17 miljoen mensen
Winston Churchill omschreef de democratie als de slechtste staatsvorm die hij kende 'op alle andere na die zijn beproefd'. Het imperfecte democratische systeem brengt gevaren met zich mee en ook vandaag de dag is volgens velen de democratie in crisis. Het is namelijk de democratie die de verkiezing van Trump en de Brexit mogelijk hebben gemaakt. In het publieke debat komt vaak de naam Tocqueville terug, een Franse politiek filosoof die al in de 19e eeuw wees op de gevaren van de democratie. Hoogleraar politieke geschiedenis prof. Annelien de Dijn (UU) bekijkt de staat van de hedendaagse democratie door de bril van Tocqueville. Ja, de democratie heeft een probleem, stelt ze. Maar het probleem zit hem niet in afnemende burgerparticipatie of zwevende kiezers, zoals velen beweren. Het echte probleem zit hem in polarisering. “Het is belangrijk dat we het juiste probleem opsporen, voordat we verkeerde oplossingen bedenken.”
Tocqueville en de tirannie van de meerderheid
Toen Tocqueville in 1831 naar Amerika reisde zag hij iets uitzonderlijks: het democratische systeem van de Amerikanen stond ver van de Franse realiteit, waar op dat moment slechts 2 procent van de bevolking stemrecht had. Tocqueville was onder de indruk van dit politieke systeem waarin volgens het principe 'one man, one vote' iedereen evenwaardig was. Het was volgens hem onvermijdelijk dat Europa dit voorbeeld zou volgen. Een revolutionaire visie voor die tijd, waarin democratie nog werd gezien als iets primitiefs, iets voor het wilde Amerika, maar niet voor het beschaafde Europa.
Toch wees Tocqueville ook direct op de gevaren die het moeilijk maakten dit systeem in de praktijk te doen slagen. Het eerste gevaar noemt hij de 'tirannie van de meerderheid'. In een democratie worden besluiten genomen met de meerderheid van de stemmen. Dat is logisch, want als alle beslissingen unaniem moeten worden genomen kan je nooit iets besluiten. Het wordt pas gevaarlijk als de meerderheid alleen in haar eigen belang gaat regeren en geen oog meer heeft voor de belangen van minderheden. Dit doet zich vooral voor bij gepolariseerde samenlevingen, waar er steeds minder sprake is van een gemeenschappelijke grond. Een illustratie hiervan is de zwarte bevolking in Amerika ten tijden van Tocqueville. De slavernij was dan wel afgeschaft in het noorden, maar de belangen van de zwarte bevolking werden systematisch genegeerd door de racistische witte meerderheid. Tocqueville waarschuwde dat de tirannie van de meerderheid verstrekkende gevolgen kan hebben; het leidt tot een delegitimering van de democratie in de ogen van de minderheid, wat in het ergste geval kan uitlopen tot een burgeroorlog.
De tirannie van de bureaucraat?
Vijf jaar later maakte Tocqueville opnieuw de balans op: dit keer was het niet de tirannie van de meerderheid die hij vreesde, maar de tirannie van de bureaucraat. Hij maakte zich zorgen om de individualisering die hij om zich heen zag. Als mensen alleen maar op zichzelf gericht zijn en niet meer bezig zijn met de publieke zaak dan komt de macht in handen van een klein groepje bureaucraten. Tocqueville noemt dit “bureaucratisch despotisme”. Dit is ook waar veel hedendaagse politici naar verwijzen wanneer ze Tocqueville aanhalen. Een oplossing die vaak wordt aangedragen is om burgers meer inspraak te geven, bijvoorbeeld door referenda. Volgens De Dijn is politieke apathie niet het probleem van onze huidige democratie: de opkomst bij verkiezingen is stabiel en hoog (82% !), het lidmaatschap van politieke partijen neemt sinds twee jaar weer toe in Nederland, en sinds Trump lijkt men ook weer vaker de straat op te gaan, denk aan de wereldwijde women's marches die ook in Nederland gehouden werden.
Het Nederlandse polderantwoord op polarisering
Als we die parallel van polarisering en de tirannie van de meerderheid doortrekken naar de wereld van nu zien we: fake news, sociale media bubbels, geografisch homogene buurten en heftig gepolariseerde discussies waar niemand zich kan inleven in de andere partij. Deze zaken bedreigen de democratie omdat mensen dan niet meer open staan voor de visie van de tegenstander en koste wat het kost de eigen visie doordrammen. In Nederland lijkt vooral de vraag hoe we moeten omgaan met de multiculturele samenleving een splijtzwam, die ook het kiesgedrag van Nederlanders steeds meer beïnvloedt. De Dijn geeft al gauw aan dat het in Nederland, in vergelijking met de Verenigde Staten, nog meevalt met de polarisatie: wij hebben immers geen tweepartijenstelsel en het Nederlandse poldermodel lijkt voorlopig nog als demper te werken op toenemende polarisering. “Er vindt in Nederland eerder verbrokkeling dan polarisering plaats en dankzij het poldermodel wordt maatschappelijke polarisering niet te sterk vertaald naar de politiek.”
Waar sommigen het referendum zien als oplossing om de democratie nieuw leven in te blazen, heeft dit volgens De Dijn juist een polariserend effect. “Zo verdeel je de samenleving natuurlijk automatisch in twee vijandige kampen! Nee, laten wij dan liever gewoon verder polderen. Zo hebben we in Nederland ook alle eerdere crisissen van de democratie bezworen.”