17 miljoen mensen
Altruïstisch gedrag van de mens lijkt op het eerste gezicht moeilijk te verklaren vanuit evolutionair perspectief. Als we altijd voor onszelf zouden kiezen, zouden we dan niet verder komen in het leven dan als we een deel van onze tijd en moeite opgeven aan anderen? Maar we weten dat er in het menselijk gedrag ruimte is voor coöperatie, opofferingsgezindheid en dus altruïsme. Econoom prof. dr. Matthijs van Veelen (UvA) legt de spanning tussen het individu en het collectief bloot aan de hand van speltheorie en evolutie. Hij benadrukt daarbij dat de mens allesbehalve een egoïst is. Het tegenovergestelde is eerder waar. De mens lijkt geobsedeerd door moraliteit en rechtvaardigheid.
Bestaat altruïsme?
Altruïstisch gedrag kan op verschillende manieren worden gedefinieerd. Meestal wordt altruïstisch gedrag gezien als hulp aan anderen waar jij zelf geen baat bij hebt: onzelfzuchtig gedrag. Onder altruïstisch gedrag wordt ook het opofferen van jezelf voor een ander verstaan. Sommige mensen zeggen dat dergelijk gedrag niet bestaat, aangezien gedrag dat op het eerste gezicht onzelfzuchtig lijkt, uiteindelijk altijd weer naar egoïsme herleid kan worden. Want, gedrag dat niet direct iets voor jezelf oplevert heeft op de lange termijn wel voordelen: een goed imago of een wederdienst bijvoorbeeld. Hoe dan ook is er sprake van sociaal gedrag.
De hulpvaardige mens...
Een illustratie van de mate van altruïstisch gedrag in de mens (en in sommige chimpansees) lijkt te zijn geprogrammeerd in ons dna, als een soort hardware. Dat toont dit YouTube filmpje. Hierin zie je een peuter die geen instructies heeft ontvangen, toch een medemens helpt. Van Veelen verklaart dit onder andere doordat het gevoel voor rechtvaardigheid van de mensheid heel strak staat afgesteld. Dit bedoelt hij met die menselijke obsessie met moreel oordelen. De ingeprogrammeerde hulpvaardigheid stelt ons in staat om samen te werken.
… voor mensen die we kennen
In de reeks “17 miljoen mensen” zeiden al meer wetenschappers dat groepsgevoel ervoor zorgt dat we meer over hebben voor elkaar, of dat je in ieder geval bereid bent meer op te geven voor de mensen binnen je groep dan buiten je groep. Dit zie je ook terug in de verklaringen die van Veelen vindt in zijn onderzoek naar altruïstisch gedrag. Het is evolutionair voordelig om mensen die jouw genen delen (je familie) te helpen, zodat jouw genen voortgezet worden. Ook is het handig om aardig te zijn tegen mensen die je vaker ziet, zoals je collega's of je partner, en ze te helpen omdat dat in je voordeel werkt om te overleven.
Speltheorie: individu versus collectief
Het bekende Prisoner's Dilemma legt deze spanning tussen kiezen voor jezelf of het collectief op modelniveau bloot. Toegepast op altruïsme, zijn de twee strategieën waar twee verschillende individuen voor kunnen kiezen: samenwerken of niet samenwerken. Vaak is het in die dilemma's zo dat kans op economische winst het hoogste is als iedereen samenwerkt, maar er is tegelijkertijd ook kans op meer individuele winst als je niet samenwerkt. Verschillende experimenten wijzen erop dat mensen vaak wat over hebben voor een ander vanwege een gevoel voor rechtvaardigheid, maar er is ook een limiet aan deze welwillendheid tot jezelf opgeven voor de ander. Er wordt altijd een risico afgewogen en het eigen belang wordt toch in de gaten gehouden. Een dergelijk model is daarom ook te simpel als we op zoek gaan naar altruïstisch gedrag in bijvoorbeeld het vluchtelingenvraagstuk en openstellen van grenzen. Iedereen wil in principe mensen in nood helpen, maar tegelijkertijd willen we de grenzen niet open gooien voor zomaar iedereen die wil komen. Dergelijke spanningingen tussen collectief en individu zullen altijd blijven bestaan, zegt Van Veelen.