Doe niet zo opgewonden!
De een weet zeker dat die huilbui werd veroorzaakt door een aankomende ongesteldheid, terwijl de ander die energiepiek in de ochtend nog nooit heeft gelinkt aan zijn testosterongehalte. Dat hormonen een belangrijke rol spelen in ons lichaam krijgt steeds meer bekendheid, maar wetenschappers zijn er nog niet over uit hoe ze onze emoties precies beïnvloeden. Tijdens de avond 'Hormonen en emoties' gingen prof. Dennis Schutter (UU), prof. Max Nieuwdorp (Amsterdam UMC) en dr. Lotte Gerritsen (UU) erover in gesprek.
Hormonen als boodschappers
Hormonen worden door allerlei klieren in je lichaam aangemaakt, maar ze worden vooral aangestuurd door de hypofyse. Dit is een orgaan dat zich in je hoofd bevindt, ter grootte van een erwt. Het registreert welke hormonen zich in je bloedsomloop bevinden, en waar er meer (of minder) van nodig is. Hormonen reguleren allerlei functies, zoals je energieverbruik, bloedglucosespiegel, groei en voortplantingssysteem. Het zijn boodschappers, zegt Schutter. Ze veroorzaken emoties, die dan weer leiden tot een verandering in gedrag. Interessant genoeg is het woord hormoon afgeleid van het Griekse hormáo dat 'in beweging zetten' betekent. Gerritsen noemt 'hangry' zijn – zo veel honger hebben dat je een kort lontje hebt – als treffend voorbeeld. Schutter is het daarmee eens: ‘Emoties hebben alles te maken met actiebereidheid.(…) Als je boos bent, dan moet je daar iets mee.’ Hormonen worden dus niet alleen genetisch bepaald, maar ook door je eigen gedrag en omgeving. Hoe zit dat?
Van jezelf of uit je omgeving?
Sommige hormonen zijn van invloed op je emoties, je persoonlijkheid of zelfs je identiteit. Nieuwdorp noemt genderidentiteit als voorbeeld, maar ook subtielere eigenschappen, zoals het hebben van een dominante persoonlijkheid, kunnen een gevolg zijn van je hormoonspiegel. Hier weet Schutter alles van: ‘We leven in een complexe maatschappij met een hiërarchie. (…) En testosteron speelt een belangrijke rol in wie als “winnaar” naar boven komt.’
Externe stoffen kunnen echter ook grote veranderingen teweegbrengen. Vaak hebben ze positieve effecten, zoals medicatie voor schildklierproblemen of de anticonceptiepil voor premenstruele dysfore stoornis, een onderwerp dat Gerritsen bespreekt. Maar diezelfde anticonceptiepil kan ook allerlei neveneffecten hebben, zoals depressieve gevoelens, vermoeidheid en veranderende aantrekking tot (bijvoorbeeld) je partner. De pil kan namelijk ook veranderen hoe je feromonen ervaart! Gerritsen benadrukt dat die effecten verschillen van persoon tot persoon, omdat iedereen andere hoeveelheden hormonen produceert en daarnaast ook verschillend kan reageren op die hoeveelheden. Er zijn ook andere stoffen die je natuurlijke hormoonhuishouding kunnen verstoren. De meest bekende is misschien wel PFAS, een stofje dat te vinden is in antiaanbaklagen en regenjassen. PFAS kan je schildklierfunctie en vruchtbaarheid aantasten.
Kunnen we meer naar onze hormonen leven?
Omdat je omgeving wel degelijk je hormoonhuishouding kan aanpassen, is leefstijl ook een invloedrijke factor. Nieuwdorp benoemt dat darmbacteriën hormoonachtige stoffen aanmaken, en voedsel zoals gember opvliegers kan veroorzaken. Er is nog veel dat we niet weten over het verband tussen je darmflora en hormonen, maar dát het er is weten we wel.
De invloed van leefstijl wordt nu nog vaak onderschat. Nieuwdorp benadrukt dat dokters er vaak niet genoeg vanaf weten om het mee te nemen in de behandeling. Daarnaast is het aanpassen van je leefstijl een langdurig proces, terwijl hormoonbehandelingen ontzettend snel en effectief zijn. Het grote nadeel daarvan is dat sommige van deze behandelingen op de lange termijn nadelen hebben; zo kunnen ze het risico op hart- en vaatziekte of kanker (minimaal) verhogen. Maar ook dit ligt genuanceerd: sommige hormonale behandelingen, zoals de pil, hebben weinig tot geen gevolgen op de lange termijn, en er bestaan ook klachten die moeilijk op te lossen zijn met (alleen) leefstijlaanpassingen. Terwijl er in de medische wereld langzaam meer aandacht ontstaat voor leefstijl, springen zelfbenoemde hormooncoaches en influencers in om supplementen en coach-trajecten aan te bieden die klachten op natuurlijke wijze zouden oplossen. Gerritsen zegt dat dat mooier lijkt dan het is: ‘Hormooncoaches vragen heel veel geld voor een consult, en ze zijn niet goed opgeleid.’ Nieuwdorp is het daarmee eens: ‘Je kan het proberen, maar er zitten veel kosten aan, en de bewijskracht is matig.’
We zijn onze hormonen (niet)
Het kan ontzettend helpend zijn om je bewust te zijn van je hormonen en hun effect op je emoties en gedrag. Gerritsen is enthousiast dat we steeds meer te weten komen over dit verband, ook bij vrouwen. Maar, waarschuwt ze: ‘Het soort boodschap dat een vrouw een speelbal zou zijn van haar emoties, dat wordt misbruikt. Ik wil voorkomen dat er wordt gezegd dat je maar thuis moet gaan zitten [als je last hebt van je cyclus].’ Ze benadrukt dat er zeker hormonale verschillen zijn tussen mannen en vrouwen, maar dat die niet iets hoeven zeggen over wat vrouwen en mannen (niet) kunnen. Ter illustratie: in de hersenen zijn verschillen tussen individuele vrouwen of individuele mannen veel groter dan tussen mannen en vrouwen als groep.
Hormonen hebben dus wel degelijk een effect op onze emoties, maar ze zijn meestal niet de enige oorzaak. Zoals dat vaak het geval is, ligt het genuanceerd, en gaat het om een samenloop van je interne systeem en omstandigheden. Nieuwdorp: ‘Je hebt het over een systeem binnen je lichaam, en daarbuiten, en hoe dat interacteert kennen we vaak nog niet.’ Je kunt je hormonen dus (helaas) niet altijd de schuld geven voor hoe je je voelt – maar soms wel.
Meer leren over hormonen en emoties? Kijk dan nu het gesprek terug.