Doe-het-zelfrevolutie
Op 9 oktober vond in het kader van de Vredesdagen 2012, de Doe-het-zelfrevolutie plaats. In samenwerking met SIB (Studentenvereniging Internationale Betrekkingen) en Oikos organiseerde Studium Generale een programma vol workshops en lezingen.
Burgerinitiatieven
Anna Chojnacka, oprichter van de 1%CLUB, opende het programma. Zij sprak over de ontwikkelingen op het gebied van burgerinitiatieven en crowdsourcing. Dit soort initiatieven bestaan al lang, zo werd de Oxford Dictionairy in de 20e eeuw geschreven door een groep mensen die elk hun eigen vakgebied kenden. De afgelopen tien jaar hebben burgerinitiatieven en crowdsourcing een grote sprong voorwaarts gemaakt door de komst van internet. Bestaande grenzen zijn verdwenen: het is nu mogelijk om projecten over de hele wereld te steunen. Gemiddeld heeft een mens 400 contacten. Als zij hun netwerk weer aanspreken, heb je een bereik van 160.000 personen. Chojnacka riep op om actief te worden: "Kijk eens op websites waar lokale initiatieven worden gepresenteerd, en doneer één procent van je tijd, kennis of geld. Het maakt een wereld van verschil".
Workshops
Na de inleiding volgden de workshops. Bij de workshop Video for Development spraken documentairemaakster Tessa Steenbergen-du Pre en ontwikkelingssociologe Geke Kieft over de kracht van film. Hoe kun je video inzetten om groepen te laten participeren en een boodschap over te brengen? Films worden vaak gezien als doel, maar kunnen ook een middel zijn. De nadruk ligt niet op een mooi eindproduct, maar vooral op de kracht van video. De workshoppers werden gevraagd om samen een korte video te maken. Dit leidt tot samenwerking, gevoelens van gelijkheid (iedereen voelt zich ongemakkelijk voor de camera) en consensus. Bovendien leidt het tot empowerment. Zo leren inwoners van achterstandswijken en ontwikkelingsgebieden welke mogelijkheden zij hebben. Iedereen kan leren om een video te maken, en daarmee ideeën verspreiden en aandacht vragen voor thema's. Zo hebben Nederlandse jongeren een film gemaakt over graffiti spuiten, omdat zij de gemeente wilden vragen om eigen muren. De jongeren kregen veel aandacht met hun film, en inmiddels wordt de muur gebouwd. De kracht van film kan zodoende worden ingezet om burgerinitiatieven te bewerkstellingen
Tijdens de workshop Filmanalyse, onder leiding van ontwikkelingsantropologe dr. Elisabet Rasch (WUR) werden een aantal fragmenten bekeken uit de film 'El oro o la vida.' Deze film gaat over de gevolgen van de mijnbouw in Guatemala, specifiek om goud te winnen. Dat leidt voor deze bedrijven tot grote winsten, maar heeft desastreuze gevolgen voor de omgeving en de bevolking, zoals terreinvernietiging, vervuild grondwater en ziekten onder de bewoners. Omdat de overheid niet ingrijpt, is er van onderaf een beweging op gang gekomen die met grote protesten, waaronder protestliederen, deze ontwikkeling probeert te stoppen. Na het bekijken van deze fragmenten en een nieuwsbericht over het leger dat op ongewapende demonstranten schoot, voorzag dr. Rasch dit van een context en was er ruimte voor vragen en discussie.
Bij de workshop Transition Towns vertelden initiatiefnemers Paul Hendriksen en Daniël van Geest over nieuwe manieren van samenleven in dorpen en steden. Transition Towns zijn opgericht als reactie op klimaatveranderingen, de financiële crisis, en het fenomeen piekolie: de wereldwijde piek in olieproductie en de gevolgen voor de beperkte mondiale olievoorraad. De deelnemers willen een groenere, duurzamere en aangenamere leefomgeving creëren. In 2006 richtte Rob Hopkins in Engeland het eerste dorp in volgens dit model. Inmiddels zijn er overal ter wereld Transition Towns te vinden. Daar worden projecten van de grond getild die de overheid niet kan realiseren. Het motto is: “doe geen dingen die je niet leuk vindt.” Wie doet wat zijn hart hem ingeeft, heeft de energie en motivatie om grootse resultaten te boeken. Voorbeelden zijn het gebruik van zonne-energie en het oprichten van buurtmoestuinen. De workshop werd beëindigd met een meditatieoefening: hoe ziet de wereld eruit over 30 jaar? Opvallend was dat de oudere bezoekers droomden van een vredelievende wereld waarin iedereen liefdevol met elkaar omgaat, minder werken en genieten van het leven. De jongeren richtten zich vooral op het duurzame aspect, maar gingen er vanuit dat de samenleving in haar huidige vorm niet verandert. Dit verschil in denken zagen we vaker terugkomen deze dag. Ouderen durven te dromen, waar jongeren zich vasthouden aan de realiteit. Wel was er een gedeelde droom: een duurzame, groene en eerlijke samenleving. Volgens de Transition Town initiatiefnemers wordt deze droom overal ter wereld gedeeld. Dat wordt dan ook bevestigd door het succes van hun ondernemingen.
SETUP organiseerde een Crowdstormworkshop waarin duidelijk werd hoe je crowdfunding kunt realiseren voor een bepaald doel. Er zijn 2 soorten participatie : impliciete participatie door iets te viewen of te liken,hiermee geef je aan of je iets goed vindt. Maar ook explicitiete participatie door crowdsourcing en crowdfunding: Crowdfunding is het financieren van een initiatief met behulp van een grote groep mensen die allen hun kennis, geld, werk en/of middelen inbrengen. Een voorbeeld van money crowdsourcing is Makeymakey. Spullendelen is een voorbeeld van het goods crowdsourcing. Via spullendelen.nl kun je spullen lenen en uitlenen aan je buren, vrienden, collega's en bijvoorbeeld je sportclub. Bits of freedom is een voorbeeld van het werven van labour. SETUP zelf is een goed voorbeeld van een organisatie met een crowsourcinginslag, zonder hulp van de achterban door bijvoorbeeld Bring your own initiatieven en de PWYL-eend (Pay what you like) is het voor hen niet mogelijk om de activiteiten te organiseren die ze doen. Na deze inleiding over crowdsourcing werden de workshoppers aan het werk gezet om een crowdfunding campagne te verzinnen voor het project BloodGadgets van ontwikkelingsorganisatie Oikos.
Lees ook het verslag van de avondlezing met prof. dr. Pieter Winsemius en Stefan Verwer.