Strijd om het gelijk
Een psychose, verslaving of suïcidale depressie zet je leven op z’n kop. Herstel gaat niet zonder slag of stoot. Je moet je weg in de wereld weer weten te vinden én leren leven met een diagnose. Hoogleraar Psychiatrie Jim van Os (UMC) Utrecht onderzoekt psychisch lijden en concludeert: de wetenschap rondom psychische diagnostiek rammelt. Een psychose in Engeland heeft andere criteria en behandelmethoden dan in Frankrijk, merkte hij vol verbazing toen hij van werkplek wisselde. Van Os: “Wetenschap kan zich ook voordoen als cultuur, we zijn langzaam bezig daar samen achter te komen.” In de laatste lezing in de reeks Strijd om het gelijk vertelt Van Os over zijn strijd om de GGZ te veranderen. Met méér aandacht en erkenning voor wat we niet weten, en een grotere stem voor de patiënt.
Wat er mis is met diagnoses in de ggz
“Wanneer we iets een hersenziekte noemen, zou je verwachten dat we een idee hebben over specifieke symptomen, oorzaken en behandelingen, maar dat is niet het geval.” zegt Van Os. Uit het brein van iemand die stemmen hoort valt maar weinig af te leiden. Kijk maar eens naar de foto hieronder:
Aan de rechterkant zie je dat neurologische aandoeningen, zoals epilepsie of migraine te herleiden zijn tot verschillende genetische variaties in het brein. Bij psychische aandoeningen is dat niet het geval. Zij delen dezelfde genetische variatie. Wat precies het verschil maakt waarom iemand stemmen hoort of depressief is, is niet bekend.
Omdat weinig bekend is over de onderliggende oorzaak, moeten psychiaters het doen met de symptomen. Om een diagnose te kunnen stellen groeperen zij mensen op hun klachen. Heb je last van hallucinaties, wanen en hoor je stemmen? Dan krijg je het label ‘schizofreen’. Volgens Van Os maken we daarbij een denkfout: we halen symptoom en ziekte door elkaar. De stemmen worden immers niet veroorzaakt door schizofrenie, dat was alleen de naam die we gaven aan de combinatie van die groep symptomen. Van Os: “Als patiënt word je opgescheept met een soort mythe. Een ‘ziekte’ waarvan we de oorzaak niet weten, en waar we ook geen eenduidige behandeling voor hebben.' Dat is niet echt taal waar je je beter door gaat voelen. Volgens Van Os heeft het plakken van labels geen zin: "Je moet zeggen: jouw probleem is stemmen horen, we gaan kijken wat we eraan kunnen doen.”
Ook voor de these dat schizofrenie een biologische breinstoornis is, is maar weinig bewijs. Van Os: “Je kunt schizofrenie met meer recht een sociale stoornis noemen dan een biologische stoornis.” Omgevingsfactoren blijken namelijk van grotere voorspellende waarde dan biologische factoren. In een grote stad wonen, gediscrimineerd worden, gepest worden, cannabis gebruiken of een etnische minderheid zijn: allemaal vormen ze een risico voor wat wij schizofrenie noemen.
“Alle behandelingen hebben, ongeacht de diagnose en ongeacht de therapie, ongeveer hetzelfde gemiddelde, zwakke effect.”
De beste behandeling in de ggz: het placebo effect!
Wie vervolgens in de behandelmolen terechtkomt, kan kiezen uit een breed scala aan therapieën en medicijnen. Het gekke is: het blijkt helemaal niet uit te maken welke therapie je geeft bij welke diagnose. Dit wordt het dodo-effect genoemd. Van Os: “Alle behandelingen hebben, ongeacht de diagnose en ongeacht de therapie, ongeveer hetzelfde gemiddelde, zwakke effect.” Placebo doet daarbij nauwelijks onder aan ‘echte’ medicatie. Niet de behandeling zelf, maar de relatie met de behandelaar blijkt van grote invloed. Misschien is dat ook niet gek. Bij een behandeling voor psychische klachten moet vooral de patiënt het zware werk doen. En dat is nu eenmaal anders dan bij een operatie waarbij de chirurg het werk doet. De methode en de behandelaar dragen wel bij aan verbetering van psychisch lijden, maar uiteindelijk moeten zij vooral de patiënt helpen om zichzelf te kunnen helpen.
Luister naar de echte experts
Omdat de hersenwetenschap geen soelaas biedt, is het volgens Van Os tijd om te rade te gaan bij de echte experts. De mensen die zelf te maken hebben met psychisch lijden. Het proces van herstel is niet lineair, vertellen zij. Het is eerder een kronkelweg, waarbij je je weer moet leren verhouden tot je omgeving en langzaam je weg vindt. Wat interessant is, is dat veel mensen die psychisch lijdden, spreken over bepaalde keerpunten, momenten van inzicht waarop ze de wereld ineens weer anders konden zien. Van Os: “Iemand vertelde hoe ze zes jaar in een ziekenhuis zat en alleen maar kon denken aan zelfmoord, totdat er op een dag iemand langskwam die zei: ‘waarom zijn die stemmen eigenlijk de baas? Waarom kun jij niet iets meer de baas zijn?’ Dat was een enorm inzicht, en ineens lukte het wel om dingen anders te doen.” Een mooi verhaal, maar kun je daar wetenschappelijk ook iets mee? Volgens Van Os wel. Juist daar zou kwalitatief onderzoek naar gedaan moeten worden. Is er een gemene deler te herkennen in die keerpunten, en kunnen we die gebruiken om het proces van herstel te versnellen?
Buiten de GGZ ontstaat inmiddels langzaam een nieuwe GGZ. Waarin ervaringsdeskundigen elkaar helpen, en er niet gesproken wordt over ‘verschrikkelijke hersenziekten’, maar over verbinding, contact, hoop, en optimisme. Dat is niet zweverig. We weten uit onderzoek immers hoe groot de rol van de patiënt is in zijn eigen herstel en hoe belangrijk positieve verwachtingen zijn. Dat effect is beter onderbouwd dan het huidige wetenschappelijke paradigma in de geesteszorg.
Meer weten en verder lezen? Kijk de lezing 'Revolutie in de psychiatrie?' terug, met daarin veel leestips naar wetenschappelijke artikelen. Van Os is tevens oprichter van psychosenet.nl een platform waar kennis en ervaringen rondom psychosegevoeligheid worden gedeeld.