Over deze serie
Symposium i.h.k.v. het afscheid van Suzette Haakma als directeur Studium Generale op donderdag 23 februari 2006.
Er bestaat een brede consensus over het belang van academische vorming: de studie aan een universiteit zou meer moeten zijn dan het verwerven van gespecialiseerde vakkennis en -vaardigheden. De horizon van de ideale academicus hoort breder te zijn dan zijn of haar eigen vakgebied. Een academisch gevormde burger zou over een zekere mate van algemene ontwikkeling moeten beschikken.
Het is echter lang niet duidelijk wat die algemene kennis precies zou moeten omvatten. Is er een canon die iedereen moet kennen? Moet elke doctorandus de tweede hoofdwet van de thermodynamica kennen? Is Max Havelaar een boek dat iedere academicus gelezen moet hebben? Of is academische vorming meer een houding, het vermogen kritisch informatie te beoordelen en verantwoordelijkheid te nemen?
Studium Generale probeert al decennia lang een bijdrage te leveren aan de vorming van de academicus. Zelfreflectie is waarschijnlijk een kenmerk van academische vorming. Door het analyseren van de notie van academische vorming reflecteert Studium Generale op haar eigen rol hierin.
Sprekers:
-
Prof. dr. Herman Philipse (Universiteitshoogleraar, UU):
Filosofie als beschavingsideaal. -
Prof. dr. Maarten van Buuren (Franse Letteren, UU):
Literatuur en cultuur. -
Dr. André Klukhuhn (voormalig directeur Studium Generale):
Het ideaal van academische vorming. -
Prof. dr. Dolph Kohnstamm (em. Pedagogiek UvA; samensteller Het Cultureel Woordenboek):
De UU-canon: gewenste kennis volgens Utrechtse vierdejaars studenten. -
Drs. Floris van den Berg (programmamaker SG, UU):
Kennis en beschaving. -
Drs. Suzette Haakma (directeur Studium Generale, UU):
Studium Generale en vrouwenstudies: de institutionalisering van een nieuw paradigma.