500 jaar geschiedenis
In 2011 viel in Hoorn het beeld van VOC generaal Jan Pieterszoon Coen van zijn sokkel. Er kwam een hevige discussie op gang: was de generaal een nationale held, of eigenlijk vooral een oorlogsschurk, en was het wel gepast om hem te eren met een standbeeld? De handelsreizen van Coen brachten Nederland veel rijkdom, maar hij staat ook bekend vanwege zijn gewelddadigheid en harde optreden. Historicus Maarten van Rossem vertelde in de derde lezing in de serie 500 jaar geschiedenis over de ontwikkeling van vuurwapens en oorlogsschepen, en hoe Europa de wereld begon te veroveren. Dat de Europeanen zeker geen lieverdjes waren, dat werd wel duidelijk. Hoe konden de Europeanen een leidende positie op het wereldtoneel gaan innemen?
Een militaire revolutie
Een belangrijke ontwikkeling in Europa was de militaire revolutie in de loop van de 15e eeuw. Kruisbogen werden vervangen door handvuurwapens en West Europese legers werden steeds groter. Dat bracht logistieke en financiële eisen met zich mee. Zo heeft een leger van 30.000 man zo'n 20 ton brood, 1500 schapen en in totaal zo'n 90 ton voedsel per dag nodig. Zonder spoorwegen of vierbaanswegen was het een hele logistieke klus om de legers in hun middelen te zien. Moderne oorlogsvoering vroeg dan ook om een moderne overheid om dit te coördineren.
Handel en geweld
Niet alleen op het land maakten de West-Europese legers grote innovaties door. Tussen 1450 en 1650 voeren de eerste zwaarbewapende handelsschepen uit. Vooral de Engelsen en de Hollanders waren sterk op zee. Met de opkomst van de Islam in Noord-Afrika werd Europa gescheiden van een belangrijk handelsgebied. Azië was de volgende bestemming. In 1498 voer Portugese ontdekkingsreiziger Vasco da Gama naar India. Hij had op dat moment de meest zwaarbewapende vlot eenheid in de Indische oceaan. Het voornaamste doel in Azië was handel drijven, maar de Europeanen bleken meedogenloze geweldsgebruikers, mede door hun militaire superioriteit en gemoderniseerde forten. Zo ontstond het eerste netwerk van koloniale overheersing.
Grote invloed in Noord- en Zuid-Amerika
Tegelijkertijd probeert ook Columbus Azië te bereiken. In 1492 zet hij grond aan wal, echter niet in Azië, zoals hij had verwacht, maar in Amerika. De bevolking van Noord- en Zuid-Amerika was lang geïsoleerd geweest. Die isolatie zorgde ervoor dat de indianen niet immuun waren voor de Europese en Aziatische ziekten. Waar een Europees of Aziaat enkel ziek zou worden van de virussen, had het contact met Europeanen voor de Amerikaanse bevolking desastreuze gevolgen. Tussen de 50 en 90 procent van de bevolking in Noord- en Zuid Amerika overleed.
De Europeanen waren dus wreed en meedogenloos tijdens hun zee-expedities. Dat kwam mede door de militaire middelen die ze ter beschikking hadden. In Hoorn werd uiteindelijk besloten om het beeld weer in ere te herstellen, maar onder Coens levensmotto “Dispereert niet, ontziet uw vijanden niet, want God is met ons” op de sokkel, kwam wel een bijschrift dat Coen naast zeeheld ook omstreden was wegens zijn gewelddadige optredens. Hoe ging het verder met de koloniën? Dat horen we volgende week, tijdens de laatste lezing van Maarten van Rossem in de serie 500 jaar geschiedenis. Kijk ook de lezing van deze week terug op de website.