Publiek in de slaapkamer

Publiek in de slaapkamer: Hoe beïnvloeden culturele normen onze seksualiteit?
Leestijd 3 minuten — Za 19 oktober 2013
Over de bloemetjes en de bijtjes

Seks, intimiteit en lichamelijkheid zien we vaak als een echte privéaangelegenheid, iets dat letterlijk binnen de muren van de slaapkamer blijft. Maar in werkelijkheid worden deze intieme ervaringen in grote mate door maatschappelijke en culturele invloeden gekleurd en beïnvloed. Meest opvallend zijn waarschijnlijk de stereotypen van man en vrouw die ook tussen de lakens een rol spelen: stoer, sterk en autonoom of juist lief, sexy en zorgzaam. Ook andere, subtiele invloeden spelen een rol, zoals mores en normen, educatieve voorlichting, maar ook voorzieningen in de gezondheidszorg en politieke verhoudingen.

Dat stelt sociaal psycholoog prof. dr. Ine Vanwesenbeeck in haar lezing voor de reeks Over de bloemetjes en de bijtjes. Hoewel we bij seks vaak alleen aan de geslachtsdaad denken, benadrukt Vanwesenbeeck dat er veel meer mee samenhangt, zoals kennis, attitudes en tradities. Deze aspecten zijn alles behalve privé. Met name jongeren zijn geneigd zich door deze heersende normen over seksualiteit te laten beïnvloeden. Welke gevolgen heeft dit voor seksuele identiteitsontwikkeling? En hoe worden we allemaal beïnvloed door een spreekwoordelijk publiek in de slaapkamer? Vanwesenbeeck betoogt dat de dominante traditionele moraal alles behalve gezond is, en dat we momenteel in een 'halfveranderde' wereld leven waarin nieuwe mores opkomen, maar nog niet dominant zijn.

De heteroseksuele dubbele moraal

In de meeste culturen is de 'heteroseksuele dubbele moraal' dominant. Deze is gebaseerd op de tegenstellingen tussen man en vrouw: mannen worden getypeerd als assertief en met grote seksuele lust, terwijl vrouwen object zijn van deze lust, maar tegelijkertijd ook onschuldig, bescheiden en zorgzaam. Mannen zijn seksueel, vrouwen zijn sexy. Deze moraal is volgens Vanwesenbeeck erg ongezond, met name voor (gendertypische) vrouwen. Zij stellen zichzelf hoge eisen om sexy te zijn, maar onderdrukken ondertussen consequent hun eigen seksuele behoeften. Deze strengheid zorgt ervoor dat vrouwen die zich willen conformeren aan het gendertypische beeld, zich dikwijls schamen, schuldig of onbekwaam voelen, en minder assertief zijn. Ook blijkt dat vrouwen die aangesproken worden op hun uiterlijk, zich opeens meer voegen naar negatieve vooroordelen: ze tonen minder professionele ambitie, presteren intellectueel slechter en stellen zich hulpelozer op. Maar ook voor mannen zijn de traditionele gender-typeringen veelal ongezond. Zij voelen een druk om altijd seksuele verlangens te behouden, maar zijn ook geneigd terug te grijpen op typisch agressief 'machismo' gedrag als ze zich onzeker voelen over hun positie.

Nieuwkomers

Als nieuwkomers in 'de seksuele arena', zijn vooral jongeren geneigd zich te laten leiden door traditionele ideeën over mannen en vrouwen. Veel onhandigheid en onzekerheid kunnen zij goed maskeren als ze zich houden aan 'normatieve seksuele handleidingen'. Als je het doet zoals op TV, zal de ander minder snel merken dat je nog weinig ervaring hebt. Adolescenten hebben bovendien behoefte aan sociale goedkeuring, en koppelen hun identiteit aan seksualiteit. Jongens willen daarom échte (seksuele) mannen zijn, en vrouwen willen mooi en sexy gevonden worden. Jongeren zijn dus vatbaar voor maatschappelijke stereotypen, maar ook juist nog onzeker over hun identiteit. Door zich te conformeren aan traditionele genderrollen, worden meisjes beperkt om zichzelf te ontwikkelen als autonome en assertieve vrouwen, en voelen jongens zich vaak geremd om relaties aan te gaan en missen zij verbondenheid, legt Vanwesenbeeck uit.

Self-fulfilling prophecy

Ondertussen blijken de vaak onbewuste maatschappelijke ideeën over seksualiteit erg hardnekkig. Want zelfs wanneer we het er niet mee eens zijn, blijven automatische associaties vaak ons gedrag beïnvloeden. Aangezien we bepaald gedrag verwachten van mannen en vrouwen, zien we dit gedrag ook meer, en zo houden we het in stand: een self-fulfilling prophecy. Ook is sekse-typisch gedrag moeilijk te begrijpen, omdat het sterk context-afhankelijk is. In een café gedragen we ons misschien wel als een typische man of vrouw, maar op ons werk niet. Anders dan prof. dr. Jelle Reumer, die vooral kijkt naar de rol van onze genen, benadrukt Vanwesenbeeck dat ons genetisch systeem juist ook erg gevoelig is voor omgevingsfactoren. De genen en het brein kunnen zich dus aanpassen. Vanwesenbeeck ziet hierin een mogelijkheid om onze omgang met seksualiteit te verbeteren. Eén manier is meer aandacht te schenken aan seksueel gedrag dat atypisch is binnen de dominante heteroseksuele dubbele moraal, zoals homoseksualiteit of genderdysforie. Zoals ook andere sprekers in deze reeks hebben betoogd: door verschil te accepteren, kunnen we allemaal op een gezondere manier omgaan met seksualiteit. Vanwesenbeeck: “Niks is fnuikender voor seksualiteit dan de gedachte dat het zó hoort, en niet anders.”

De lezing van prof. dr. Ine Vanwesenbeeck kun je hier terugkijken. Volgende week bespreekt dr. Geert Mommersteeg een mogelijk cultureel alternatief op de dominante seksuele moraal, namelijk de afwezigheid van pubertijd op het Polynesische eiland Samoa.