Op losse schroeven
Het tv-programma De Monitor wijdde een hele aflevering aan het besluit van de politie om vanaf 1 januari 2017 te stoppen met de opvang van verwarde mensen. Zorgverleners in de geestelijke gezondheidszorg lieten weten dat ze die taak niet zomaar van de politie kunnen overnemen, omdat ze daar niet de middelen voor hebben. Volgens prof. dr. Philippe Delespaul (Universiteit Maastricht) is deze kwestie slechts het topje van de ijsberg.
De maatschappelijke discussie zou moeten gaan over hoe we de zorg inrichten. Dat betekent minder 'bedden' - Nederland heeft verreweg de meeste plaatsen in psychiatrische instellingen vergeleken met de rest van Europa - en betere behandelmogelijkheden voor mensen in hun eigen omgeving, als het aan Delespaul ligt. Niet alleen zorgverleners spelen daarbij een rol, maar ook 'de buurvrouw'. Want juist bij psychische problemen zijn er meer mensen met relevante kennis en ervaring dan alleen de experts.
Als we ervoor zorgen dat meer mensen met psychiatrische aandoeningen betere zorg krijgen, zullen we ook minder problemen hebben met verwarde personen. De 'verwarde mensen op straat' vormen maar een fractie van alle mensen met psychiatrische problemen die baat hebben bij betere zorg. Dat zijn er veel, illustreert Delespaul met cijfers: 44% van de Nederlanders kampt op enig moment in het leven met een psychiatrisch probleem waar ze in hun functioneren echt last van hebben. Jaarlijks geldt dat voor 24% van de mensen.
Een omslag in denken
Als hoogleraar Zorginnovatie in de GGZ is Delespaul vooral een activist. Een man met een missie, soms 'boos en verontwaardigd', maar overtuigd van de noodzaak van een nieuwe GGZ. Hij gelooft niet dat onderzoek naar biologische oorzaken van psychiatrische aandoeningen leidt tot betere zorg. Delespaul: “We werkten de afgelopen jaren zoveel met toverinstrumenten aan 'de maakbare mens', dat we geen oog hadden voor de maatschappelijke dimensie.” Zijn eigen onderzoek richt zich op interacties het niveau van het individu en factoren in diens omgeving. Behandeling van psychiatrische aandoeningen moet zich richten op die interacties en omgeving. Delespaul: “Je kan mensen met een depressie wel blijven behandelen, maar als je niet in staat bent ze perspectief te bieden [op zinvol werk bijvoorbeeld] werkt het niet.”
Een handicap moet niet je leven bepalen, zeggen we wanneer iemand in een rolstoel zit. Waarom denken we daar anders over als het om geesteszorg gaat? Gezondheid moeten we niet zien als de afwezigheid van ziekte, maar als het vermogen om je aan te passen, en je eigen regie te voeren ondanks je beperkingen. Zorg is niet gericht op genezing, maar op herstel. Het doel is dat mensen de mogelijkheden die ze wel hebben, (weer) kunnen inzetten zoals ze dat zelf willen. Dat is een mensenrecht, vastgelegd in de Convention of the Rights of Persons with Disabilities die onlangs werd bekrachtigd door de Nederlandse Tweede Kamer. Mensen die vrijheid geven, betekent soms risico's nemen dat er een keer iets misgaat. Het huidige beleid is er meer op gericht de samenleving te beschermen dan om zieke mensen beter te maken.
Niemand is 'onbehandelbaar'
Mensen met psychiatrische problemen indelen als 'behandelbaar' of 'onbehandelbaar', staat haaks op het streven naar herstel. Er is ook vrijwel nooit een wetenschappelijke basis voor, aldus Delespaul. Het kan zijn dat een behandeling die vandaag niet werkt bij iemand, dat morgen wel doet. Bovendien kunnen we, ondanks veel inspanningen en investeringen in wetenschappelijk onderzoek, alleen in uitzonderlijke gevallen iets zeggen over de biologische oorzaken van psychiatrische problemen op individueel niveau.
Delespaul pleit voor een Nationaal Actieplan Geestelijke Gezondheidszorg, gericht op het terugdringen van het aantal ziektegevallen, zelfmoorden en de lagere levensverwachting van mensen met psychische aandoeningen, en het bevorderen van maatschappelijke participatie. Om de veranderingen die Delespaul voorstaat te realiseren is niet alleen een omslag nodig in de GGZ, maar ook op andere gebieden van de samenleving. Want hoe kan je buren en vrienden vragen zorg op zich te nemen, terwijl ze ook een 40-urige werkweek hebben? En moeten we misschien ons veiligheidsbeleid ook anders inrichten? De komende weken zoeken we in de serie Op losse schroeven verder naar oplossingen.