“Waarom vertonen sommige mensen bepaald gedrag?” Dat is de vraag die Nieuwenhuis al als student boeit. Tijdens een summer school in Oslo kwam hij in contact met twee bevlogen docenten die vertelden over de invloed van wijken op personen. De interactie tussen mensen en hun leefomgeving had direct zijn interesse: “We wonen nou eenmaal bij elkaar in de buurt en gaan daardoor noodzakelijk relaties met elkaar aan. Hoe beïnvloedt de omgeving waarin we leven onze onderlinge banden en gedrag?”
Gedurende zijn promotieonderzoek heeft Nieuwenhuis zich daarom verdiept in de sociale geografie en psychologie. Door deze twee vakgebieden te combineren kan hij onderzoeken hoe buurteffecten variëren voor verschillende persoonlijkheidstypen. “Vanuit de sociale geografie weten we dat wanneer je in een arme buurt wordt geboren de kans veel groter is dat je zelf later ook in een lagere sociale klasse terecht komt. In de ontwikkelingspsychologie bestuderen we factoren die het ontstaan van specifieke persoonlijkheidstypen beïnvloeden. Mijn onderzoek richt zich juist op de wisselwerking tussen buurteffecten en persoonlijkheidstypen,” legt Nieuwenhuis uit.
Deze insteek levert nieuwe inzichten op omdat er in eerdere studies, en het daarop gebaseerde wijkenbeleid, vanuit wordt gegaan dat iedereen hetzelfde reageert op veranderingen in de buurt. De werkelijkheid is echter genuanceerder: “Jongeren met een veerkrachtige persoonlijkheid kunnen veel beter omgaan met de problemen die bestaan in achterstandswijken. Zij zijn flexibeler en passen zich makkelijker aan stressvolle omstandigheden zoals armoede en criminaliteit aan. Dit leidt ertoe dat het wonen in een achterstandswijk voor deze jongeren nauwelijks negatieve gevolgen heeft voor bijvoorbeeld hun schoolresultaten, terwijl andere jongeren die geen veerkrachtige persoonlijkheid hebben daar veel meer onder lijden.”
Onverwachtse resultaten
Om de effecten van de buurt op het gedrag van mensen te meten richt Nieuwenhuis zich voornamelijk op jongeren: “Zij zijn zich nog volop aan het ontwikkelen en daardoor ook vatbaarder voor veranderingen in hun omgeving.” Dit lijkt een open deur, maar toch heeft het onderzoek van Nieuwenhuis onverwachte resultaten voortgebracht. “Het blijkt dat jongeren die naar een betere buurt verhuizen vaker probleemgedrag gaan vertonen. Ze hebben bijvoorbeeld meer last van depressieve en angstige gevoelens, tonen vaker agressief gedrag en hebben meer conflicten met hun ouders. Deze resultaten druisen in tegen het gangbare idee dat een betere buurt automatisch tot beter gedrag leidt.”
De onderliggende aanname dat jongeren in een rijkere buurt betere rolmodellen hebben waar zij zich aan gaan spiegelen wordt dus niet ondersteund door de uitkomsten van dit onderzoek. Nieuwenhuis verklaart zijn verrassende resultaten met een andere theorie: “Wanneer jongeren in een betere buurt terecht komen zijn ze, in vergelijking tot hun nieuwe buurtgenoten, slechter af. Relatief gezien daalt hun sociaaleconomische positie, wat kan leiden tot gevoelens van onvrede en frustratie. Dat werkt probleemgedrag bij sommige jongeren juist in de hand.”
Het werk van Nieuwenhuis heeft zo een duidelijke maatschappelijke component. “De inzichten die voortkomen uit mijn onderzoeken pleiten voor een andere kijk op buurtinterventies. Om effectief beleid te maken moet er rekening worden gehouden met de personen in de wijk, nu worden er alleen maar goedkopere huizen gesloopt en duurdere huizen gebouwd om de wijken te mengen.”
Verder graven
De socioloog is enthousiast over het vervolg van zijn onderzoek. Hij is nu een unieke dataset uit Bristol, Engeland, aan het analyseren die teruggaat tot de jaren negentig. “Doordat de personen in deze studie zo lang zijn gevolgd kan ik nu kijken naar de lange termijneffecten van het wonen in een bepaalde buurt. De sociale ongelijkheid in dit soort Britse steden is bovendien veel groter dan wij in Nederland kennen. Kunnen we effecten van de buurtgeschiedenis vinden in de ontwikkeling van problematische persoonlijkheidskenmerken? Ik ben erg benieuwd wat we vinden.”
Dit interview verscheen eerder in Leven Magazine.