Levenskunst
Deze drie levenshoudingen spreken uit het werk De man zonder eigenschappen van Robert Musil (1880-1942). Ze zijn een spiegel voor onze eigen levensstijl en stellen de vraag wie we zelf zijn. Maarten van Buuren weet het wel: hij kan zich goed vinden in het dilettantisme, zo zei hij in zijn lezing in de serie Levenskunst.
Uit het leven van Musils hoofdpersoon, Ulrich, komen de drie fases naar voren. Als dilettant leeft hij het leven als een spel. De dilettant speelt een rol, of zelfs meerdere rollen: die van zijn beroep, van ouder, geliefde enzovoorts. Met geen van die rollen valt hij samen, hij is er niet op vast te pinnen. Het dilettantisme is een ironische levenshouding, die niets echt serieus neemt. Zeker het maatschappelijke leven niet.
Op het dilettantisme volgt de essayistische houding. Die is te beschrijven als een beschouwelijke manier van leven. De essayist trekt zich terug uit het maatschappelijke leven. Die sociale omgang werkt alleen maar vervreemdend ten opzichte van jezelf en versluiert het zicht op wie je werkelijk bent. Nog steeds wil Ulrich zich niet laten vastpinnen. Als je je door je maatschappelijke kenmerken laat vastpinnen, verstar je en raak je steeds verder weg van jezelf. Een man zonder eigenschappen zijn, betekent zo min mogelijk stollen in dat soort vastgeroeste, onpersoonlijke kenmerken.
De derde fase wordt vertegenwoordigd door het ideaal van de mystieke ervaring. Bij Ulrich uit zich dit in de hereniging met zijn zus Agathe. De mystieke ervaring verwijst naar de absolute leegte, waarin elke vorm is opgelost. Het is een 'mystiek zonder God', zoals de titel van Van Buurens lezing luidt. Alle rollen en eigenschappen zijn dan volledig afgelegd.
Zijn het dilettantisme en het essayisme nog levensstijlen waar je bewust voor kunt kiezen, dat lijkt voor het mystieke niet op te gaan. Toch stelt het mystieke ideaal een belangrijke vraag aan iedereen die bezig is met levenskunst. Welke plaats geven we de mystieke ervaring in ons leven? Dan gaat het om de momenten waarop we onze kenmerkende eigenschappen verliezen en buiten de heersende moraal stappen. Daarmee stelt Musil ook onze verhouding tot de maatschappij ter discussie. Hoe stevig laat je je vastpinnen door de maatschappelijke conventies? En hoe behoud je daarbij je eigenheid? Vragen die door de hele serie heen steeds terugkomen.
In de discussie die volgde op de lezing, stelde Joep Dohmen dat bij veel van de andere denkers juist het vinden van een vorm voorop stond. Levenskunst kan er ook uit bestaan die vorm vast te houden en te ontwikkelen, zodat die helemaal eigen wordt.
Misschien ligt de waarheid in het midden. Zou het bijvoorbeeld niet mogelijk zijn om het leven als een dilettant serieus te nemen? Je bewust zijn van de verschillende rollen die je speelt, zonder die als een spel af te doen? Zijn de essayistische en mystieke levensstijl niet ook een vorm op zichzelf? Belangwekkende vragen die laten zien hoe een roman kan werken als spiegel van de ziel.
Kijk de lezing Mystiek zonder God van Maarten van Buuren terug.