Dit mechanistisch mensbeeld bleek beter in staat om gezondheid en ziekte te verklaren, door wetenschappelijke bestudering van individuele organen, cellen en moleculen - in plaats van de mens als geheel, zoals daarvoor gangbaar was. Toch is de verwevenheid van lichaam en geest groot. Prof. dr. Jan van Gijn schreef het boek Lijf en leed. Geneeskunde voor iedereen (Atlas) over de theorie en praktijk van het dokterswerk. Met als rode draad het pleidooi voor een geneeskunde die de patiënt als geheel ziet en niet als een lichaam met losse onderdeeltjes. Van Gijn gaf eerder bij Studium Generale een lezing over evidence-based medicine over dit onderwerp.
Een derde van de patiënten lijkt lichamelijke klachten te hebben door psychisch leed als angst, somberheid en stress. De geneeskunde is echter nog altijd gebaseerd op organen en op foto's en labuitslagen. Zo was Van Gijn ook 'afgericht' als orgaandokter en pas later is hij gaan beseffen dat we af moeten van de scheiding tussen lichaam en geest. Volgens Van Gijn moet de geneeskunde het dogma overboord zetten, want het verhaal van de patiënt biedt heel vaak de sleutel. In een lezing over de grens tussen lichaam en geest, sprak prof. Drexhage over de moleculaire basis van geestesziekten die samen blijkt te hangen met het immuunsysteem. Dat wijst ook op een verregaande samenhang.
Ook krijgt de patiënt steeds gemakkelijker en vaker een etiket met een ziektebeeld opgeplakt. Is dat een gunstige ontwikkeling? Timo Bolt MA (Julius Centrum UMC) vertelt als historicus over het ontstaan van ziektebeelden zoals ADHD. Wat in 1900 als zenuwachtig werd bestempeld is nu een complex van symptomen die artsen de naam 'ADHD' geven. Lastige kinderen zadelen we op met een medisch etiket en we houden ze in toom met pillen. Want een onvolkomen diagnose is beter dan geen diagnose, toch? Kom woensdag naar de lezing van Timo Bolt in de Boothzaal van de Universiteitsbibliotheek om 13.00 uur met gratis broodjes en een boekverloting en hoor het van hem zelf.