Vorige week keken we naar drie rechtszaken rondom gendergelijkheid aan universiteiten. De Universiteit van Amsterdam werd vrijgesproken van de beschuldiging van genderdiscriminatie. De Rijksuniversiteit Groningen werd op de vingers getikt voor het voortrekken van vrouwen in universiteitsaanstellingen.
Dit artikel valt onder het dossier: Vrouwen in de wetenschap.
Terwijl de TU Delft wel toestemming kreeg van de rechter om speciale posities voor vrouwen open te stellen. Wat zeggen deze zaken over de gelijkheid tussen mannen en vrouwen in Nederland?
Een zeurder
Je zou verwachten dat iemand die strijdt voor gelijke rechten tussen mannen en vrouwen in Nederland beloond zou worden, maar Edith Kuiper die de UvA betichtte van discriminatie, kreeg veel negatieve reacties in de media en werd weggezet als 'een zeurder'. Als reactie hierop stelt journaliste Linda Duits dat seksisme in Nederland wordt gezien als onbestaand: de emancipatie in Nederland is 'af' en daar hoeft niks meer aan te gebeuren. Waar men zich in Nederland mee bezighoudt, is vooral de emancipatiestrijd in andere landen, met name de strijd tegen de onderdrukking van moslima's. Hiermee wordt de rol van gender in machtsprocessen in Nederland onterecht over het hoofd gezien, volgens Duits. De 'gender awareness training' die Edith Kuiper voorstelde, werd niet ingevoerd, terwijl dit juist een bijdrage zou kunnen leveren aan bewustwording over de rol die gender (onbewust) speelt in de selectie aan universiteiten.
Is Kuiper inderdaad een zeurder of heeft Duits gelijk? Wordt er gediscrimineerd aan de universiteit? Marieke van den Brink promoveerde in 2009 op haar onderzoek naar hoogleraar benoemingen aan universiteiten. Uit haar onderzoek blijkt dat vrouwen systematisch minder vaak gekozen worden bij benoemingen. De richtlijnen en regels voor academische benoemingen worden flexibel nageleefd en vaak is er sprake van gesloten benoemingen, waarbij de leden van de selectiecommissie, die voornamelijk uit mannen bestaat, zoeken in hun eigen netwerk. Stereotypering speelt onbewust een rol en men gaat er vanuit dat vrouwen minder ambitieus en capabel zijn. Ironisch genoeg werd ook het onderzoek van Marieke ten Brink werd bekritiseerd door mannelijke bestuurders. De 'old boys networks' waar Ten Brink het over heeft, zouden al lang verdwenen zijn en geen rol meer spelen. Maar het onderzoek laat juist zien dat die netwerken er wel zijn. Het roept interessante vragen op over de selectieprocedures. Waarom veronderstellen we dat mannen wel ambitie hebben en vrouwen niet? Wat kun je wel en niet vragen tijdens een sollicitatiegesprek? Is het bijvoorbeeld relevant om te weten of iemand kinderen heeft?
De meest geschikte kandidaat
Volgens ten Brink is het streven naar de meest geschikte kandidaat gelijk aan het streven naar een evenredige vertegenwoordiging van mannen en vrouwen. Maar is dat wel zo? Wanneer vrouwelijke talenten ongezien blijven door (onbewuste) discriminatie, is dit schadelijk. Aan de andere kant wordt de situatie omgedraaid wanneer de beste vrouw wordt geselecteerd en mannen geen kans krijgen om te solliciteren. Wat dat betreft was het handelen van de RUG, die posities openstelde voor enkel vrouwen, inderdaad ongewenst. Doordat mannen geen kans kregen om te solliciteren, kon er niet geconcludeerd worden dat er sprake was van een voorkeursbeleid op basis van gelijke geschiktheid. Wel is het initiatief van de Rijksuniversiteit hard bekritiseerd terwijl de aandacht is afgeleid van de goede inzet van de universiteit om iets te doen voor gendergelijkheid.
Wat is dan wel een goede oplossing? Om te zorgen dat zowel mannen als vrouwen een kans krijgen, is het gewenst om posities voor zowel mannen als vrouwen open te stellen, maar wel te kijken naar manieren waarop vrouwen mogelijk (onbewust) gediscrimineerd worden of ongezien blijven en daar bewust iets aan te doen. Zo zegt Yvonne van Rooy van het College van Bestuur van de Universiteit Utrecht, in een interview in DUB, dat ze in Utrecht geen voorstander zijn van positieve discriminatie door het creëren van speciale leerstoelen. Wel hebben vrouwelijke universitaire docenten in Utrecht de mogelijkheid deel te nemen aan een 'mentoring en coachingstraject', waarbij ze gekoppeld worden aan een mannelijke hoogleraar van een andere faculteit, om meer inzicht te krijgen in de stappen die ze kunnen nemen om carrière te maken. Voor de mannen helpt het mentorschap om inzicht krijgen in en begrip voor problemen waar vrouwen tegenaan lopen. Zo worden bestaande vooroordelen hopelijk eindelijk eens uit de weg geholpen.
Meer weten over het beleid van de Universiteit Utrecht? Yvonne van Rooy gaf eerder bij Studium Generale een lezing over de manier waarop Utrecht vrouwelijke hoogleraren ondersteunt.
Volgende week meer over vrouwen in de wetenschap.
Nienke de Haan, stagiaire bij Studium Generale maakt wekelijks een blog over vrouwen in de wetenschap.