Spiegeltje, spiegeltje
“124 miljoen voor nationaal centrum naar proefdiervrij onderzoek,” kopte Trouw afgelopen week. Het nieuwe Centrum voor Proefdiervrije Biomedische Translatie is uniek in Europa en moet zorgen voor een gerichtere inzet van alternatieve onderzoeksmethoden, zoals menselijke organen in kweek en computersimulaties. “Deze modellen zijn niet alleen proefdiervrij, maar ook preciezer en sneller in het voorspellen van effecten van middelen op het menselijk lichaam,” vertelt wetenschappelijk directeur Wouter Dhert, die zich bezighoudt met de transitie naar proefdiervrij onderzoek binnen de Universiteit Utrecht, aan Trouw.
De vraag is daarnaast hoe representatief proefdiermodellen überhaupt zijn voor de mens. Hierover spraken wij in 2017 met proefdierwetenschapper Merel Ritskes-Hoitinga (UU) en zij trekt de vertaalbaarheid van proefdieren naar de mens in twijfel. “Er bestaat een muismodel voor taaislijmziekte dat dezelfde genetische afwijking laat zien als bij de mens, maar deze muizen ontwikkelen darmklachten, terwijl taaislijmziekte bij de mens de longen treft. Het model laat dus compleet andere symptomen zien dan bij de mens.” Daarnaast benoemt Ritskes-Hoitinga een voorbeeld waarbij proefdieronderzoek in het verleden zelfs gevaarlijk bleek. “In een klinische studie kregen patiënten met een herseninfarct medicijnen voorgeschreven die op basis van individuele dierstudies veilig leken. De studie moest echter voortijdig worden gestopt doordat de patiënten ernstige bloedingen opliepen. Toen achteraf een systematische analyse werd gedaan van alle dierproeven samen, werden de negatieve bijwerkingen wel opgemerkt. Dat had veel leed kunnen voorkomen.”
Wil je meer te weten komen over het gebruik van proefdieren en hoe we de transitie naar proefdiervrij onderzoek kunnen versnellen? Bekijk de lezing van Ritskes-Hoitinga terug.