Encyclopedie van de angst
'Voelt u zich wel eens gespannen, maakt u zich zorgen en kunt u niet meer genieten van activiteiten die u eerder leuk vond, zoals winkelen? Dan is Havidol voor u!' Wacht eens even, Havidol? Dat klinkt verdacht veel als have it all. Inderdaad, het gaat hier om een persiflage op de manier waarop geneesmiddelen tegenwoordig 'in de markt' worden gezet door grote farmaceutische bedrijven. Een persiflage die helaas stoelt op een onaangename werkelijkheid, aldus professor Huub Schellekens (UU) in zijn lezing Over regulering van angst. Bij het uitvinden en produceren van geneesmiddelen gaat het allang niet meer om de mens, maar om de centen. Reclame is de grootste kostenpost, beurskoersen het belangrijkste doel.
Hoe is het zover gekomen? Vroeger waren de innoverende kant en de producerende kant van de farmaceutica gescheiden. Aan de universiteit werden medicijnen uitgevonden, de industrie nam ze in productie. Tegenwoordig loopt dat helemaal door elkaar. De industrie innoveert zelf en de universiteiten zijn het ondernemerspad ingeslagen. Bedrijfsmatig werken is regel, het gaat om de maximalisering van de winst.
Het probleem daarbij is dat innovatie niet loont. De ontwikkeling van een nieuw medicijn is zo duur, dat niemand zich er nog aan waagt. De enige nieuwe producten die op de markt komen, zijn de zogenaamde me-too's; medicijnen die een al bekende werking én afzetmarkt hebben. Zoals antidepressiva à la Havidol.
Het gaat nog verder. Reclames zoals de onderstaande persiflage van Havidol zijn, zeker in de VS, schering en inslag. Twintig procent van de reclames op tv zijn voor geneesmiddelen. En hoe verkoop je medicijnen? Door in te spelen op de grootste angst van de moderne mens: angst voor de dood en verlies van gezondheid. Daarbij spelen de reclames ook in op een soort plichtsgevoel: je hebt je geluk in eigen hand, blijf niet kwakkelen, maar vraag om medicijnen! Het gevolg is de 'gezondheidsparadox': de mens is nog nooit zo gezond geweest, maar gaat vaker dan ooit naar de dokter.
Dat is zeker ook te wijten aan de farmaceutische industrie die in haar drang om zoveel mogelijk geld te verdienen, doet aan disease mongering. In plaats van de ziekte als uitgangspunt te nemen en daar een medicijn voor te ontwikkelen, staat het medicijn centraal en wordt daar zonodig een ziekte voor uitgevonden.
Hoewel dit een ontluisterend verhaal is, blijft Huub Schellekens positief gestemd. Verandering is mogelijk, als iemand het maar aandurft een statement te maken. Vroeger waren ethische principes duidelijk en was een soort morele zelfcontrole voldoende om de medische wereld draaiende te houden. Nu gaat dat niet meer. Wil je weten hoe Schellekens de toekomst van de farmaceutische wetenschap en industrie ziet? Kijk dan de lezing terug. Meer weten over angst en economische principes? Volgende week spreekt professor Henriëtte Prast over 'Ego en ratio in de economie'.