Toen de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens (UVRM) in 1948 werd opgesteld, had de wereld net een gruwelijke oorlog achter de rug. De Verklaring was een poging om een aantal minimumnormen te formuleren waar ieder mens recht op heeft, zoals vrijheid van meningsuiting en het recht op leven en gelijkheid. 75 jaar na de opstelling is de wereld ingrijpend veranderd. Nieuwe ontwikkelingen zoals de opwarming van de aarde stellen de mensenrechten van toen op de proef. Hoeveel ruimte laat de UVRM om hedendaags onrecht te bestrijden? We vroegen het rechtswetenschapper prof. Antoine Buyse (UU).
De verklaring is niet onomstreden. Al vanaf de opstelling is er kritiek dat ze niet universeel is, maar te veel geschreven vanuit een westers perspectief en daarom niet genoeg rekening houdt met tradities en culturen uit andere delen van de wereld. Is die kritiek terecht?
“Het antwoord is ja en nee. Ze is geschreven in de tijd dat er koloniën waren. De stem van het Westen was dus groter dan die van andere werelddelen. Bovendien zat niet iedereen aan tafel. Zo zaten er maar twee vrouwen in de groep van landenvertegenwoordigers, maar wel met een duidelijke stem. Hansa Mehta uit India heeft er bijvoorbeeld voor gezorgd dat er niet ‘iedere man’ maar ‘ieder mens’ staat in de Verklaring. Daarnaast heeft hebben Latijns-Amerikaanse staten ervoor gezorgd dat er een artikel over een minimale sociaaleconomische levensstandaard is opgenomen. Het artikel over discriminatie was iets dat de Sovjet-Unie er graag in wilde. Niet omdat ze dat nou zo belangrijk vonden: het was een stok om de VS mee te slaan, want daar bestond toen nog rassensegregatie bij wet. Ook een Chinese filosoof schreef mee. Dat lees je bijvoorbeeld terug in de zin dat ‘iedereen plichten tegenover de gemeenschap heeft’. Dat is iets dat Afrikaanse en Aziatische staten tegenwoordig sterk benadrukken.”
Zijn de mensenrechten na die eerste versie uit 1948 nog aangepast?
“De UVRM zelf niet, maar mensenrechten zijn springlevend en steeds meer groepen worden er expliciet door beschermd. Zo werd in 1989 het Kinderrechtenverdrag aangenomen. En ook zijn de rechten van vrouwen, mensen met een beperking, migranten, en seksuele minderheden steeds meer erkend en beschermd, al gaat dat met horten en stoten en is er in sommige landen zelfs achteruitgang. Opvallend genoeg zegt de UVRM trouwens niets over minderheden. Het was voor een aantal landen niet bespreekbaar om dat op te nemen, want dan zouden volgens hen etnische minderheden in hun land zich op deze rechten beroepen en zich misschien zelfs willen afscheiden.”
De UVRM lijkt hier en daar wat ouderwets. Er staat niets in over de vrijheid om verliefd te worden op wie je wilt, of over een recht op abortus of een leefbaar klimaat. Is de verklaring toe aan een update?
“Herschrijven is op zich niet nodig, je kan de bestaande verklaring op een moderne manier uitleggen. Wat er staat over briefgeheim zou je ook kunnen toepassen op wat je op sociale media naar elkaar stuurt. En het stuk over discriminatie en gelijkheid kun je zo interpreteren dat het ook voor mensen met een beperking geldt. Als we de UVRM nu opnieuw zouden schrijven, zou er natuurlijk deels iets anders staan. Bijvoorbeeld het recht op schoon water, toegang tot internet, en inderdaad een leefbaar klimaat. Maar de basis - waardigheid, vrijheid, gelijkheid - die blijft hetzelfde.”
Kunnen verschillende mensenrechten ook met elkaar botsen?
“Ja. Een lokaal voorbeeld hiervan zijn de protesten die in Utrecht plaatsvinden pal voor de abortuskliniek. Enerzijds hebben antiabortusactivisten het recht op vrije demonstratie. Anderzijds kan het heel intimiderend zijn voor de vrouwen die daar op afspraak komen. Het tast hun privacy aan. Mag daar dan worden gedemonstreerd? Dat moet je goed afwegen.”
Mensenrechten zijn voor veel mensen iets abstracts en een ver-van-hun-bed-show. Wat kunnen jij en ik er eigenlijk mee?
“Eén van de auteurs van de UVRM, Eleanor Roosevelt, zei toen al: mensenrechten krijgen pas echt betekenis dichtbij huis; in je straat, op je school of op je werk. Als jij gediscrimineerd wordt op je werk omdat je zwanger bent, kun je daarover klagen. Als je niet bij een café naar binnen mag vanwege je huidskleur, kun je naar de rechter. In beide gevallen beroep je je op je mensenrechten.
Natuurlijk gaan er in Nederland ook nog steeds dingen mis. Maar we hebben in ieder geval de mogelijkheid om de samenleving te veranderen, door naar de rechter te stappen met een mensenrechtenverdrag in de hand. De vrouwenbeweging heeft in en buiten de rechtszaal heel veel voor elkaar gekregen. En wat dacht je van het recente Urgenda-vonnis, dat de overheid dwingt om burgers beter te beschermen tegen de opwarming van de aarde? Mensenrechten vormden de basis voor die uitspraak.”
In Nederland zijn onze mensenrechten best goed geregeld in de Grondwet. Betekent dit dat we op onze lauweren kunnen rusten?
“Zeker niet: niets is een gegeven. Alle mensenrechten zijn het resultaat van sociale strijd die daarvoor gevoerd is. Soms schuurt het en moet je heel hard duwen, dingen veranderen niet vanzelf. En rechten die wij als verworvenheden zien, zoals gelijkheid voor iedereen, kunnen ook weer afgenomen worden als we niet waakzaam zijn. Dat moeten we nooit vergeten.”