Bij de wortel
De afgelopen weken hebben we in de lezingsreeks Bij de wortel kennis gemaakt met de fundamentele oorzaken van de milieuproblematiek. Inmiddels weten we dat deze oorzaak vaak bij onszelf ligt. Geldt dat ook voor de oplossing? Babette Porcelijn (auteur van De verborgen Impact) brengt de verborgen impact op het milieu in kaart en toont hoe dit helpt om je dagelijks leven te verduurzamen. Lot van Hooijdonk (Gemeente Utrecht) geeft ons een kijkje in de politieke keuken: is het mogelijk om een stad op een duurzame manier te laten groeien? Dr. Jan Lenaerts (UU) vertelt over de vaak moeizame relatie tussen klimaatwetenschappers en klimaatsceptici.
Een gigantische blinde vlek
Een goed glas wijn en een goed gesprek vormde het kantelpunt van het wereldbeeld voor Porcelijn. Het was het begin van een duurzaamheidskruistocht die leidde tot de ontdekking dat 77% van onze impact op het milieu 'verborgen' is. Veel mensen zijn slechts bekend met de zichtbare impact op het milieu, zoals het gasverbruik op je meter of de plastic verpakking van je biefstuk. Een groot deel van het publiek schatte de impact van de verpakking van een stuk rundvlees ten opzichte van het hele product in op 50%. In de realiteit gaat het om slechts 1%. Verborgen in dat stukje vlees zelf zit namelijk een flinke hoeveelheid CO2 uitstoot, onder andere in de vorm van transport van veevoer en het kappen van bossen om dat voer te laten groeien.
Door in kaart te brengen waar de grootste impact zit, kunnen we volgens Porcelijn ons leven grondiger verduurzamen. Als je beter wilt zijn voor het milieu, moet je dan minder douchen, wat langer met dezelfde trui doen of een keertje kip in plaats van biefstuk nemen? Met kennis over de verborgen impact, zie je het gehele plaatje en kun je bepalen welke acties daadwerkelijk de grootste verbeteringen betekenen. “Het moet grootst en meeslepend!”, aldus Porcelijn. Maar leidt kennis van impact ook tot milieubewuster gedrag? De zaal is verdeeld. "Op het moment dat er geen betrokkenheid is en je gaat kennis erdoor duwen, dan ontstaat er alleen maar weerstand,” stelt een van de bezoekers.
Omarm stedelijke groei
Is deze ontwikkeling richting een duurzamer bestaan ook mogelijk in de stad? Dat is de vraag aan wethouder Lot van Hooijdonk. Zij is wethouder in Utrecht, de snelst groeiende stad van Nederland. Van Hooijdonk omarmt de groei. Want, groei en duurzaamheid zijn volgens haar geen tegenstrijdigheden. De stedeling heeft namelijk een lagere ecologische voetafdruk dan mensen die minder stedelijk wonen. Een manier om deze duurzame verstedelijking te bereiken is door afstanden beheersbaar te houden. Zo is 70% van de verplaatsingen in Utrecht mogelijk op fietsafstand. Daarnaast heeft Utrecht als eerste stad in Nederland een milieuzone voor personenauto's ingesteld. Van Hooijdonk: “Waar een politieke wil is, is een weg.”
Is verstedelijking dan ook de oplossing voor een duurzame wereld? Een simpel 'eens' of 'oneens' bleek niet wenselijk. Het publiek zocht naar nuance. In theorie klinkt het interessant, zo'n efficiënte stad. Maar hebben mensen niet ook behoefte aan rust, ruimte en groene landschappen? Zo vond iemand het stapelen van woning een briljant idee, want energiebesparend. Maar overheidsbemoeienis om mensen te sturen richting dit duurzame woonalternatief, vond hij een stap te ver. Toch ziet Van Hooijdonk de toekomst van de stad als duurzame oplossing zonnig in. “In de Middeleeuwen dachten ze nog dat de wereld plat was, dus wie weet hoe ver we zijn over een eeuw. (…) Onderschat de mens niet, zou ik zeggen.”
De klimaatontkenningsmachine
Ook bij Lenaerts komt het beeld van de platte en ronde aarde terug in zijn betoog. Hij trekt een parallel naar de huidige discussie over het duurzaamheidsvraagstuk. Klimaatontkenners zijn als mensen die volhouden dat de wereld plat is, tegen beter weten in. Want, hoe goed een klimaatwetenschapper zijn claim ook staaft met bewijs, een klimaatontkenner doet de feiten van de klimaatwetenschapper af als onwaar met behulp van retorische trucs. Hij zoekt enkel bewijs dat deze ontkenning onderschrijft en is doof of verdraait de rest. Lenaerts beschrijft deze klimaatontkenners als een georganiseerde bende. Per jaar wordt er bijvoorbeeld in Amerika 900 miljoen dollar gepompt in de klimaatontkenningsindustrie. Ondertussen warmt het klimaat onomstotelijk op door ons toedoen.
Maar ook sommige media zijn debet aan ongegronde onzekerheid. Door een klimaatwetenschapper in debat te laten gaan met een klimaatontkenner, lijkt het alsof er sprake is van gelijken. Alsof het bewijs nog ruimte laat voor twijfel. Dit geeft een vertekend beeld, 97% van de wetenschappelijke gemeenschap is het erover eens dat de mens een cruciaal aandeel heeft in klimaatverandering.
Toch moeten we niet alleen wijzen naar externe factoren voor het falen van de klimaatboodschap. De klimaatwetenschappers zelf hebben te veel achterover geleund volgens Lenaerts. Alsof de data zelf het werk wel zouden doen. Als wetenschapper moet je veel meer toelichten en helpen interpreteren. Lenaerts doet daarom een oproep aan wetenschappers: vertaal je boodschap actiever naar een algemeen publiek.
Meer weten? Kijk het debat terug.