Protesteren zoals in de jaren ’70: is dat nu onmogelijk?

In de jaren ’70 leefde mijn moeder temidden van een bloeiende krakersscène in Nijmegen.
Leestijd 3 minuten — Do 22 maart 2012
Underground

Ze was 22, ongeveer net zo oud als ik nu ben, maar woonde al jaren als kraker in een gemeenschap. Deze manier van vrij samen leven zonder eigen bezit en zonder hiërarchie (een 'shared economy'), lijkt voor mijn generatie die opgegroeid is in een wereld van 'hyperindividualisme' en kapitalisme iets nostalgisch en vooral iets onbekends uit het verleden. Deze nostalgische gevoelens bracht ook Caroline Nevejan tot uiting in haar lezing voor het programma Underground, toen zij stelde 'zich nooit meer zo rijk te hebben gevoeld als toen'. In een hechte groep van krakers leefde zij hun politieke idealen na in het Amsterdam van de jaren '70.

Volgens Nevejan was en is kraken en protesteren nodig omdat 'het persoonlijke politiek is'. Het pragmatisch naleven in groepsverband van persoonlijke idealen kan uiteindelijk de politiek op grote schaal beïnvloeden. Maar hoe zit dat in deze tijd? Twintigers van nu zijn ook niet tevreden met de wereld om zich heen. Wat is het dat ons tegenhoudt om echt te protesteren? Waarom leven wij nu niet meer niet op in zo'n shared economy', zoals mijn moeder en Caroline Nevejan dat deden?

Hyperindividualisme
Het is belangrijk te erkennen dat wij nu in een totaal andere maatschappij leven dan die van de jaren '70 en '80. Bijna alles mag en kan, we zijn volgens de wet gelijk als het gaat om religie, seksuele geaardheid en afkomst en op internet kunnen outcasts hun gelijken vinden. Tegelijkertijd heeft het gevoel van solidariteit, van samen in gelijkheid leven, plaatsgemaakt voor hyperindividualisme en een verheerlijking van de vrije markt, aldus Nevejan.

Wij, kinderen die opgroeiden in de jaren '90, na de val van de muur, zijn opgevoed met het kapitalisme als ideaal: ons eigen geluk en onze eigen welvaart staan vooraan. De shared economy van de krakersgemeenschap in de jaren '70 staat ons niet aan, we willen hiërarchie zodat we ons als individu kunnen bewijzen. De meeste twintigers van nu zien de huidige problemen dus wel, maar voelen zich niet aangesproken om hun levenswijze radicaal te veranderen.

Gebrek aan ruimte
Protest voeren lijkt sociaal gezien een beetje 'uit' te zijn. Kraken en 'tegen zijn' heeft onder studenten en leeftijdsgenoten een negatief stigma en er lijkt weinig animo te zijn voor initiatieven zoals het wonen in een shared economy.

Naast de groei van het (hyper)individualisme is deze passieve houding wellicht te wijten aan het verdwijnen van de 'vrije ruimte'. Die grote, vrije ruimte voor initiatieven, die Nevejan zo duidelijk beschreef in haar lezing, is zowel fysiek als sociaal gezien grotendeels verdwenen. Er zijn geen vrijstaande panden meer, kraken is verboden en de wereldbevolking is sinds de jaren '70 verdubbeld. Een krimpend publiek domein en een gebrek aan fysieke ruimte leidt tot minder mogelijkheden, want waar ga je heen?

De ruimte waarin je je nu legaal kunt organiseren heeft zich verplaatst naar het internet. Hier wordt het persoonlijke initiatief echter ook steeds lastiger. Privacy hebben we bijna niet meer op social media zoals Facebook en al onze individuele acties op het web worden digitaal gecontroleerd en opgeslagen, zodat ze ons nog decennia kunnen achtervolgen. De anonimiteit waarmee je vroeger kon protesteren, en die volgens Caroline Nevejan zo belangrijk was voor de kraakbeweging en de shared economy, bestaat niet in de moderne wereld waarin het internet domineert, privacy een probleem is en de ruimte schaars.

Protest van de toekomst
Kortom, het saamhorige groepsgevoel van protest en de shared economy zoals ik die in deze foto van mijn moeder zie, lijkt voor mij en anderen van mijn generatie een stuk moeilijker na te leven anno 2012. Ik luister dan wel naar dezelfde muzikanten zoals Bob Dylan en Joni Mitchell, houd van dezelfde boeken en films uit die tijd en heb gelijksoortige politieke idealen en normen en waarden, maar tijden zijn veranderd. Toen mijn moeder zo oud was als ik was er geen Facebook, geen ruimtegebrek en zij groeide niet op na de val van de muur onder de heersende macht van het kapitalisme en hyperindividualisme. Ik ben gewoonweg dus niet op eenzelfde wijze gevormd: ik ben haar niet.

Hoewel er om deze redenen nu minder ruimte en animo voor protest lijkt te zijn onder twintigers zoals ik, is het volgens Nevejan toch belangrijk dat men idealen blijft naleven en uitdragen. Tijden veranderen, maar er valt altijd protest te voeren in nieuwe scenario's. Bewegingen waarbij veel jonge mensen betrokken zijn zoals Occupy en lokale initiatieven zoals transition towns stemmen hoopvol. Wellicht zijn de tijden van het kraken en de shared economies aan hun eind, maar protest heeft altijd zijn toekomst.

Kijk de lezing van Caroline Nevejan hier terug.