De schaduwonderwijs-sector groeide de afgelopen jaren flink. Tussen 2017 en 2022 steeg het aantal studie begeleidende bedrijven dat zich bij de KVK inschreef met 61 procent. Naast de coronapandemie die heeft gezorgd voor een toenemend vraag en aanbod als het gaat om hulp van buitenaf, is het docententekort een belangrijke reden voor deze groei. Als leraren het niet voor elkaar krijgen, wordt er logischerwijs gezocht naar hulp van buitenaf.
Critici van het schaduwonderwijs zijn echter bang dat zowel subsidiestromen als docenten worden onttrokken aan het reguliere onderwijs. Daarbij vergroot het particulier aanbieden van bijles de kansenongelijkheid in het onderwijs. Want waar rijkere ouders hun kind kunnen ondersteunen met huiswerkbegeleiding, hebben ouders uit een lager sociaaleconomisch milieu niet de mogelijkheid om hun kind een examentraining van al snel 100 euro per dag te bieden. De toegang tot kwalitatief goed onderwijs hangt op deze manier te veel af van de bestedingsruimte van de ouders. En hun kinderen lopen hiermee soms net die ene extra stap op de sociale ladder mis.
Schaduwonderwijs is slechts één trend die kansenongelijkheid in het onderwijs vergroot. Het probleem is breder. Naast de financiële bestedingsruimte hebben ook de achtergrond en het opleidingsniveau van ouders invloed op het schooladvies dat een kind krijgt met de eindexamens, de kans dat je blijft zitten en of je binnen je schoolloopbaan op- of afstroomt. De afgelopen tien jaar nam de kansenongelijkheid in het onderwijs toe. Hoe kan dat? En moeten we voor de oplossingen van dit probleem alleen binnen of ook buiten het klaslokaal kijken? “De ongelijkheid tussen leerlingen begint namelijk al vóór hun allereerste schooldag,” stelt prof. Eddie Denessen tijdens een avond over kansenongelijkheid in het onderwijs. Kijk de opname hier terug.