Psychische problemen en trauma’s uit het verleden spelen vaak een rol bij radicalisering. Dat concludeerde de GGD uit een onderzoek waarbij ze 34 geradicaliseerde Amsterdammers interviewde, zo is te lezen in de Volkskrant. Tweederde van deze mensen heeft minimaal twee psychische stoornissen, en een zelfde hoeveelheid heeft te maken met jeugdtrauma’s. Menigeen heeft bovendien geen werk, geen opleiding, en schulden. Ze hebben dus te maken met een waaier aan problemen, waar ze niet goed mee kunnen omgaan. Je kunt je misschien voorstellen dat nóg een tegenslag dan wel eens de druppel kan zijn die de emmer doet overlopen. Deze verklaring praat radicalisering natuurlijk niet goed, maar geeft wel meer inzicht in waaróm bepaalde mensen dit gedrag vertonen.
We spraken eerder over radicalisering met sociaal psycholoog prof. Kees van den Bos (UU), historicus en terrorisme-expert prof. Beatrice de Graaf (UU) en Operationeel Expert Wijkagent Rogier Donk. Donk gaat op bezoek bij mensen wanneer er bij de politie signalen binnenkomen dat deze persoon zorgelijk gedrag vertoont. Ook hij ziet dat dit vaak mensen zijn die de grond onder hun voeten voelen wegzakken, bijvoorbeeld vanwege een depressie of het verliezen van hun baan. Ze hebben daarnaast vaak ruzie met instanties en wantrouwen de autoriteiten, vertelt Donk. Maar psychische stoornissen en wantrouwen zullen ook in de toekomst niet verdwijnen, dus wat kunnen we doen om radicalisering aan te pakken? Het gesprek blijven aangaan is het belangrijkste: als ze het gevoel hebben dat ze gehoord worden, kan dit al enorm helpen, aldus Donk.
De volledige opname over radicalisering in coronatijd kun je hier bekijken.