Wetenschap om te lachen

Humor: een serieuze (wetenschappelijke) zaak
Leestijd 3 minuten — Di 17 november 2015
Science Café Utrecht

Humor en wetenschap: het is niet de meest voor de hand liggende combinatie. En eigenlijk moet je grappen ook helemaal niet willen uitleggen. Toch stond het Science Café van november in het teken van de wetenschap rondom humor. Wat is het nut van een goeie grap? Nemen dieren elkaar ook in de maling? En is lachen echt gezond? In een bomvol Tivoli/Vredenburg sprak Filemon Wesselink met zes wetenschappers en grappenmakers over de zin en onzin van humor.

Apenhumor

Prof. dr. Jan van Hooff (Gedragsbiologie, UU) groeide letterlijk op tussen de dieren van Burgers' Zoo, waar zijn ouders directeur waren. Later werd hij een wereldberoemd primatoloog, met name door zijn onderzoek naar lachen bij mensapen. Wat blijkt? Hun lach lijkt verdacht veel op die van de mens. En als je er even over nadenkt is het best wel een curieuze beweging: een schokkend salvo van in- en uitademingsblaffen. Een belangrijke bevinding die misschien ons eigen gevoel voor humor kan verklaren, is dat mensapen lachen als ze spelen. Chimpansees nemen elkaar, net als mensen, letterlijk en figuurlijk beet, legt van Hooff uit. Kietelen, pootje haken, niets is ze te gek, maar het is wel voor alle betrokkenen duidelijk dat het niet serieus is. Humor is dus een spel: een ontspannen situatie waar we onze ernst voor even laten varen. Maar hoe zit het eigenlijk met andere dieren? Hebben die ook humor, of worden ze pas grappig als we onze eigen menselijke emoties op hen projecteren, zoals bijvoorbeeld in het filmpje hieronder?

In de zeik

Hoewel we humor tegenwoordig vooral met een positief gevoel associëren, is dat niet altijd zo geweest. Filosoof Martijn Veerman schreef het boek Humorologiewaarin hij aan de hand van oude en nieuwe filosofische theorieën het waarom van humor onderzocht. Daaruit bleek dat filosofen zich vaak negatief over humor hebben uitgelaten. Veerman: “In de klassieke oudheid zag men humor en lachen als een uiting van superioriteit en agressie”. Dat negatieve aspect van humor is natuurlijk niet helemaal verdwenen. Ook al gooien we tegenwoordig geen mensen meer voor de leeuwen ter vermaak, we lachen nog steeds graag om het leed van anderen. Kortom: ons idee van humor mag dan veranderd zijn, leedvermaak is van alle tijden.

Humor schuurt dus vaak een beetje: de grens tussen grappig en pijnlijk is flinterdun. Daan Boom en Stijn van Vliet kunnen daar over meepraten. Met Streetlab voeren zij op ludieke wijze allerlei sociale experimenten uit, waarbij ze die grens tussen grap en iemand in de zeik nemen graag opzoeken. Na hoeveel complimenten gaat een mens zich ongemakkelijk voelen? (Een stuk of drie. Zie onderstaand filmpje.)

En gaan we onder groepsdruk makkelijker naakt? (Jazeker.) Een belangrijke voorwaarde voor een geslaagde grap is volgens Boom en Van Vliet dat mensen zich er in herkennen. Daarbij kunnen ze de plank ook wel eens flink misslaan - dan werkt een grap alleen binnen eigen kringen. Even van tevoren checken dus.

De psychologie van humor

Iedereen kent de 'Even Apeldoorn bellen' reclames wel. Korte filmpjes met een humoristische clou, zoals ?deze:

Maar hoe effectief is humor in reclames nu eigenlijk? Volgens dr. Madelijn Strick (Psychologie, UU) zorgt humor ervoor dat we een bepaald product kopen, terwijl we eigenlijk niet meer weten waarom. Humor zet namelijk automatische en onbewuste psychologische processen in gang waardoor een merk de volgende keer een positieve emotie oproept. En het is behoorlijk lastig om daar aan te ontsnappen.

Maar als humor positieve emoties oproept, is het dan ook goed voor onze gezondheid? Is lachen gezond? Volgens dr. Sibe Doosje (Klinische en Gezondheidspsychologie, UU), die onderzoek deed naar de effecten van cliniclowns op de gezondheid van zieke kinderen, is dat lastig te zeggen. De clowns zorgen voor een welkom niet-medisch contact en humor leidt de kinderen af, maar of het ze ook daadwerkelijk helpt sneller te herstellen, is niet bewezen.

Meer humoronderzoek

Uit het grote aantal vragen aan het einde van de avond bleek dat het laatste woord over humor nog niet gesproken is. Waarom lachen we meer als we gedronken hebben? Is er een verschil tussen mannen- en vrouwenhumor? En hoe werken woordgrappen? Vragen waarop de sprekers niet direct een antwoord wisten. Er is dus nog veel te ontdekken. Volgens Doosje is die wetenschappelijke aandacht voor humor heel welkom: "Er wordt zoveel onderzoek gedaan naar negatieve dingen, dat we bijna vergeten ook de positieve te bestuderen". Een pleidooi voor meer humoronderzoek dus!

Het volgende Science Café is op 15 februari 2016. Dan praat Sofie van den Enk met wetenschappers over de liefde.