Lenin en Stalin
Vanuit democratisch oogpunt zou het antwoord op deze vraag 'ja' zijn. Veel stemmen leiden tot veel zetels in het parlement en dat vergroot weer de kans op regeringsdeelname. Afname van populariteit is dan vervolgens weer terug te zien in nieuwe verkiezingsuitslagen.
Dat het lang niet altijd zo gaat, liet Maarten van Rossem zien in zijn lezingenserie Lenin en Stalin. Oorspronkelijk was het wel het idee: de burger, of liever nog het dienstmeisje, moest aan de macht komen. Na de revolutie werden dan ook volksvergaderingen opgezet, die echter even snel weer werden ontbonden. De communistische partij had de absolute macht en de staat was in zijn geheel onderschikt aan de partij. Door een sterke partij neer te zetten en opstandjes snel en gewelddadig neer te slaan, bleven de partij en haar leiders in het zadel. Het belang van het volk stond uiteraard bovenaan, maar in de praktijk was dat van ondergeschikt belang. De partij werd zo de staat en ze gedroeg zichzelf als de staat die ze enkele jaren daarvoor had bestreden.
Wat heb je dan wel nodig om een leider te worden, als de aanhang onder het volk door gebruik van geweld niet meer zo gebruikelijk is als in het begin van de vorige eeuw? Lenin en Stalin waren beide eigenwijze mannen, niet bang voor geweld doordat ze hun eigen hang naar macht belangrijker vonden. Lenin was daarnaast vooral een kantoor-leidinggevende. Hij gaf vanachter zijn bureau in Moskou wrede orders aan het leger en schreef verschillende boeken over zijn gedachtengoed. Hoewel Stalin schrijver van romantische gedichten was, ging hij weer liever zelf het slagveld op. Maarten van Rossem stelt echter dat je ook een tikje gestoord moet zijn om een leider á la Lenin of Stalin te zijn. Paranoia in je karakter maakt dat je geweld makkelijk inzet of laat inzetten. Het zorgt ervoor dat je je ogen sluit voor tegengeluid en tegenstanders simpelweg om zeep brengt.
Dit najaar zal Van Rossem laten zien wat de kenmerken zijn van hedendaagse leiders, die juist wel gebruik maken van aanhang onder het volk. Welke protestgeluiden pikken populistische leiders op? En vertegenwoordigen ze dan alle lagen van de samenleving of alleen de stem van het dienstmeisje? Kom kijken op dinsdagen in september en oktober in het Academiegebouw.