Afgelopen weekend vond de grootste cyberaanval ooit plaats, computers uit 150 verschillende landen werden bestookt. Ransomware WannaCry trof grote bedrijven als Telefónica, Renault en Deutsche Bahn. Ook verschillende Britse ziekenhuizen zijn getroffen. In Nederland viel het mee, een aantal betaalautomaten in parkeergarages van Q-Park functioneerden niet meer. De sluitingsbomen moesten handmatig worden geopend om parkeerders uit de garage te laten.
Nu alle systemen digitaal zijn en meer apparaten met internet worden verbonden groeit ook de ongerustheid over de gevaren hiervan. Er wordt steeds meer data verzameld en in de cloud opgeslagen, maar hoe veilig zijn onze gegevens daar? En hoe voorkomen we dat kwaadwillenden toegang krijgen tot onze apparaten of deze blokkeren zoals nu is gebeurd in de WannaCry aanval? Dr. Egon van den Broek (Informatica, UU) richt zich in zijn onderzoek op het Internet of Things: het gegeven dat apparaten steeds slimmer worden en zelfstandig communiceren. In zijn gelijknamige lezing beschrijft hij deze ontwikkeling in de ICT. Naast de fantastische mogelijkheden die deze ontwikkeling biedt, waarschuwt hij ook voor de gevaren van een technology push (hebben we het eigenlijk wel nodig?) en een tweedeling van digibeten die kan ontstaan in de maatschappij. Kijk zijn lezing hier terug.