Huisje, boompje, beestje
“Als wij ons werk heel goed doen, maken we machines als 'de terminator'. Die robots zijn niet meer lief, aardig en dankbaar, maar proberen ons mensen te verslaan.” dr. Pim Haselager (Kunstmatige Intelligentie, RUN) legt uit hoe ver we nu staan met de ontwikkeling van robots in de reeks Huisje, Boompje, Beestje. Een lezing over waarom we de optie van de robots die zich tegen de mensheid keren wel serieus moeten nemen, maar ook waarom dat niet het meest urgente probleem is waar de kunstmatige intelligentie voor staat.
Ons beeld van robots komt voornamelijk uit Hollywoodfilms, maar is niet al te positief. Op het witte doek worden robots zelfbewust en uiteindelijk proberen ze de macht te grijpen. Toch lijken de robots die echt bestaan daar in de verste verte niet op. Eerder sprak dr. Khiet Truong al over de Paro, de lieve zeehondrobot voor de ouderenzorg; over Jibo, de vrolijke gezinsplanner die gezellig tegen je praat; en Asimo die ook dienstbaar en gastvrij is. Deze robots, waar Haselager zelf ook mee werkt, zijn volgens hem “te stom om voor de duvel te dansen”. Het is volgens Haselager ontzettend moeilijk om robots te maken die voor ons van toegevoegde waarde zijn, omdat ze geen gezond verstand hebben, geen common sense. Begrip van menselijke emoties en behoeftes, zoals een troostende hand op een schouder van iemand die verdrietig is, is er niet. Dat ligt compleet buiten de horizon van robots, laat staan dat ze de wereld gaan overnemen.
Angst voor superintelligente robots
We hoeven dus niet te vrezen voor een hogere intelligentie dan wijzelf, desondanks verschijnen er veel artikelen over mogelijke doemscenario's van onder andere Stephen Hawking, hij waarschuwt dat "artificial intelligence could end mankind". Haselager denkt dat deze stelling niet helemaal overdreven is, maar dat we ons nog wel in een heel prematuur stadium bevinden. Het is absoluut waar dat de rekenkracht of computerkracht ontzettend snel toeneemt sinds 1920, zoals de wet van Moore beschrijft. Misschien wel daarom schrijven veel technologen over singulariteit. Het proces waarin technologische vooruitgang zo snel gaat dat kunstmatige intelligenties of posthumans -verbeterde mensen met een opgevoerde intelligentie - mensen overstijgen en hun verdere ontwikkeling in eigen hand nemen. Dan gaan ze zichzelf zo snel 'verbeteren' dat de wereld daarna onbegrijpelijk wordt voor hedendaagse mensen. Het is een onwaarschijnlijk scenario, maar we moeten het ook niet helemaal wegschuiven.
Geen superintelligentie, maar een supermoraal
Naast Hawking houden meerdere bekende wetenschappers zich met dit thema bezig, zoals Nick Bostrom. Hij schreef het boek Superintelligentie. Kansen, gevaren, strategieën. Haselager las het en raakte geirriteerd: bij het lezen voelde het alsof hij een kijkje kreeg in de duisterste achterkamertjes van de oorlog, waarin mens en robot elkaars vijand zijn en de slimste zal overwinnen. Bostrom schetst hoe een superintelligentie zou kunnen ontstaan, en hoe snel deze zich tegen ons kan keren. Volgens Haselager laat het boek zien dat de wereld geen superintelligentie nodig heeft, maar een supermoraal. Niet eens zozeer voor de computer, maar vooral voor onszelf. Want er lijkt een volledig doorgeslagen wantrouwen te heersen, met het ideale excuus voor elke machtswellusteling: als ik de ander niet overheers, zal hij mij ondergeschikt maken, dus ik moet wel.
De mens is (te) complex
Een andere gezaghebbende autoriteit op dit gebied, de Amerikaanse uitvinder en futuroloog Ray Kurzweil, heeft berekend dat de mensheid (ons lichaam, geest en beschaving) compleet getransformeerd is in 2045 tot een posthuman. Haselager legt uit dat dit een optelsom is van verschillende functies van onder andere uitvindingen, data opslag, groei van computer geheugen, internetsnelheid en transistors. We zien grafieken van al deze factoren die steeds sneller stijgen. Als al deze pieken wordt geëxtrapoleerd en het punt wordt opgezocht waar deze convergeren komen we uit op 2045.
Volgens Haselager mist er echter één hele belangrijke factor: begrip van onszelf. Er zit progressie in het begrijpen van onze cognitie, maar daarin zien we geen exponentiële groei zoals bij de factoren van Kurzweil. “Het brein is zo complex en tegelijk ook zo simpel dat er een bovengrens is aan ons bevattingsvermogen”, legt Haselager uit. Als er inderdaad een bovengrens aan ons zelfbegrip is, beperkt ons dat in het doorgronden van de precieze functies van het brein. Laat staan dat wij iets kunnen ontwikkelen dat een eigen overlevingsdrang heeft.
Beperkingen van de robot
Er zijn miljoenen dingen die wij kunnen, maar die moeilijk te programmeren zijn. Probeer maar eens een robot te maken die een praatje kan maken, terwijl hij drie bier in een stampvol café besteld en deze naar een tafel moet brengen. Haselager gelooft daarnaast dat een ééncellige nog meer overlevingsdrang heeft dan een huidige robot. Neem bijvoorbeeld een schaakcomputer, die wil niet écht winnen, hij is slechts geprogrammeerd om te winnen. Een wil kunnen wij mensen niet maken voor de robot. Daarvoor moet je van vlees en bloed zijn en honger en pijn kunnen lijden. Wij weten niet hoe we dat erin moeten krijgen en zij weten niet wat ze missen.
Het grote publiek realiseert zich niet hoe beperkt hedendaagse robots zijn, vooral door de angstige berichten die de media schrijven. Het is onze favoriete nachtmerrie: overmeesterd worden door wat we zelf hebben gecreëerd. Lekker griezelen in de bios, maar ver van de realiteit. “Maar als mensen daadwerkelijk met robots gaan werken zullen ze inzien hoe dom ze eigenlijk zijn, net als ik dat steeds ervaar”, licht Haselager toe. Het zou niet gek zijn als we straks een robotbewijs moeten halen, het is immers een gebruiksapparaat dat doet wat wij willen, vergelijkbaar met een auto. De grootste risico's van deze technologie is dat mensen vereenzamen doordat ze alleen nog robots om zich heen hebben.
Kijk hier de lezing van Pim Haselager terug. Volgende week is Bas Heijne (schrijver, columnist) te gast die deze reeks met ons afsluit naar aanleiding van zijn interviews met wetenschappers met internationale faam voor de Volmaakte Mens. Gaat technologie grote problemen oplossen?