Cover to cover
“Er heerste een verontrustende, doodse stilte. De vogels, waar waren ze gebleven? De voedertafels in de tuinen bleven onbezocht. De weinige vogels die nog gezien werden, waren stervende, trilden en konden niet vliegen. Het was een lente zonder lentestemmen.”
In haar befaamde boek Silent Spring schetst biologe Rachel Carson een stadje in de toekomst, waar alle vogels zijn verdwenen door het grootschalige gebruik van chemische middelen. Het boek komt uit in 1962 en slaat in als een bom. Als één van de eersten toont ze aan hoe een enkele chemische stof een heel ecosysteem kan verwoesten, met dodelijke gevolgen voor planten en dieren. Milieukundige dr. Jerry van Dijk (UU): “Ik kon het boek niet in één keer doorlezen. Als ecoloog houd ik me bezig met biodiversiteit en de invloed van dit soort stoffen daarop. En als je dit boek leest met de kennis van nu… ik kreeg er buikpijn van.” In zijn lezing 'Silent Spring' laat hij zien waarom Carsons boek iconisch was, en dat we desalniettemin weinig lijken te hebben geleerd. "De oplossingen zijn er wel, maar we gebruiken ze niet."
DDT als wondermiddel (en de eerste dode vogel dient zich aan)
Om die immense impact van Silent Spring te begrijpen moeten we even terug naar Carsons tijd. De Tweede Wereldoorlog is net ten einde en de ontwikkeling van technologie neemt een grote vlucht. Eén van die nieuwe uitvindingen is DDT, een bestrijdingsmiddel dat in de oorlog effectief is gebleken om ziekten onder soldaten te voorkomen. Vlektyfus bijvoorbeeld, een fatale ziekte verspreidt door luizen. Na de oorlog wordt het middel veelvuldig aangeprezen in huishoudens: een flinke spuit bestrijdingsmiddel onder je oksel, in je haar of geïmpregneerd in het behang van je kinderkamer, daar kijkt niemand gek van op. Ook in de landbouw wordt het middel grootschalig ingezet om invasieve soorten te bestrijden. Met de toename van wereldhandel komen namelijk niet alleen steeds meer producten uit verre landen, ook exotische insecten liften mee.
Als de Japanse kever vervolgens ook in Amerikaanse gemeenteparkjes opduikt wordt onaangekondigd een hele woonwijk ondergespoten met DDT. Twee dagen later liggen de tuinen vol dode vogels, en vertonen katten en honden ernstige ziekteverschijnselen. Carson, die op dat moment voor de US Fish and Wildlife Service werkt, begint deze impact zorgvuldig te documenteren. Ze schrijft grote bladen aan om een artikel te publiceren, maar niemand wil het hebben. De chemische industrie is immers nog steeds één van de grootste afnemers van advertenties. Dan begint ze aan haar iconische boek: Silent Spring.
Hoe microdeeltjes de voedselketen binnendringen
Met vele voorbeelden onderbouwt Carson dat het effect van bestrijdingsmiddelen veel groter en schadelijker is dan gedacht. Zo omschrijft ze hoe het ineens stil wordt op het Amerikaanse Crystal Lake, dat ooit zo bekend stond om haar vele futen. Ze laat zien hoe een schijnbaar ongevaarlijke concentratie van DDT in het water grote gevolgen heeft, doordat het zich ophoopt in het vet van dieren. Plankton slaat de stof op, vissen eten het plankton, grotere vissen eten de kleinere vissen, en de fuut tenslotte krijgt een enorme dosis binnen. Zo zorgen kleine deeltjes in het water voor grote problemen bovenin de voedselketen. Dit proces wordt biomagnificatie genoemd.
Niet alleen laat Carson zien hoe de bestrijdingsmiddelen effect hebben op dieren, ze toont ook aan hoe het de gezondheid van de mens schaadt en onder andere kanker veroorzaakt. En als genadeklap betoogt ze dat het beoogde doel vaak helemaal niet wordt bereikt met DDT: exoten die bestreden worden komen vertienvoudigd en resistent terug. Als het boek in 1962 uitkomt staat de wereld op zijn kop. De industrie begint een tegenoffensief, maar uiteindelijk is er geen ontkomen aan. In 1972 wordt DDT van de markt gehaald in de VS en in 2001 gaat het middel wereldwijd in de ban, het mag alleen nog gebruikt worden als noodmiddel om de malariamug te bestrijden.
Wetenschappers waarschuwen voor een ‘second silent spring’, waarin vogels dit keer indirect het slachtoffer zijn.
Eind goed, al goed?
“Alle middelen verwant aan DDT zijn nu wereldwijd verboden. Het wrange is: we vinden ze nu steeds nog overal terug in de natuur,” zegt Van Dijk. En hoewel het gebruik van chemische bestrijdingmiddelen in Nederland sinds de jaren 80 is gehalveerd zijn de concentraties op veel plekken nog steeds te hoog. In de bollenstreek, waar veel bestrijdingsmiddelen worden gebruikt, winnen we ook ons drinkwater. Ook daar blijken chemische stoffen in te zitten. Van Dijk: “Het lijkt wel alsof we de les die Carson ons wilde leren vergeten zijn. We zetten op grote schaal stoffen in waarvan we geen idee hebben wat voor effect ze gaan hebben op lange termijn.” We zijn zo effectief geworden in het bestrijden van insectenplagen, dat vogels nu doodgaan van de honger. Wetenschappers waarschuwen voor een tweede 'silent spring’, waarin vogels dit keer indirect het slachtoffer zijn.
Boeren die het anders doen
Het goede nieuws is dat volgens Van Dijk er nu al veel innovatieve oplossingen zijn. Als milieuwetenschapper is hij zich gedurende zijn carrière steeds meer gaan verdiepen in alternatieven voor de huidige intensieve landbouw. Daar komt hij steeds meer boeren tegen die het anders doen. Die aan natuurlijke plaagbescherming doen bijvoorbeeld, door loopkevers aan te trekken (eten 1000 bladluizen per uur!) of lieveheersbeestjes. Een andere oplossing is strokenteelt, of het zelfs helemaal door elkaar heen zetten van planten, waardoor het veld voor de insect geen gespreid bedje met eten meer is. En tot slot de laatste innovatie, die nog in de kinderschoenen staat: het versterken van de natuurlijke afweer van planten door de goede bacteriën in de bodem rondom de wortels van de plant te bevorderen. “Een soort Yakult voor planten.”
Innovatieve ideeën genoeg dus, hoe het anders kan. Waarom verandert er dan niks? Het aandeel biologisch geproduceerd eten in Nederland schommelt nog steeds rond de 3%. De zwakke schakel in het systeem zijn wij, de mensen. Het is moeilijk een hele keten in één keer te veranderen. De boer wijst naar de consument, die wijst naar de supermarkt en die wijst naar de overheid. Daarom kijkt Van Dijk niet meer alleen naar veranderingen in ecosystemen, maar ook naar het veranderen van mensen. Hij bezoekt boeren met boeren, gaat op gesprek bij het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en pleit voor een grote omwenteling. “Een stip op de horizon is niet genoeg, de overheid moet ook de juiste randvoorwaarden scheppen en die vervolgens niet elke vier jaar veranderen.”
Om een conservatieve sector te vernieuwen moet je hard ploegen. Dat begint, zoals Carson liet zien, misschien wel met het aanwakkeren van een verwondering voor de natuur, zo illustreert Van Dijk met een anekdote: “Ik werkte in Zeeland met een groep boeren die met bloeiende akkerranden bezig waren. Ik stond met een van die boeren te praten in een akkerrand toen ineens een kever opdook die daar sinds de jaren 60 niet meer was gezien. De boer bloeide helemaal op, en de lokale krant werd direct geïnformeerd!"
Verder lezen/kijken?
Tijdens de lezing kwamen een aantal tips voorbij die we jullie niet wilden onthouden.
-
Kijk hier de hele lezing van Jerry van Dijk terug en hoor meer over de veranderingen die nodig zijn in de huidige landbouwsector.
-
Bekijk de site van Herenboeren, een beweging die coöperatieve boerderijen opzet waar je als consument ook eigenaar bent.
-
Kijk The Biggest Little Farm op Netflix, over een boerenbedrijf dat het anders aanpakt en de natuur zijn werk laat doen.
-
Op natuurgedreven.nl kun je meer lezen over boeren die het anders doen, welke hindernissen zij ondervinden en wat succesfactoren zijn.
-
En tot slot vind je hier een artikel van o.a Jerry van Dijk over waarom een grootschalige verduurzaming in de landbouwsector nog steeds ontbreekt. Wat is ervoor nodig om dat mogelijk te maken?