Het aantal uithuisplaatsingen is vorig jaar met ongeveer met een kwart gedaald, zo blijkt uit het jaarbericht van de Raad voor de Kinderbescherming. Bij ernstige signalen van kindermishandeling wordt de Raad gevraagd een onderzoek te starten. Dit onderzoek is in 2022 beduidend minder uitgevoerd. Is dat goed nieuws? Deels wel, recentelijk zoekt men steeds vaker naar andere oplossingen om uithuisplaatsing te voorkomen. “Als de hulp eerder goed georganiseerd wordt en effectief is, dan kunnen vergaande maatregelen als uithuisplaatsingen vermeden worden,” stelt jurist dr. Joost Huijer (UU) tijdens een avond over de problemen in de Jeugdzorg.
Het toenemende besef dat een uithuisplaatsing tot meer schade dan goeds kan leiden is an sich een positieve trend. Maar er is nog weinig reden om de vlag uit te hangen: het komt namelijk vaker voor dat raadsonderzoekers geen ondertoezichtstelling of uithuisplaatsing adviseren terwijl dat wel nodig is. De reden: er is geen jeugdbeschermer beschikbaar. In zo’n geval wordt er langer vrijwillige hulp geboden, terwijl er gezien de ernst en de duur van de problematiek eerder ingegrepen had moeten worden.
Te weinig personeel, te veel bureaucratie, en eindeloze wachtlijsten maken sinds 2019 dat steeds vaker kinderen en jongeren in psychische nood of onveilige thuissituaties niet de zorg krijgen die ze nodig hebben. Hoe kan het tij gekeerd worden? Zijn de huidige interventies in de jeugdbescherming wel effectief? En hoe komt het dat steeds meer kinderen en gezinnen bij jeugdzorg terechtkomen? Over deze vragen spraken wij met forensisch orthopedagoog prof. Jessica Asscher (UU), jeugdpsychiater prof. Floortje Scheepers (UMC Utrecht) en Huijer. Kijk de opname hier terug.