Sovjetvormgeving is hip, DDR-uniformen bepalen de mode. Wie nu achttien is, was pas een jaar toen de muur viel. Zelfs de recente geschiedenis lijkt lang geleden. Aan de Koude Oorlog kwam zo abrupt een einde dat het nauwelijks voorstelbaar is dat de wereld van 1945 tot aan 1989 verdeeld was in twee kampen, die elkaar bedreigden met atoomwapens. Niet alleen de politiek werd bepaald door een mogelijke atoomoorlog. Wie in die tijd leefde voelde zich ook persoonlijk bedreigd door de komst van de Russen of een 'druk op de knop' van de Amerikaanse president. Uiteindelijk is in het Westen nooit openlijk slag geleverd, maar aan de periferie van beide invloedsterreinen werd bloedig gestreden, zoals in Korea, Cambodja en Vietnam, waarbij miljoenen slachtoffers zijn gevallen. Hoe kon deze patstelling ontstaan en ook weer zo plotseling verdwijnen? En is de Koude Oorlog echt voorbij?

Maarten van Rossem is amerikanist en hoogleraar Nederlandse Cultuur van de Twintigste Eeuw in Internationale Context aan de Universiteit Utrecht. In 2003 werd hij uitgeroepen tot Historicus van het jaar.

Deze lezingen zijn reeds op cd uitgebracht door Home Academy Publishers.