Sportzomer
Weinig beelden tonen zo treffend de grenzen van het lichaam als de finish van Gabriela Andersen bij de marathon van Los Angeles in 1984. Prof. dr. Frank Backx sprak in de reeks Sportzomer bij Studium Generale over de grenzen van het lichaam. Andersen lijkt óver haar grenzen heen te zijn gegaan. Sport doet veel met een lichaam. Er komt steeds meer inzicht in de effecten van sport op het lichaam en de sportgeneeskunde wint aan terrein. Sinds 1976 worden in Nederland sportartsen opgeleid en sinds 1987 is sportgeneeskunde officieel erkend door de Ministeries van Welzijn, Cultuur en Volksgezondheid en Onderwijs en Wetenschappen. Sporten is gezond en het komt de samenleving ten goede.
Balans
Sportgeneeskunde doet veel onderzoek bij topsporters. Hoe kan het lichaam op het juiste moment optimaal presteren? Verschillende factoren spelen een rol. Trainen is uiteraard een van de belangrijkste factoren, maar ook voeding, materiaal, mentaliteit en de pijngrens zijn van invloed. Om topsporter te worden moeten al deze factoren perfect op elkaar afgesteld zijn. Opvallend feitje: 70% van de motorische eigenschappen van topsporters zoals lenigheid, snelheid en kracht zijn genetisch bepaald. Dit betekent dat de sportgeneeskunde zich op de overige 30% richt. Het toverwoord hierbij is 'balans'. Balans tussen rust en inspanning, energie die erin gaat en gebruikt wordt. Afwisseling is de sleutel tot mentale balans. De trainingen moeten afwisselend zijn, maar ook in perioden van rust moet monotonie doorbroken worden. Kleine details bepalen in de topsport het minieme verschil tussen winst en verlies.
'Exercise is medicine'
Sportgeneeskunde is er niet alleen voor topsport. De kennis die het onderzoek in de topsport oplevert is breder toepasbaar. Zo wordt er steeds meer bekend over de oorzaken en preventie van sportblessures. We weten dat (slechts) 11% van de blessures leidt tot verzuim met een gemiddelde duur van negen dagen. Hoewel verzuim de maatschappij geld kost, zijn de baten groter. Vijf keer per week matig intensief bewegen is voldoende om de algemene gezondheid significant te laten toenemen. Te weinig beweging kan leiden tot obesitas en chronische ziekten die steeds vaker voorkomen. Bovendien kan er een vicieuze spiraal ontstaan die van bewegingsarmoede naar minder fitheid leidt, wat bewegingsangst tot gevolg heeft die op haar beurt kan leiden tot sociaal isolement. Beweging is belangrijk, vooral voor de jeugd. Het blijkt namelijk dat ook voor beweging geldt: jong geleerd is oud gedaan.
Sport is niet langer een doel op zichzelf, iets wat mensen in hun vrije tijd voor de lol doen. Sport is ook een effectief middel geworden waar patiënten met allerlei verschillende medische achtergronden baat bij hebben. 'Exercise is medicine', sport kan de rol van pillen en injecties deels innemen. Revalidatie betekent niet langer louter rusten. Daarnaast is beweging goede preventie tegen ziektes als borstkanker en dikke darmkanker. Voor kankerpatiënten kan een goede conditie het verschil maken. Sportgeneeskunde is dus waardevol, voor zowel topsport, gezonde individuen als de maatschappij. 'Exercise is medicine', voor gezonde en zieke mensen.
Kijk hier de lezing terug die prof. dr. Frank Backx gaf bij Studium Generale over sport en geneeskunde.
Voetbalhater of liefhebber? In de reeks Sportzomer zal antropoloog prof. dr. Yme Kuiper komende woensdag ingaan op de magie van voetbal.