In deze aflevering van de blogserie 'bezit': prof. dr. Tom Zwart. Hij is hoogleraar rechten van de mens en directeur van de School of Human Rights Research van de Universiteit Utrecht.
Is het recht op eigendom een mensenrecht?
Over de vraag of eigendomsrecht een mensenrecht is wordt verschillend gedacht. In het belangrijkste VN-instrument, het 'Burger- en Politieke rechtenverdrag', is het eigendomsrecht niet opgenomen, maar het staat wel in het 'Europees Verdrag tot Bescherming van de Rechten van de Mens'. Het Europese Hof voor de Rechten van de Mens heeft dat eigendomsrecht de afgelopen jaren fors opgerekt door daarin ook het recht op uitkeringen in het kader van de sociale zekerheid te lezen.
Hoe westers is bezit?
Over de aard van het recht op eigendom lopen de meningen sterk uiteen. In sommige culturen wordt eigendom in collectieve zin opgevat, terwijl men in andere culturen uitgaat van privébezit. Het is vooral interessant om te zien wat er gebeurt als het 'privébezit concept' zijn intrede doet in een cultuur waarin bezit vooral in communale zin wordt benaderd. In de meeste Afrikaanse landen is land een communaal bezit en voorzien kleine boeren in hun levensonderhoud door van deze gemeenschappelijke gronden gebruik te maken. Op dit moment zijn wij aan de Universiteit Utrecht bezig een 'receptorbenadering' jegens mensenrechten te ontwikkelen, samen met de Chinese Academy of Social Sciences en de Rechtenfaculteit van Shandong University. Het zoeken naar een oplossing binnen het eigen gewoonterecht van een gemeenschap staat hierin centraal. De eigen waarden en normen van een gemeenschap worden op die manier gerespecteerd.
Receptorbenadering: oplossingen van eigen bodem
Het toepassen van de westerse mensenrechten hoeft niet altijd tot rechtvaardige uitkomsten te leiden. Dat gebeurde bijvoorbeeld in de Bhe-zaak, die beslist werd door het Constitutionele Hof van Zuid-Afrika. De man van mevrouw Bhe was overleden, maar zij deelde niet in de erfenis: haar schoonvader was, als eerste man in de lijn, op grond van het gewoonterecht enig erfgenaam. Het Constitutionele Hof vond deze gang van zaken in strijd met het gelijkheidsbeginsel en besloot de gewoonterechtelijke regel te vernietigen. In plaats daarvan paste het Hof statelijk erfrecht toe en op grond daarvan had mevrouw Bhe aanspraak op een deel van de erfenis. Dat lijkt op het eerste gezicht een aantrekkelijke uitkomst, maar roept toch de nodige vragen op. Het probleem is namelijk dat het statelijke erfrecht in Zuid-Afrika uitgaat van een Westerse visie op vererving, namelijk het overdragen van vermogen. Het gewoonterecht van de gemeenschap waartoe het echtpaar Bhe behoorde wijst één erfgenaam aan om te zorgen dat de boedel niet wordt opgesplitst. Door opsplitsing zou hun communale manier van leven in gevaar komen. De erfgenaam treedt in dit systeem niet op als privébezitter maar als rentmeester ten behoeve van de hele gemeenschap. Toepassing van het westerse, statelijke erfrecht was dus een middel dat niet geschikt was om dit geschil op te lossen. Daarom is het zo belangrijk een receptorbenadering van mensenrechten te ontwikkelen. Wat het Hof mijns inziens had moeten doen is een oplossing zoeken binnen het gewoonterecht van de gemeenschap.
Welk gevaar vormen banken voor de mensenrechten?
Oorspronkelijk zijn mensenrechten in het leven geroepen om individuen te beschermen tegen de macht van de overheid. Wanneer ik een beroep doe op één van mijn rechten jegens de overheid spreken we van de verticale werking van mensenrechten. Inmiddels is ook een horizontale werking van mensenrechten ontstaan. Niet alleen de overheid maar ook andere, private actoren kunnen een grote macht uitoefenen over individuen. Denk bijvoorbeeld aan multinationals of financiële instellingen. Horizontale werking van mensenrechten kan individuen tegen die macht beschermen.
Supranationale wetgeving
Prof. dr. Bert van den Brink vroeg aan u hoe zich in onze discussie over bezit de rol van nationale overheden tot de rol van supranationale instanties verhoudt. Zwart:"Een voorbeeld van de verhouding tussen supranationale instanties en nationale overheden is de implementatie van VN regels voor 'Corporate Social Responsibility' in nationale regelgeving. De VN Mensenrechtenraad ontwikkelde in 2011 een kader voor Maatschappelijk Verantwoord Ondernemen (MVO). De lidstaten van de VN dienen bedrijven verantwoordelijk te houden voor eventuele schending van mensenrechten die zij veroorzaken". Lees hier een interview met professor John Ruggie, die het kader voor MVO binnen de VN ontwikkelde. Niet alle vormen van bemoeienis met mensenrechten door de VN zijn succesvol. De sterk gepolitiseerde verhoudingen tussen de westerse landen enerzijds en de oosterse en zuidelijke landen (waaronder de BRICS-landen, de opkomende economieën Brazilie, Rusland, India, China en Zuid-Afrika.) anderzijds zorgen voor botsingen in discussies over mensenrechten. Het is tijd voor het overbruggen van die politieke kloof. Het initiatief daartoe zal niet vanuit Genève komen maar dient door andere actoren zoals academici genomen te worden. Onze onderzoeksgroep werkt samen met Chinese en Afrikaanse collega's om te bezien hoe wij daaraan een bijdrage kunnen leveren. Kijk hier de lezing van prof. dr. Tom Zwart terug over mensenrechten in China.
De vraag die u doorgeeft
Aan mijn opvolger dr. Frank van Laerhoven vraag ik: hoe staat het met de rechten van vrouwen in het gewoonterecht in bepaalde delen van de wereld?
In het volgende blog over 'Bezit' zal geoloog van Laerhoven (onderzoeker aan de faculteit Geowetenschappen van de UU) ingaan op het bezit en beheer van natuurlijke hulpbronnen, zoals de bossen en zeeën van de wereld.
De voorgaande blogs over bezit: