tijd ontstonden, dat ze die gingen projecteren op andere domeinen. Ze verklaarden er niet alleen de werking van de natuur mee, maar ook samenlevingen, kunst, gedrag en wat goed en slecht is. En zo kon kerst een natuurkundig feest worden.
Een alomvattende theorie
De filosofen die wetenschappelijke theorieën projecteren op de domeinen daarbuiten worden 'monisten' genoemd. Voor hen is er één wetenschappelijk grondbeginsel waarmee alles verklaard kan worden. Zo verklaarde scheikundige Wilhelm Ostwald aan het begin van de twintigste eeuw alles met behulp van de wet van behoud van energie. Deze natuurkundige wet past hij zelfs toe op ethiek aan de hand van zijn 'energetische imperatief'. Energie mag niet verspild worden en moet altijd nuttig gebruikt worden. Oorlog bijvoorbeeld, is slecht, niet omdat mensen gewond raken en sterven, maar omdat het een gigantische energieverspilling is. Denk maar aan een slachtveld met vuur, kanonschoten en geweld. Deze energie ben je kwijt zodra die is ontladen. Je energie kun je beter besteden aan filosofie, kunst of wetenschap. Oorlog is daarom volgens Ostwald immoreel.
Van wetenschap tot kunst tot dagelijks leven
Filosoof en zoöloog Ernst Haeckel (ook begin 20e eeuw) zag alles in darwinistische termen, in termen van overleven en voortplanten. Hij was bijvoorbeeld van mening dat schoonheid niets met het transcendente te maken heeft, iets goddelijks dat mens en natuur overstijgt, maar dat schoonheid in de natuur zelf gevonden kan worden. Een geschilderde Madonna vinden we niet mooi omdat het Jezus afbeeldt in zijn moeders schoot, maar omdat het verwijst naar het succes van onze voortplanting. Ook het dagelijks leven gaven de monisten vorm op basis van de wetenschap. Voor Haekel betekende dit leven in harmonie met de natuur . Ostwald richtte zijn huis zo efficient mogelijk in, om zoveel mogelijk energie te behouden.
Ostwald claimde met behulp van de wetenschap de ware betekenis van kerst te hebben ontrafeld. We vieren namelijk dat de het licht, de energie, terugkeert naar aarde rond de winterzonwende. Dat doen we door kaarsen als symbool voor deze energie in ons huis te plaatsen en we zetten er een boom bij als symbool voor de planten die weer moeten gaan groeien. Dat we daarbij zingen is logisch, we zijn immers blij dat de energie weer gaat toenemen. Zo kan kerst gevierd worden als feest van de natuurkunde.
Paradox
Het klinkt allemaal een beetje als een paradox. De monisten hadden een sterk vooruitgangsgeloof en vertrouwen in de wetenschap en techniek. Ze propageerden een nieuw wereldbeeld, maar incorporeerden oude christelijke rituelen als kerst vieren en preken in hun levensbeschouwing terwijl ze die een nieuwe betekenis gaven. De monisten wilden dus alles veranderen, maar tegelijkertijd alles hetzelfde houden.
Theorie én emoties
Wat maakt een monistische wereldbeschouwing succesvol? Paul Ziche legt uit dat er als basis een wetenschappelijke theorie moet zijn met een grote reikwijdte, zoals de wet van behoud van energie van Oswald. De theorie kan daardoor alomvattend zijn. Maar de theorie moet ook de emoties van de mens aanspreken en de relaties tussen mensen kunnen beschrijven. In zo'n alomvattend wereldbeeld wordt er dan ook geen onderscheid gemaakt tussen feiten en waarden. Zo worden alle dimensies van het menszijn ondergebracht en natuurwetenschappen, geesteswetenschappen en het dagelijks leven met elkaar verbonden.
De toekomst van het monistische wereldbeeld
Zien we in onze huidige maatschappij nog monistische wereldbeschouwingen terug? Misschien is duurzaamheid als wereldbeeld een voorbeeld van monistisch denken. Er zijn mensen die duurzaamheid gebruiken als referentiepunt bij al hun doen en laten en hun leven ernaar inrichten. Het verschil met het monistische denken van Haeckel en Ostwald is dat bij duurzaamheid als levensbeschouwing de denkrichting tegenovergesteld is: er zijn eerst waarden en de feiten worden via die waarden geïnterpreteerd. De monisten uit begin 20e eeuw hadden een refentiekader van feiten en interpreteerden vervolgens alle waarden via dat kader.
Is er toekomst voor de wetenschap als monistisch wereldbeeld? “Alomvattend zijn is lastig,” vertelt Ziche. “Misschien is de wetenschappelijke basis ontoereikend en moeten we altijd met onzekerheid blijven leven”.
Kijk de lezing hier terug. In het volgende filosofisch café op 9 december zal prof. dr. Christian Lange vertellen over islamitische visies op het nu en het hiernamaals. Als je sterk gelooft in een hiernamaals, is het nu dan nog van belang?