Post-normale wetenschap

Aan de hand van het klimaatvraagstuk legt van der Sluijs uit wat onzekerheid nou eigenlijk is en wat voor typen onzekerheid in wetenschappelijke modellen zijn te benoemen.
Leestijd 3 minuten — Do 22 oktober 2009

Wetenschap lijkt een ernstige zaak en allesbehalve spel. In deze serie lunchlezingen laten wetenschappers uit verschillende disciplines zien dat de serieuze en de speelse kant toch niet zo ver van elkaar af liggen. In de derde lezing van deze reeks behandelt Dr. Jeroen P. van der Sluijs (Natuurwetenschap en Samenleving, UU en hoogleraar aan de Universiteit van Versailles Saint-Quentin-en-Yvelines) post-normale wetenschap en de factor 'onzekerheid', waardoor complexe fenomenen als klimaatveranderingen beter kunnen worden voorspeld.

Soms werkt de wereld niet zo 'normaal' als gehoopt. In plaats van de wereld in een schematisch keurslijf stoppen, kan de wetenschap ook proberen de chaotische wereld een stapje voor te zijn. De 'normale wetenschap' (voorloper, of beter gezegd: 'tegenhanger' van de post-normale wetenschap) gaat ervan uit dat de objectiviteit van wetenschappelijk onderzoek ervoor zorgt dat de chaos verdwijnt, of dat er op z'n minst structuur in de chaos valt aan te brengen. Oftewel; is er sprake van onzekerheid in een complex vraagstuk? Onderzoek het wetenschappelijk, en de kennistoename die het onderzoek oplevert zal de onzekerheid doen verdwijnen. Of niet?

Onzekerheid
Aan de hand van het klimaatvraagstuk legt van der Sluijs uit wat onzekerheid nou eigenlijk is en wat voor typen onzekerheid in wetenschappelijke modellen zijn te benoemen. Allereerst zijn zelden alle variabelen in een model bekend. Wie met een klimaatmodel wil voorspellen hoeveel de waterspiegel in Nederland zal stijgen tot 2100, zal bijvoorbeeld ook moeten voorspellen hoeveel mensen er in ons land wonen in verband met de uitstoot van stoffen die hier op van invloed zijn. Maar is die uitstoot over een eeuw wel hetzelfde? Dat weten we niet zeker. Zo kan je een cascade van onbekende variabelen en dus onzekerheid verkrijgen.

Daarnaast bestaan er voor modellen vaak verschillende scenario's. In het geval van de waterspiegelstijging zijn er scenario's voor als de Aarde in die periode 2 graden celcius opwarmt, of een scenario waarin de temperatuur gelijk blijft. Of een zogenaamd worst case scenario, waarin met het ergste rekening wordt gehouden. De parameters die met het scenario samenhangen kunnen fout zijn. Bovendien kan er naast een worst case scenario altijd nog een worst worst case zijn, omdat een worst case scenario vaak wordt opgesteld aan de hand van extreme gebeurtenissen in het verleden, terwijl de extremiteit in de toekomst best drie keer zo hoog kan blijken te zijn. Hoe dan ook; dit soort problemen verhogen onzekerheid in modellen.

Tot slot is er nog een type onzekerheid die met onwetendheid te maken heeft. Als we willen voorspellen hoeveel de zeespiegel stijgt in de komende eeuw, kan het zomaar zijn dat we ergens tussen nu en 2100 te maken krijgen met een grote verrassing waar niet op te anticiperen valt. Misschien verandert een meteorietinslag het klimaat, of misschien blijkt de zeespiegel juist wel te dalen komende eeuw. Kortom; modellen gaan gepaard met onzekerheid die de wetenschap niet altijd op kan lossen door simpelweg onderzoek te doen.

Beleid
Toch zal er wel beleid gemaakt moeten worden, en dat gebeurt vaak op basis van wetenschappelijke modellen, voorspellingen en 'feiten'. Maar hoe moet dat dan met die onzekerheid? Het zou helpen als wetenschappers en beleidsmakers onzekerheid op een transparante wijze communiceren naar de maatschappij. Nu gebeurt het nog te vaak dat de onzekerheid van een bepaalde (beleidsbepalende) voorspelling een beetje wordt weggedrukt om voorgenomen beleid niet in de weg te staan, of dat het tegenovergestelde gebeurt; onzekerheden worden uitvergroot zodat (impopulair) beleid uitgesteld kan worden.

Voor de wetenschap is het zaak om onzekerheid niet te zien als een fenomeen dat we oplossen met meer onderzoek, maar te erkennen dat onzekerheid vaak blijvend is. Wetenschappers moeten dus kritisch zijn ten opzichte van hun modellen, hoe moeilijk dat soms ook is. Een model is immers best handig om je achter te verschuilen als een uitspraak niet klopt, en vanuit een voorspelling gedaan door een wetenschappelijk model gaat een waarheidsclaim uit die het model een autoriteit verleent.

Dat is hoe post-normale wetenschap werkt. Door samen met alle belanghebbenden van een complex vraagstuk te communiceren en daarin open te zijn over onzekerheid aangaande de wetenschappelijke component, en te erkennen dat de wijze waarop wetenschappelijke kennis wordt vergaard zelf ook bijdraagt aan onzekerheid, voorkomen we dat de wetenschap als geheel aan betrouwbaarheid inlevert als gevolg van die onzekerheden. Zo blijft wetenschap een spel waar we niet altijd het verloop van kunnen kennen, maar wat wel voor alle partijen leuk is om te blijven spelen.

Meer informatie over de inzet van wetenschap bij globale beleidsvraagstukken is te vinden in dit boek, dat tevens gewonnen kon worden in de gebruikelijke boekverloting aansluitend aan de lezing.