Lunch good science bad science
De talrijke onderzoeken die aan de Universiteit Utrecht worden uitgevoerd, zijn vaak ingegeven door onderliggende maatschappelijke vraagstukken. Deze vraagstukken kunnen worden opgelost door de onderzoeksresultaten te implementeren in het politieke beleid.Toch?
Dat het niet altijd een simpel abc'tje is blijkt uit de lunchlezing van Prof. dr. Johanna Fink-Gremmels (Diergeneeskunde, UU), zelf actief in zowel de wetenschap als de beleidsbepalende kant in Brussel. Met haar specialisatie, voedselveiligheid, als rode draad laat ze aan het Studium Generale publiek zien dat beleidsvoering een continue afweging van belangen is. En dat de wetenschap niet altijd het verlossende woord uitspreekt.
Het leven staat bol van de onzekerheden. Met de harde wind van deze dag loop je continu het risico op een afgewaaide tak in je gezicht. Voedingsmiddelen zijn al even onzeker; ze brengen risico's met zich mee. Om de consument van zaadje tot karbonaadje tegen risico's te beschermen stelt de Europese Unie richtlijnen op.
Prof. Johanna Fink-Gremmels, zelf gespecialiseerd in onderzoek naar myotoxinen (stoffen die schimmels afscheiden), neemt het myotoxine alfatoxine als voorbeeld. Deze kankerverwekkende stof zit in noten, mais en oliezaden. De stof is dus giftig, en al helemaal gevaarlijk voor hepatitis patiënten, zo blijkt uit wetenschappelijk onderzoek. De schimmels die de giffen afscheiden floreren onder tropische omstandigheden. Dat betekent concreet voor Nederland dat 'we' vooral een risico lopen als we de voedingsmiddelen uit tropische landen importeren. Om ons te beschermen heeft de EU ook voor deze stof richtlijnen opgesteld (niet meer dan 4 microgram per dag), en het aantal mensen dat in Europa aan de door alfatoxine veroorzaakte kanker (leverkanker) overlijdt, ligt bijzonder laag. Wie niet beter weet zou zeggen dat de richtlijn zijn vruchten heeft afgeworpen. Eind goed al goed.
Niet helemaal. Om dat uit te leggen brengt Fink-Gremmels een scheiding aan in de begrippen 'Hazard' en 'Risk'. Hazard is de potentie van een stof om kwaad te doen. Risk is de waarschijnlijkheid dat de stof uberhaupt een effect oplevert. En deze 'risk' blijkt biologisch gezien bijzonder laag te zijn. De World Health Organization stelde een onderzoek in naar deze myotoxine toen bleek dat in Amerika de toegestane hoeveelheid vijf keer zo hoog lag (zonder een toenname in slachtoffers). Uit de wetenschappelijke narekening blijkt dat zelfs al zou een kwart van de gehele populatie Amerikanen hepatitis hebben, het 'slechts' een stijging van 300 doden aan de betreffende leverkanker op zal leveren.
Zo brengt het ene wetenschappelijke onderzoek aan het licht dat een stof een absolute hazard is, maar laat het andere wetenschappelijk onderzoek zien dat de risk relatief meevalt. Je hebt beide gegevens nodig om deugdelijk beleid op te kunnen baseren. Want omdat de EU zich vooral op de 'hazard' focust, en voorzichtigheid betracht, hebben Europese landen de grenzen gesloten voor voedingsmiddelen met alfatoxines. Hierdoor komen de (arme) landen die noten en pinda's aan Europa exporteren voor een overschot van deze voedingsmiddelen in eigen land te staan, waardoor ze dubbel worden getroffen: ze lopen de export-inkomsten mis, en doordat de inwoners dan maar zelf de noten eten, lopen ze bovendien een verhoogd risico op opstapeling van alfatoxine in hun lichaam.
Fink-Gremmels geeft de volgende adviezen voor de wetenschap en de media, om deze problematiek te keren: wetenschappers moeten hun ethische verantwoordelijkheid nemen door met deugdelijke informatie te komen. Hetzelfde geldt voor de media; die moeten zich niet enkel focussen op onzekerheden en gevaren, maar de risico's realistisch benoemen zodat de burgers (consumenten) een realistisch beeld hebben van de grootte van het gevaar. Op die manier zijn zowel burgers als de beleidsbepalers in staat om weloverwogen beslissingen te nemen op het gebied van voedselveiligheid.
Wilt u meer weten over valkuilen in de wetenschap? Kijk dan hier voor het volledige lunchlezingenprogramma, of bekijk hier de lezing van prof. dr. Johanna Fink-Gremmels terug.