Je kleding doneren is minder duurzaam dan je denkt

Je bent goed bezig, toch, wanneer je jouw net-niet-meer-trendy shirt van Shein of Temu een tweedehands leven gunt? Dat valt tegen. Kringloopwinkels laten weten steeds minder bruikbare kleding te ontvangen. De kwaliteit van (ultra)fast fashion is simpelweg niet goed genoeg om opnieuw te verkopen. Ook recyclen is niet zo voor de hand liggend als we vaak denken. Wat kunnen we doen tegen de duurzaamheidsproblemen die fast fashion veroorzaakt?
Leestijd 2 minuten — Di 15 oktober 2024
Groene bedoelingen

Kleding die een paar keer wassen niet overleeft: daar hebben de kringloopwinkels steeds vaker mee te maken, schrijft de NOS. Het heeft alles te maken met de opkomst van ultrafast fashion – kleding die binnen een paar dagen wordt ontworpen, geproduceerd en vervolgens verkocht door commerciële bedrijven als Shein en Boohoo. Dit soort ‘wegwerpkleding’ leidt tot allerlei problemen: van slechte arbeidsomstandigheden in de productie tot milieuvervuiling aan het einde van de keten. Behalve veel winst voor de fast fashion-bedrijven, levert het weinig op: een kledingstuk dat maar kort gedragen wordt, niet in de kringloop belandt en vanwege de slechte materiaalkwaliteit of hoge kosten niet gerecycled kan worden, is uiteindelijk gewoon afval. Martje Theuws, onderzoeker bij SOMO, signaleerde dit probleem al een paar jaar geleden. In onze podcast legt ze uit wat de verborgen impact van de kledingindustrie is.

Fast fashion zorgt voor een zogeheten race to the bottom, waarin de competitie zorgt voor een steeds snellere productie voor een steeds lagere prijs. Theuws vertelt hoe dat werkt: “Binnen een paar jaar tijd zijn we gegaan van twee collecties per jaar – een winter- en een zomercollectie – naar winkels die hun producten wekelijks of soms wel dagelijks aanpassen. De bedrijven die het meest succesvol zijn, zijn de bedrijven die de nieuwste trends het snelst naar de winkelschappen kunnen vertalen. Er is dus ook een grote druk om het productieproces te verkorten”, aldus Theuws. Dat is te zien: fast fashion-pionier Zara lanceert zo’n 35,000 producten per jaar. Dat (al hoge) aantal verbleekt bij de hoeveelheid die ultrafast fashion-gigant Shein lanceert: soms wel 10,000 producten per dag. Dat tempo is alleen te bereiken wanneer er wordt ingeleverd op de kwaliteit en afwerking van de kleding. De slechte kwaliteit en de lage kosten zorgen ervoor dat we meer producten kopen, die we vervolgens minder lang dragen, aldus Theuws. Met als gevolg een grote hoeveelheid textielafval. De gemiddelde Nederlander gooide in 2018 bijna 18 kilo aan textiel weg, en dat getal is met de opkomst van ultrafast fashion waarschijnlijk alleen maar gestegen.  

Wat kun je als consument dan doen? Zo lang mogelijk doen met de kleding die je hebt, adviseert de klimaatcoalitie. Dat betekent kledingstukken repareren zolang het kan, en minder meegaan met de trends. Investeren in betere kwaliteit is ook de moeite waard; die kleding gaat langer mee en is daarnaast beter geschikt om te doneren of recyclen. En val niet voor de greenwashing-acties van fast fashion-bedrijven, adviseert Theuws. Die tegoedbon die je van de H&M krijgt voor je kledingdonatie geef je natuurlijk weer uit aan polyester kleding. En als dat gerecycled polyester is, komt dat van plastic flesjes, niet van gedoneerde kleren – terwijl flesjes veel beter als flesjes hergebruikt kunnen worden. Daarnaast kan het ontwerp verschil maken: eerder hadden we het met prof. Ruth Migge al over producten zo ontwerpen dat ze langer meegaan en makkelijker gerepareerd kunnen worden. Minder kopen dus, en kijken waar en wat je koopt; dat is het belangrijkst.

Meer weten over de verborgen impact van de kledingindustrie? Luister hier naar Martje Theuws, die meer vertelt over de arbeidsomstandigheden en de politiek waarmee de kledingindustrie te doen heeft.