Over deze serie
Het eerste menselijke genoom uit het lab wordt verwacht in 2014, zo meldde de krant begin dit jaar. Kunstmatig leven! De droom van sommige wetenschappers en de vrees van grote delen van het publiek. Toch maakte dit bericht niet de verhitte discussies los, die het gekloonde schaap Dolly eerder ontketende. Hoe kan dat? De ervaring leert dat de gewone burger niet lang geboeid blijft door ethische kwesties rondom abstracte technologie. Zeker in combinatie met onduidelijke risico's. Toch zijn er genoeg vragen waar het publiek belang bij heeft. Mag dit? Is het wel veilig? Wie heeft hier iets aan? Van wie zijn deze organismen?
Wordt het geen tijd dat universiteiten het voortouw nemen in deze discussie over de toekomst van gentechnologie? Het maatschappelijke belang wordt nu vooral verwoord door bedrijven, milieuorganisaties of gespecialiseerde instituten. Universiteiten hebben een publieke taak en zij hebben alfa-, beta- en gammawetenschappers in huis die expertise kunnen leveren ook over ethische, juridische en sociale aspecten van technologie. Maar spreken zij ook de taal die nodig is om het publiek aan te spreken?
Deze vragen staan centraal in een debat i.s.m. de Universiteit voor Humanistiek in het kader van een driedaags symposium over dit onderwerp. Met medewerking van o.a. Frans van Dam (Centre for Society and Genomics) en Harry Kunneman (Universiteit voor Humanistiek)
Donderdag 9 oktober
Klare taal voor gentechnologie - de universiteit als bakermat van het publieksdebat?
Een debat tussen:
- Drs. Frans van Dam, Hoofd communicatie bij de CSG (Centre for Society and Genomics)
- Prof. dr. Harry Kunneman, Hoogleraar sociale en politieke theorie aan de Universiteit van Humanistiek
- Prof. dr. Edwin Cuppen, hoogleraar genoombiologie, UU
- Prof. dr. Rietje van Dam, lid College van Bestuur, Unversiteit Leiden