Wat is vrijheid?
“Vrijheid is niet ongebreideld consumeren. Het lijkt alsof wij mensen onze levensstijl moeten opgeven als we de belangen van de natuur serieus willen nemen. Maar ons voortbestaan als soort en onze vrijheid zijn juist verbonden met de wereld die we delen”. Volgens filosoof dr. Eva Meijer (UvA) gaat het denken over deze kwestie al mis bij de stelling dat een klimaatvriendelijker leven vrijheidsbeperkend zou zijn. Wat betekent onze vrijheid immers als we straks geen aarde hebben om op te leven? Moeten we onszelf niet veel meer zien als onderdeel van de natuur?
In de serie ‘Wat is vrijheid?’ sprak essayist Bas Heijne met filosofen en schrijvers over het begrip vrijheid. Wat betekent vrijheid en wat zou het moeten betekenen? In de laatste reeks uit deze serie ging Heijne in gesprek met Meijer over onze vrijheid in relatie tot de flora en fauna om ons heen.
De mens als ‘bijzonder dier’
De tegenstelling van mens versus natuur en dier kent een lang verleden binnen de westerse filosofische denktraditie. Zelfs de oude Griekse filosofen plaatsten de mens op een voetstuk als ‘bijzonder dier’ boven de natuur en andere dieren. De mens werd een politiek wezen dat in staat was tot rede en samenwerking. Daarnaast kreeg de mens kwaliteiten zoals ‘instinct’ en ‘intelligentie’ toebedeeld door de invloed van het Christendom. Dit perspectief omtrent de voorrangspositie van de mens duurde voort in het Verlichtingsdenken, waarin het begrip vrijheid centraal kwam te staan. Meijer: “Vrijheid is natuurlijk een belangrijke waarde, het werd toen ook verbonden met kritisch nadenken en met een soort gelijkheidsideaal. Maar er is ook een keerzijde. Als je de mens als uitzonderlijk ziet, ga je jezelf voorop stellen in deze wereld. Maar daardoor zijn er nu problemen ontstaan waarin we de aarde voor lief nemen.”
Mens versus natuur?
Meijer bekritiseert de westerse denktraditie die de belangen en vrijheden van de mens recht tegenover die van de natuur plaatst. “Het is geen tegenstelling. We zijn in ons denken langzaam losgezongen van de natuur, maar we zijn helemaal niet almachtig. Wij mensen zijn natuurlijk materiaal en bovendien kwetsbare wezens, zoals de huidige pandemie laat zien.” In plaats van de westerse tegenstelling van mens versus natuur, pleit Meijer daarom voor een meer holistische visie op de mens en de natuur. Hierbij maakt de mens deel uit van diens natuurlijke omgeving. Deze kijk op de natuur verheft dieren tot autonome wezens, en niet slechts willoze objecten. Zo kunnen dieren meer zijn dan slechts een onderzoeksobject voor wetenschappelijke studies, of ze kunnen zelfs politieke wezens zijn. Deze omslag in het denken over de verhouding tussen mens en natuur vraagt dus veel meer dan een roep tot diervriendelijkheid. Het vergt een complete kanteling in ons denken over hoe wij mensen met dieren zouden kunnen samenleven.
Een kentering in de wetenschap
Deze nieuwe manier van denken over mens en natuur is al zichtbaar op de universiteiten. Zo wijst Meijer erop dat biologen bij het bestuderen van dieren steeds vaker niet langer de mens als uitgangspunt nemen, met vernieuwend onderzoek tot gevolg. Maar ook binnen de geesteswetenschappen zou er sprake zijn van een zogeheten ‘dierlijke wending’. “Bij de geesteswetenschappen is er een waarneembare trend van vakken waarin de mens niet langer centraal staat, maar slechts wordt gezien als onderdeel van de natuur.” Toch is Meijer niet zo positief over mogelijke veranderingen in de politiek: “Omdat ons politieke systeem ingesteld is op de korte termijn, is het lastig om op de lange termijn naar de toekomst te kijken. Ook de media heeft de neiging om vaak alleen de meest mediagenieke verhalen van het moment te verslaan”. Hoewel het besef om meer maatregelen te nemen tegen de klimaatcrisis lijkt te zijn doorgedrongen tot de meeste politieke partijen in Den Haag, is er op institutioneel niveau nog weinig actie ondernomen.
Toenadering tussen de soorten
Toch lijken de verschillen tussen mens en andere dieren soms onoverbrugbaar. Is het eigenlijk wel mogelijk om meer toenadering tussen mens en natuur te bewerkstelligen? Volgens Meijer is er meer begrip mogelijk tussen de soorten. “Als je allemaal hetzelfde bent, dan is er overeenstemming en geen begrip. We denken vaak dat soortelijke verschillen een enorm obstakel zijn voor betere communicatie. Maar er zijn gedomesticeerde wezens die mensen zeer goed begrijpen en er zijn dieren die op het gebied van DNA zeer dicht bij de mens zitten.”
Meijer is wel optimistisch over de toekomst en hoe wij mensen ons tot de natuur kunnen verhouden: “Ik ben optimistisch, want het is onze taak om dat te zijn. We zijn meersoortiger dan we zelf denken. De kennissystemen van dieren en planten horen ook bij onze wereld. Onze vrijheid en verbondenheid – die van de mens en de natuur – staan dus niet haaks op elkaar, maar zijn met elkaar verweven. We zijn allemaal afhankelijk van elkaar.”
Dit artikel belichtte slechts een klein onderdeel van het gesprek tussen essayist Bas Heijne en filosoof dr. Eva Meijer. Wil je meer weten over nieuw wetenschappelijk onderzoek naar dieren als talige wezens of als politieke actoren? Bekijk dan het gehele gesprek hier!