Op festival deBeschaving komen kunst, muziek en wetenschap samen. Festivaldirecteur André Baars sprak tijdens het Science Café onderstaande column uit en deze verscheen ook eerder in het digimagazine van Studium Generale. Hoe groeiden gezellige weekendjes met vrienden uit tot een interdisciplinair festival? Wat hebben kunst en wetenschap gemeen?
Vroeger organiseerde ik weekendjes weg voor vrienden. Dan gingen we in een huisje zitten en iets leuks competitiefs doen. Na tien jaar groeide dat uit tot het afhuren van hele kastelen met meer dan honderd man en een strijd om een goud gespoten barbiepop. Hartstikke leuk natuurlijk, maar na een jaar of tien was ik dat wel zat. Het werd routine, en ik ben niet zo goed in routine. Ik was ook uitgekeken op m'n IT-baan, vooral door de mensen die zich al ellebogend een weg omhoog baanden. Ik nam ontslag en ging, tien jaar geleden met een club vrienden, doen wat ik eigenlijk al sinds m'n veertiende wilde: een eigen festival organiseren.
Het was een onzekere tijd, maar wat kon mij nou helemaal gebeuren? Nou ja van alles, maar ik zou er niet aan doodgaan. Ik wilde het gewoon doen, dus ik ging het ook doen. Ik had alleen geen geld en ook geen inkomen. Dus ik schreef een plan om geld te lenen bij de bank, waardoor ik mezelf een tijdje in leven kon houden. Het plan was niet zomaar een plan. Het zat vol toeters en bellen met zes podia en een terrein vol uitspattingen. Daarmee ging ik dus naar de gemeente. Die dachten dat ik een gaatje in mijn hoofd had: “André Baars, zo werkt de wereld niet. Dat gaat heel anders. Als je iets wilt organiseren begin je met één podium, dan bouw je langzaam verder en komen er podia bij. Wat jij wilt kan niet, daar werken we niet aan mee.”
Hoewel ik het advies goed begreep, kon ik het niet opvolgen, want dan was mijn hele concept naar de maan en ik was er ook van overtuigd dat het kon lukken. Het moest juist multidisciplinair zijn, met allemaal programma dat je kon ontdekken en beleven. Ik wilde de horizon van mensen verbreden. Nou dat kan niet met één podium, da's onmogelijk. Ik praat over 11 jaar geleden, we kwamen net kijken, maar de missie om mensen te willen prikkelen en verrijken, die zat toen al in onze aderen. Ik ben toen alle lokale ondernemers afgelopen en zo konden we het eerste festival organiseren. Iets wat ogenschijnlijk niet kon, toch doen. En het stond er mooi wel, met zes podia.
Op dat eerste festival kwamen 1500 mensen af, 1500 man! Ik was apetrots en het kon allemaal nét uit, het ging echt nét goed, er bleef geen euro over voor salaris, maar ik wilde per se door. Toen heb ik ervoor gekozen mijn huis en m'n hele inboedel weg te doen. Alles wat ik had moest ik kwijt. Want hoe minder ik had, hoe minder ik kwijt kon raken. Ik ben bij vrienden op zolderkamertjes gaan wonen. Bijna twee jaar lang. Ik heb mezelf onderhouden van een klein beetje leengeld wat ik nog had, en met wat support van mensen om me heen. Na drie edities kwam er een klein beetje geld, en toen kon ik een huisje huren ergens in Utrecht. Langzaamaan ging ik van een computerscherm weer naar een LCD- televisie en scharrelde ik m'n boeltje weer bij elkaar.
Het was in 2005 of 2006 en we hadden een dancetent vol stampende technoheads. Op een gegeven moment zat ik met zo'n dude te kletsen, en die zei tegen mij: “André, ik ben vanmiddag voor het eerst van mijn leven naar een theatervoorstelling geweest.” Hij zei: “Ik vond dat zo fantastisch, dat ga ik vaker doen”. Daar deden we het voor, dat is wat we aan het doen zijn. Datzelfde jaar stond ook onze oudste bezoeker van 85 met een stok in de lucht in diezelfde dancetent. Dat is prachtig! Als je dat naar nu vertaalt vind ik het mooi dat je eerst vol verwondering bent bij een optreden en daarna een inspirerend verhaal hoort. Over het printen van schedels bijvoorbeeld, en dat dat indruk maakt en wat met je doet. Dat maakt dit festival een motor voor de geest. Als ik over deBeschaving loop, kijk ik weinig naar de artiesten, ik kijk naar het publiek, dat is mijn graadmeter en de grootste kick die je mij kan geven. Dat is de drijfveer. Het feit dat je iets toevoegt. Je stopt iets in de wereld wat er nog niet is en je voegt iets wezenlijks toe zeg maar. Als ik dat niet zou kunnen doen zou ik ongelukkig worden denk ik.
Wetenschap en kunst kunnen nooit afzonderlijk van elkaar bestaan. Ook al hebben ze elkaar in eerste instantie niet nodig. Het zijn twee cruciale oerdriften van een mens, die je al dan niet verder ontwikkelt en die leiden tot beschaving. En dat brengt mij tot de conclusie dat iedereen een kunstenaar en een wetenschapper is, want het is een oerdrift. Dat willen wij met ons Festival deBeschaving prikkelen en voeden. Kunst en wetenschap, het is een afspiegeling van het ontstaan van onze beschaving en daarom het kloppend hart van ons festival.
Deze column verscheen in het Studium Generale Magazine.