Wie is jouw rolmodel in de wetenschap? Het Engelse wetenschappelijke tijdschrift New Scientist publiceerde een lijst met de top 10 meest inspirerende vrouwelijke wetenschappers aller tijden, naar aanleiding van een enquête onder haar lezers. Opvallend is dat er bijna niemand op de lijst staat die recentelijk onderzoek heeft gedaan. De enigen die recentelijk gepubliceerd hebben zijn astrofysicus Susan Jocelyn Bell Brunell en primatoloog Jane Goodall. Wie zijn de vrouwen op deze lijst? En waarom is het zo moeilijk voor vrouwen om door te breken in de wetenschap?
Dit artikel valt onder het dossier: Vrouwen in de wetenschap.
Bovenaan de lijst van de meest inspirerende vrouwelijke wetenschappers staat de Poolse natuur- en scheikundige Marie Curie (1867 – 1934), winnaar van twee nobelprijzen: één voor fysica voor het onderzoek dat ze samen met haar man deed naar radioactiviteit en één voor scheikunde voor de ontdekking van radium en polonium. Een bijzondere verdienste, aangezien er slechts vier mensen zijn geweest die twee nobelprijzen hebben gewonnen. Bovendien was Curie de eerste Europese vrouw die een doctoraat in de wetenschappen behaalde, in 1903. Op de tweede plaats staat Rosalind Franklin (1920 –1958), die met haar onderzoek naar DNA door middel van X-stralen een fundamentele bijdrage leverde aan de ontdekking van de DNA structuur. Ook Dorothy Hodgkin (1910 – 1994) maakte gebruik van x-stralen. Ze perfectioneerde de X-straal diffractie techniek waarmee ze de moleculaire structuur van antibiotica, cholesterol, vitaminen en hormonen analyseerde. Verder haalden drie wiskundigen, een natuurkundige en een biologe de lijst, zie hier voor meer informatie over hun bijdragen aan de wetenschap.
Andere tijden
In welk klimaat opereerden deze vrouwen? Vanaf het einde van de achttiende eeuw raakten vrouwen meer aan huis gebonden. Doordat de welvaart steeg en de kindersterfte daalde begon men meer emotionele waarde te hechten aan het gezin. De kindertijd werd gezien als een speciale tijd en het werd belangrijk voor moeders om hun 'natuurlijke moederrol' te vervullen, bijvoorbeeld door borstvoeding te geven. Vervolgens maakte de wetenschap in de twintigste eeuw een belangrijke verandering mee: Big Science kwam in opkomst, wetenschappelijk onderzoek hing niet langer af van persoonlijke geldschieters zoals familieleden maar ging plaatsvinden in grootschalige projecten, gefinancierd door de overheid. Deze twee ontwikkelingen; de verplaatsing van wetenschap naar het publieke domein en het belangrijker worden van de vrouw in het huiselijke domein zorgden ervoor dat het moeilijker werd voor vrouwen in de wetenschap. Veel van de vrouwen op de lijst van New Scientist publiceerden juist in deze tijd, wat hun verdiensten nog bijzonderder maakt. Wetenschapsgeschiedkundige Pnina G. Abir-Am stelt dat het feit dat er tegenwoordig weinig vrouwen in de wetenschap zijn niet zozeer komt door de uitsluiting van vrouwen in de wetenschap, maar de uitsluiting van het huiselijke domein van wetenschap, waardoor ook vrouwen uitgesloten worden.
Wetenschappers van nu
Waar is de moderne Marie Curie? Prof. dr. Petra de Jongh doet onderzoek naar de mogelijkheden van waterstof als alternatieve duurzame energiebron. Zoals we nu dankzij Marie Curie het röntgenapparaat niet meer weg kunnen denken uit het ziekenhuis kunnen we wellicht over 100 jaar geen wereld meer voorstellen waarin auto's niet op waterstof rijden. Onze energiebronnen worden steeds schaarser en de Jongh hoopt dat waterstof een oplossing kan bieden in de huidige energiecrisis. Haar onderzoek zou kunnen bijdragen aan de oplossing tot één van de grootste problemen van deze tijd, dat maakt de Jongh een inspirerende wetenschapper. In dit korte filmpje vertelt ze in haar lab over haar passie voor scheikunde. Haar lezing bij Studium Generale over de mogelijkheden van waterstof kan je hier terugzien.
Nienke de Haan, stagiaire bij Studium Generale maakt wekelijks een blog over vrouwen in de wetenschap.